HOOGTEPUNTEN VAN ITALIË.
VENETO.
VENETIË. (18)
VENETIË.
ALGEMEEN EN GESCHIEDENIS.
Het oude stadscentrum van Venetië is op een archipel van kleine eilandjes gebouwd, die van elkaar gescheiden zijn door een wirwar aan kanaaltjes. De meeste van deze kanaaltjes werden in verschillende tijdperken aangelegd en zodoende onderging het oorspronkelijke stadsplan constant veranderingen.
Het centrum ligt ongeveer 4 kilometer afstand van het vasteland en twee kilometer van de open zee, de Adriatische Zee.
De eerste bouw van nederzettingen op eilandjes in een zeer moerasachtig gebied was gedurende de barbaarse invallen, toen kleine groepen vluchtelingen uit Spina, Aquileja, Adria, Altinum en Padua zich hier vestigden. In de daarop volgende eeuwen breidde de stadskern zich steeds verder uit totdat het huidige centrum ontstond dat in de rest van de wereld geen gelijke kent. Om dit te bereiken werden er meer dan 160 kanalen drooggelegd, waardoor het aantal eilanden waarop Venetië ligt werd beperkt tot 18, inbegrepen San Giorgio Maggiore en La Giudecca.
Het grootste en belangrijkste kanaal is het Canal Grande , dat met zijn 3,8 kilometer en een breedte van 30 tot 70 meter de stad in tweeën deelt, die weer verbonden zijn met elkaar door drie bruggen: de Scalzi-brug, de Rialto-brug en de Ponte dell 'Accademia. In het Canal Grande monden 45 kanaaltjes uit die bevaarbaar zijn met kleine bootjes en gondels.
De verschillende wijken van de stad zijn met elkaar verbonden door 350 kleine bruggen. De stad is verdeeld in zes stadsdelen. Tot 1480 waren de bruggen van hout en werden later vervangen door stenen boogbruggen.
De straten waarin geen gemotoriseerd verkeer is toegestaan en ook niet mogelijk is, hebben bijzonder benamingen; de "rughe" (van het Franse 'rue") en de "salizade" (van het woord "selciate") d.w.z. bestrating, in feite de eerste geplaveide straten en steegjes, terwijl de straten langs de kanaaltjes "fondamenta" worden genoemd. Dit laatste is ook weer te danken dat ze als fundament voor de gebouwen aan het water dienen. Zo zijn er nog veel meer verwijzingen.
Huisnummering kende men in het begin helemaal niet en werden gebouwen vaak genoemd naar de bewoners of bedrijfjes die er in gevestigd waren, wat vaak verwarring veroorzaakte.
In 1801 werd besloten hier een einde aan te maken en ging men over tot een vaste straat of kanaal benaming, want veel panden hadden hun ingang aan het water, en een vaste nummering in te stellen. De nummering was niet progressief, maar in zones verdeeld: de "zona de citra" (aan de zijde) en de "zona de utra" (aan gene zijde) van San Marco en Cannaregio.
Tussen 1837 en 1941 werden de gebouwen per stadsdeel genummerd en kregen de gebouwen een zwart of rood nummer. Op sommige gebouwen is de oude Romeinse nummering in de stenen uitgekapt te vinden. De Republiek Venetië werd bestuurd door de Dogen
Een van de veranderingen in de 19ee eeuw is de aanleg van een spoorbrug die met zijn lengte van 3601 meter het stadscentrum van Mestre met Venetië verbindt. De bouw duurde van 1841 tot 1846.
Ruim een eeuw later werd deze brug verbreed zodat autoverkeer ook mogelijk is voor bevoorrading van de stad. Met spreekt over de brug of over de dam, in feite zijn het allemaal stenenbogen waarvan de onderlinge ruimten zijn opgevuld. Door de open bogen kan het water vrij in- of uitstromen.
De Venetianen beheersen met hun vloot de Adriatische Zee, een groot deel van de Middellandse Zee en bevoeren zelfs de Atlantische Oceaan. Hun grootste vijand en concurrent was de Staat Genua en het Ottomaanse Rijk.
Zij monopoliseerden de specerijenhandel en haalden iedereen het vel over de oren, de kruisvaarders en de pelgrims naar het heilige land inbegrepen. Zij kenden twee soorten schepen met antieke lijnen: het trage bolronde koopvaardijschip en de lichte oorlogsgalei. De galeiën werden voortgestuwd met roeiriemen bemand door galeislaven, wat hoofdzakelijk gevangenen waren en veroordeelde misdadigers. Zelfs toen de oceanen hun geheimen al prijsgaven aan de zeilvaart, werd de Middellandse Zee nog bevaren door ontelbare roeivaartuigen.
Omstreeks 1300 werd de 'galea-grossa'ontwikkeld, een grote galei voor de handelsvaart. het waren schepen van 250 ton met een bemanning van 250 koppen. Deze schepen dreven handel Met Alexandrië, Beiroet en Constantinopel. Venetië breidde zijn handel imperium enorm uit. Jaarlijks voer een vloot naar Engeland en Vlaanderen.
In 1453 viel Constantinopel in Turkse handen. Daarna kondigde de ontdekking van een oceaan-route naar Indië door de Portugezen de ondergang aan van De Venetiaanse specerijenhandel en daarmee haar trotse koopvaardij vloot.
HET HUWELIJK MET DE ZEE.
Ieder jaar op hemelvaartsdag, van de 13e- tot diep in de 18e eeuw, werd de enorme galei de 'Bucentaur' te voorschijn gehaald uit de enorme loods van de grootste scheepswerf van Venetië, het Arsenaal.
Schitterend in karmozijn en goud droeg het schip, voort geroeid door 200 roeiers, geestelijken, senatoren, gezanten en de doge (de hoogste magistraat van de republiek) naar de "Bruiloft van de zee".
"Wij huwen u, O zee, als bevestiging van onze trouw en voortdurende heerschappij!"
Zo sprak de Doge van Venetië zijn verklaring uit vanaf het dek van de staatsie galei 'Bucentaur', terwijl hij een gewijde gouden ring in het water van de Adriatische Zee wierp.
Maar alle praal en krijgshaftige muziek konden het feit niet verdoezelen dat het een huwelijk uit berekening gold, Venetiaanse berekening. De 'liefde' was eenzijdig en gebaseerd op het profijt dat 'beheersing' van de zee opleverde. 'Al het goud van de Christenheid gaat door de handen der Venetianen' vermeld een middeleeuwse kroniekschrijver.
Napoleon nam bij zijn inval de galei in beslag in 1798 en ontdeed deze van haar gouden versieringen.
We vertrokken bijtijds uit ons hotel in Abona Terme en reden om Padua heen en via de E70 en de A57 naar Mestre.
Bij Mestre staken we de dam-brug over naar het nieuwe gebied van Venetië waar bussen en auto's geparkeerd konden worden en veerboten gereed lagen om de mensen naar de stad te vervoeren.
tegenover de aanleg kade van de veerboten was de nieuwe passagiers terminal voor de cruiseschepen. Vandaar was zelfs een monorail naar de stad aangelegd. Als je maar geld hebt!
Er stond een straffe koude wind en eenmaal aan boord van de veerboot waren er maar enkele uit de groep die een plaatsje buiten op het dek uitzochten, in de wind maar ook in het zonnetje.
gelukkig is er niemand zeeziek geworden, daar een korte stevige golfslag stond op het water van Canale delle Giudecca tijdens de vaart naar de aanlegplaats niet ver van het Piazetta San Marco.
Tijdens de vaart hadden we prachtig uitzicht op de stad en de er tegenover gelegen eilandjes.
De San Simeon Piccolo (l) en de Santa Maria Della Salute. (r)
De veerboten legden aan de Riva Degli Schiavoni, een zeer drukke wandel kade langs het water.
Hier begonnen we aan ons bezoek van Venetië.
Zie vervolg: HOOGTEPUNTEN VAN ITALIË. VENETIË. (DEEL 19)
Het centrum ligt ongeveer 4 kilometer afstand van het vasteland en twee kilometer van de open zee, de Adriatische Zee.
De eerste bouw van nederzettingen op eilandjes in een zeer moerasachtig gebied was gedurende de barbaarse invallen, toen kleine groepen vluchtelingen uit Spina, Aquileja, Adria, Altinum en Padua zich hier vestigden. In de daarop volgende eeuwen breidde de stadskern zich steeds verder uit totdat het huidige centrum ontstond dat in de rest van de wereld geen gelijke kent. Om dit te bereiken werden er meer dan 160 kanalen drooggelegd, waardoor het aantal eilanden waarop Venetië ligt werd beperkt tot 18, inbegrepen San Giorgio Maggiore en La Giudecca.
Het grootste en belangrijkste kanaal is het Canal Grande , dat met zijn 3,8 kilometer en een breedte van 30 tot 70 meter de stad in tweeën deelt, die weer verbonden zijn met elkaar door drie bruggen: de Scalzi-brug, de Rialto-brug en de Ponte dell 'Accademia. In het Canal Grande monden 45 kanaaltjes uit die bevaarbaar zijn met kleine bootjes en gondels.
De straten waarin geen gemotoriseerd verkeer is toegestaan en ook niet mogelijk is, hebben bijzonder benamingen; de "rughe" (van het Franse 'rue") en de "salizade" (van het woord "selciate") d.w.z. bestrating, in feite de eerste geplaveide straten en steegjes, terwijl de straten langs de kanaaltjes "fondamenta" worden genoemd. Dit laatste is ook weer te danken dat ze als fundament voor de gebouwen aan het water dienen. Zo zijn er nog veel meer verwijzingen.
Huisnummering kende men in het begin helemaal niet en werden gebouwen vaak genoemd naar de bewoners of bedrijfjes die er in gevestigd waren, wat vaak verwarring veroorzaakte.
In 1801 werd besloten hier een einde aan te maken en ging men over tot een vaste straat of kanaal benaming, want veel panden hadden hun ingang aan het water, en een vaste nummering in te stellen. De nummering was niet progressief, maar in zones verdeeld: de "zona de citra" (aan de zijde) en de "zona de utra" (aan gene zijde) van San Marco en Cannaregio.
Tussen 1837 en 1941 werden de gebouwen per stadsdeel genummerd en kregen de gebouwen een zwart of rood nummer. Op sommige gebouwen is de oude Romeinse nummering in de stenen uitgekapt te vinden. De Republiek Venetië werd bestuurd door de Dogen
Een van de veranderingen in de 19ee eeuw is de aanleg van een spoorbrug die met zijn lengte van 3601 meter het stadscentrum van Mestre met Venetië verbindt. De bouw duurde van 1841 tot 1846.
Ruim een eeuw later werd deze brug verbreed zodat autoverkeer ook mogelijk is voor bevoorrading van de stad. Met spreekt over de brug of over de dam, in feite zijn het allemaal stenenbogen waarvan de onderlinge ruimten zijn opgevuld. Door de open bogen kan het water vrij in- of uitstromen.
MARITIEM VENETIË EN HET HUWELIJK MET DE ZEE.
Venetië was vroeger een eigen staat met een eigen regering. De staat besloeg zelfs een groot deel van de kusten van de landen gelegen aan de oostelijke zijde van de Adriatische Zee.De Venetianen beheersen met hun vloot de Adriatische Zee, een groot deel van de Middellandse Zee en bevoeren zelfs de Atlantische Oceaan. Hun grootste vijand en concurrent was de Staat Genua en het Ottomaanse Rijk.
Zij monopoliseerden de specerijenhandel en haalden iedereen het vel over de oren, de kruisvaarders en de pelgrims naar het heilige land inbegrepen. Zij kenden twee soorten schepen met antieke lijnen: het trage bolronde koopvaardijschip en de lichte oorlogsgalei. De galeiën werden voortgestuwd met roeiriemen bemand door galeislaven, wat hoofdzakelijk gevangenen waren en veroordeelde misdadigers. Zelfs toen de oceanen hun geheimen al prijsgaven aan de zeilvaart, werd de Middellandse Zee nog bevaren door ontelbare roeivaartuigen.
Omstreeks 1300 werd de 'galea-grossa'ontwikkeld, een grote galei voor de handelsvaart. het waren schepen van 250 ton met een bemanning van 250 koppen. Deze schepen dreven handel Met Alexandrië, Beiroet en Constantinopel. Venetië breidde zijn handel imperium enorm uit. Jaarlijks voer een vloot naar Engeland en Vlaanderen.
In 1453 viel Constantinopel in Turkse handen. Daarna kondigde de ontdekking van een oceaan-route naar Indië door de Portugezen de ondergang aan van De Venetiaanse specerijenhandel en daarmee haar trotse koopvaardij vloot.
HET HUWELIJK MET DE ZEE.
Ieder jaar op hemelvaartsdag, van de 13e- tot diep in de 18e eeuw, werd de enorme galei de 'Bucentaur' te voorschijn gehaald uit de enorme loods van de grootste scheepswerf van Venetië, het Arsenaal.
Schitterend in karmozijn en goud droeg het schip, voort geroeid door 200 roeiers, geestelijken, senatoren, gezanten en de doge (de hoogste magistraat van de republiek) naar de "Bruiloft van de zee".
"Wij huwen u, O zee, als bevestiging van onze trouw en voortdurende heerschappij!"
Zo sprak de Doge van Venetië zijn verklaring uit vanaf het dek van de staatsie galei 'Bucentaur', terwijl hij een gewijde gouden ring in het water van de Adriatische Zee wierp.
Maar alle praal en krijgshaftige muziek konden het feit niet verdoezelen dat het een huwelijk uit berekening gold, Venetiaanse berekening. De 'liefde' was eenzijdig en gebaseerd op het profijt dat 'beheersing' van de zee opleverde. 'Al het goud van de Christenheid gaat door de handen der Venetianen' vermeld een middeleeuwse kroniekschrijver.
Napoleon nam bij zijn inval de galei in beslag in 1798 en ontdeed deze van haar gouden versieringen.
We vertrokken bijtijds uit ons hotel in Abona Terme en reden om Padua heen en via de E70 en de A57 naar Mestre.
Bij Mestre staken we de dam-brug over naar het nieuwe gebied van Venetië waar bussen en auto's geparkeerd konden worden en veerboten gereed lagen om de mensen naar de stad te vervoeren.
tegenover de aanleg kade van de veerboten was de nieuwe passagiers terminal voor de cruiseschepen. Vandaar was zelfs een monorail naar de stad aangelegd. Als je maar geld hebt!
Er stond een straffe koude wind en eenmaal aan boord van de veerboot waren er maar enkele uit de groep die een plaatsje buiten op het dek uitzochten, in de wind maar ook in het zonnetje.
gelukkig is er niemand zeeziek geworden, daar een korte stevige golfslag stond op het water van Canale delle Giudecca tijdens de vaart naar de aanlegplaats niet ver van het Piazetta San Marco.
Tijdens de vaart hadden we prachtig uitzicht op de stad en de er tegenover gelegen eilandjes.
De San Simeon Piccolo (l) en de Santa Maria Della Salute. (r)
Hier begonnen we aan ons bezoek van Venetië.
Zie vervolg: HOOGTEPUNTEN VAN ITALIË. VENETIË. (DEEL 19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten