donderdag 30 mei 2019

OEKRAÏNE. VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN. (DEEL 1)

         EEN LAND MET CULTUREN 

  VAN OOSTELIJKE EN WESTELIJKE

                     LANDEN. (1)


OEKRAÏNE.

Oekraïne is een land gelegen in Oost-Europa, dat wordt begrenst in het noordoosten en oosten door Rusland, in het noordwesten aan Belarus (Wit-Rusland), in het westen door Polen, Slowakije en Hongarije en in het zuidwesten door Roemenië en Moldavië. In het zuiden aan de Zwarte zee en in het zuidoosten aan de Zee van Azov.
Oekraïne is na Rusland het grootste land van Europa.
Het land heeft een oppervlakte van 603.500 km² en de hoofdstad is Kiev. 
Van de 9e tot de 13e eeuw was een gedeelte van het huidige Oekraïne met Wit-Rusland en Rusland een deel van het Kievese Rijk gevestigd, opgericht door de Varjaren uit Scandinavië, die onder andere handel dreven met het toenmalige Constantinopel. In 1240 viel het gebied ten prooi aan de Mongolen. In de 13e en 14e eeuw wist Litouwen steeds meer voormalige Russische vorstendommen ten westen van de rivier de Dnjepr onder zijn gezag te verenigen. In 1362 werd ook Kiev ingenomen. Litouwen fuseerde met Polen in 1569. De gebieden ten oosten van de Dnjepr werden in 1686 onderdeel van Rusland. Die ten westen van de rivier bleven Pools, kwamen in 1795 onder bestuur van de Habsburg en ondergingen een westerse invloed. Na de Oktoberrevolutie op 25 oktober 1917 volgden tijden de Russische Burgeroorlog verschillende regeringen in Oekraïne.
In 1922 werd het land een onderdeel van de Sovjet-Unie. Na de WO-II en de val van de Sovjet-Unie werd het land onafhankelijk en bij wijze van vriendschap moet Rusland een vlootbasis houden op het schiereiland de Krim. OP 17 maart 2014 werd op de Krim de onafhankelijkheid uitgeroepen en op 18 maart annexeerde Rusland het schiereiland.
Drie grote rivieren doorkruisen het land: de Dnjepr, tevens de langste rivier, Dnjestr en de Donets.


VLAG EN WAPEN VAN OEKRAÏNE.

De vlag van Oekraïne heeft twee horizontale banen in de kleuren blauw en geel. Dit is de civiele-, staats- en oorlogsvlag.
In feite is er niet één gebeurtenis in de geschiedenis van het land geweest die voor de twee kleuren kan hebben gezorgd. Wel hebben de kleuren in verschillende delen van het land een historische rol gespeeld. Het huidige Oekraïne ziet de kleurcombinatie als volgt: geel staat voor de uitgestrekte graanvelden onder de blauwe hemel.

Oekraïne kent ook een marinevlag. Deze vlag heeft een wit veld met daarop een blauw kruis van Scandinavië met in het linker bovenkanton de vlag van Oekraïne.
Het Scandinavisch kruis gaat vermoedelijk terug naar de Vajaren uit Scandinavië.




Het wapen van Oekraïne heeft een lichtblauw veld met daarop een gouden drietand afgebeeld.
De tekst van de Oekraïense Grondwet stelt dat de drietand het teken was van het Kievse Rijk onder Vladimir van Kiev. wat in feite een mythe is. Verder zijn hierover de nodige legenden in de omloop. Schoolkinderen wordt geleerd dat men in de drietand het Roemeense woord Volja kan lezen, dat zou staan voor "Vrijheid". 

Oekraïne kent ook een groot wapen, waarin het klein wapen centraal staat afgebeeld en de schilddragers een Roetheense Leeuw en een Zaporozje-Kozak zijn. Het schild wordt gedekt door dekkleden met daarboven een rangkroon. Onder het schild een lint met de kleuren van de nationale vlag met als grond twee graan aren en linten. 

BESTUURLIJKE INDELING VAN OEKRAÏNE.

Oekraïne in onder verdeeld in 24 oblasten (provincies). Een stad met een bijzondere status is Kiev.
Ook Sebastopol op de Krim had een bijzondere status maar is nu geannexeerd door Rusland.
De oblasten zijn in alfabetische volgorde:
Charkov met hoofdstad Chgarkov.
Cherson met hoofdstad  Cherson.
Chemelnytsky met hoofdstad Chemelnytsky.
Dnjepropetrovsk met hoofdstad Dnipro.
Donetsk met hoofdstad Donetsk.
Ivano-Frankivsk met hoofdstad Ivano-Frankivsk.
Kiev; Kirovohrad met hoofdstad Kropyvntsky; Lviv met de hoofdstad Lviv; Loehansk met hoofdstad
Loehansk; Mykolajiv met hoofdstad Mykolajiv; Odessa met hoofdstad Odessa; Poltava met hoofdstad Poltava; Rivne met hoofdstad Rivne; Soemy met hoofdstad Soemy; Ternopil met hoofdstad Ternopil; Transkarpatië met hoofdstad Oezjhorod; Tsjerkasy met hoofdstad Tsjerkasy; Tsjernihiv met hoofdstad Tsjernihiv; Tsjernivtsi met hoofdstad Tsjernivtsi; Vinnytsja met hoofdstad Vinnytsja;
Vinnytsja met hoofdstad Vinnytsja; Wolunië met hoofdstad Loetsk; Zaporizja met hoofdstad Zaporizja  en Zjytomyr met hoofdstad Zjytomyr.

VLAG EN WAPEN VAN DE OBLAST CHARKOV.

De oblast Charkov heeft een oppervlakte van 31.415 km² en in onderverdeeld in 27 rayons.
De hoofdstad is Charkov.
De vlag werd op 11 mei 1999 toegekend.
Het veld van de vlag is framboos-rood en in het midden staat het wapen afgebeeld.

Het wapen heeft een groen veld met daarop afgebeeld een esculaap en een 'hoorn des overvloed'. Rond het wapen een gebundelde krans van eikenbladeren omwikkeld met een lint in de kleuren van de Oekraïnse  vlag. Het wapen wordt gedekt door een opengeslagen boek met daarop het atoom symbool en aan iedere zijde twee graanhalmen.

VLAG EN WAPEN VAN DE HOOFDSTAD CHARKOV.

De vlag van de hoofdstad Chgarkov heeft een groen veld met daarin centraal het wapen
 Het wapen heeft dezelfde afbeelding als van de oblast.






VLAG EN WAPEN VAN DE OBLAST CHERSON.


De oblast heeft een oppervlakte van 28.461 km² en is gelegen aan de Zwarte Zee waar de landengte Perekop verbinding maakt met de Krim. De hoofdstad is Cherson.
De vlag van de oblast is op 25 oktober 2001 aangenomen.
De vlag heeft drie horizontale banen in de verhouding 1:2:1 in de kleuren lichtblauw-wit-lichtblauw. Aan de hijszijde staat het wapen afgebeeld.
Het wapen heeft een lichtblauw veld met in de top een soort triomfboog en in het midden een passer, ploeg en twee graan aren in het geel. Rond het wapen twee versieringen van ? en op een lint in de kleuren van de nationale vlag de naam van de oblast. het schild is gedekt met een soort kroon. De hoofdstad heeft geen eigen wapen en vlag.


VLAG EN WAPEN VAN DE OBLAST CHEMELNITSKI.

De oblast heeft een oppervlakte van 20.645 km².
De zuidelijke grens is de rivier de Dnjestr en de westelijke de rivier de Zbroetsj.
De hoofdstad heeft dezelfde naam als de oblast.
De vlag is verticaal in twee helften verdeeld: blauw en rood. De kleuren zijn afkomstig uit het wapen. Centraal in het midden staat het wapen afgebeeld. Het wapen heeft een sierlijke omlijsting met gouden bladeren en krullen en wordt gedekt door een opengeslagen boek.
Het blauwe veld en de zon verwijzen naar de historische streek Podelië, terwijl het rode veld een symbool is voor de streek Wolynië. Onder de zon staan twee graan aren afgebeeld.


VLAG EN WAPEN VAN DE HOOFDSTAD CHMELNYTSKY.

De stad is gelegen aan de rivier de Zuidelijke Boeg, in de historische regio Podelië.
De vlag is een banier met een lichtblauw veld met gele omranding. 
In het midden van een afbeelding van de zon staan drie elkaar kruisende pijlen, welke ook in het wapen staan.
het wapen heeft een sierlijke omlijsting en een blauw veld met drie elkaar kruisende pijlen. Wapen wordt gedekt door een torenkroon.

VLAG EN WAPEN VAN DE OBLAST DNJEPROPETROVSK.

De oblast heeft een oppervlakte van 31.974 km² de hoofdstad had oorspronkelijk de zelfde naam, maar deze werd veranderd in Dnipro in 2006.
De vlag is een banier en is net als het wapen sinds 19 maart 2002 het officiële symbool.
Vlag en wapen hebben dezelfde afbeelding; van linksboven naar rechtsonder in twee velde verdeeld door een fraaie blauwe en gouden golvende baan. Linksonder op het witte veld staat een bewapende Zaporozje-Kozak en rechtsboven in het blauwe veld staan negen gouden sterren. Het wapen wordt gedekt door een wrong met het nationale wapen omringt door gouden graan aren en aan de linkerzijde een blauw met goud dekkleed en aan de rechterzijde een rood met zilver dekkleed.


VLAG EN WAPEN VAN DE HOOFDSTAD DNIPRO.


De stad is gelegen aan de rivier de Dnjepr. Ze werd gesticht als Jekaterinoslav, vernoemd naar Catherina II van Rusland. Tijdens de Sovjet periode was de stad het centrum van de nucleaire industrie, wapens en lange-afstandsraketten.  Het was toen een gesloten stad.
De vlag heeft een wit veld met aan de onderzijde een blauwe golvende baan welke symbool staat voor de rivier waaraan de stad is gelegen.
Centraal in het witten veld staat het wapen van de stad.
Het wapen heeft een blauw veld met centraal een pijl en een sabel afgebeeld onder drie sterren. Wapen wordt omringt door linten samengebundelde eikentakken en gedekt door een kasteelkroon.


                 Zie vervolg: OEKRAÏNE. VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN. (DEEL 2)




woensdag 29 mei 2019

KABELSCHIP OF -LEGGER. (TOEN EN NU)

             TOEN ER NOG GEEN 

                      SATELLIET 

               VERBINDING WAS

EN WINDMOLEN-ENERGIE-PARKEN 

                          OP ZEE.


KABELSCHIP OF -LEGGER (VERLEDEN).

Een speciaal schip gebouwd voor het leggen  en repareren van onderzeese telegraaf- en telefoonkabels.
Het eerste schip daarvoor gecharterd was de radersleepboot 'Goliath', die eind agustus 1850 de kabel legde tussen Dover en Kaap Gris Nes voor de English Channel Submarine Telegraph Comp.
In juli 1852 legde de 'Britannia'(254 brt) de kabel tussen Holyhead en Houth en in mei 1853 was het de voormalige kolenboot 'William Hutt' (530 brt) die een kabel legde tussen Portpatrick en Donaghadee. In 1853 werd voor het eerst een schip permanent als kabellegger ingericht voor de International Telegraph Cy. Het was de raderboot 'Monarch'(1830, 215 brt). In dat zelfde jaar legde het de eerste kabel tussen Engeland en Nederland, waarbij het schip werd begeleid door de monitor Zr. Ms. 'Addder'.
De 'Great Eastern' (1853, 18.914 brt) legde in 1865 de eerste transatlantische kabel. In 1782 werd op de werf van Burmeister and Wain te Kopenhagen het eerste schip gebouwd, speciaal als kabelschip ontworpen: de 'H.C. Oersted' (749 brt), maar het eerste zeegaande kabelschip was de ijzeren 'Faraday'(5052 brt) (Rechts), die in 1874 voor Siemens Bros werd gebouwd door C. Mitchell and Co Ltd te Newcastle. Dit was een van de eerste dubbelschroefschepen.


Typische kenmerken waren het boegroer en de achtersteven, die vrijwel identiek was aan de voorsteven. Twee hellende schoorstenen stonde naast elkaar. De 'Faraday' had drie kabeltanks, elk 30 voet diep, waarvan de voorste 400 en de beide andere elk 800 mijl kabel konden bevatten. het schip legde tijdens haar loopbaan ongeveer 50.000 mijl kabel.




De in 1926 door Swan, Hunter and W. Richardson gebouwde 'Dominia (9273 brt) voor de Telegraph Construction and Maintenance Comp. was vele jaren de grootste kabellegger; hij pas in 1963 overtroffen door de dieselelektrische  'Long Lines'(11.200 brt), gebouwd door Schlieker en afgebouwd door de Deutsche Werft te Hamburg voor de American Telephone and Telegraph Co.



Dit schip kan kabels tot een lengte van 2000 mijl vervoeren. het is uitgerust met twee schroeven en twee roeren en heeft in het voorschip een dwarsschroef; dit alles om de noodzakelijke grote manoeuvreerbaarheid te verzekeren. De voorsteven is versterkt met het oog op eventuele ijsgang 

Zeer lang werden de kabelleggers uitgerust met compound of triple expansiemachines; de Italiaanse 'Salernum' van 1956 was de eerste met diesel en dieselelektrische voortstuwing. Het eerste turbineschip was de Japanse 'Toyo Maru', gevolgd door de Franse 'Ampere' (2100 brt).
In 1961 kwamen de eerste diesel-elektrische kabelschepen in de vaart: de 'Retriever' (4000 brt) van de Imperial and International Communications and Cable and Wireless Ltd. de 'Alert' (6413 brt) van de Britse General Post Office en de Franse 'Marcel Bayard' van de Franse regering.


Nederland kreeg zijn eerste kabelschip in 1905, toen de Duitse 'von Podbielski' uit 1899 en 1494 brt, van de Norddeutse Seekabelwerke A.G. door de Gouvernementsmarine werd overgenomen en herdoopt in 'Telegraaf'.
In 1924 volgde de 'Zuiderkruis' (2200 brt), gebouwd door de Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam. Beide schepen waren werkzaam in de Nederlandse wateren.
In 1948 werd voor de PTT de 'Poolster' (265 brt)  gebouwd; in april 1968 werd een groter kabelschip besteld ter vervanging van de 'Poolster'.




Kabelschepen vallen op door de enorme constructie aan de boeg, nodig voor het opvissen van de te repareren kabels.
Zij zijn voorzien van cirkelvormige opslagruimten voor de opslag van de kabels.
In het midden bevindt zich een soort afgeknotte kegel, die tot bijna aan de bovenzijde van de opslagruimte reikt.
Bij het laden van de kabel wordt aan de buitenzijde begonnen en vervolgens wordt de kabel gelegd tot de kegel op de middenas en daarna weer naar buiten.


Soms wordt tussen de verschillende lagen van de kabel dunne houten planken gelegd om te voorkomen dat de kabel tijdens de vaart zich iets zou gaan verplaatsen door het slingeren of stampen van het schip. 
In vroeger tijden toen de kabels nog met een beschermde guttapercha laag waren bedekt, waren de geïsoleerde tanks gevuld met water.
Worden de kabels over een korte afstand gelegd, dan geschiedt dit als regel over de boeg; indien het leggen over een grotere afstand geschiedt gaat dit via de achtersteven. Normaliter hebben de kabelleggers drie schijven in de klipperboeg en één op het hek voor het vieren van de kabel.

De ontwikkeling van de elektronica heeft het mogelijk gemaakt gelijktijdig tot 1200 telefoon gesprekken te voeren over een zg. coaxiale kabel, dit is een kabel waar een enkele draad zich in het hart van een metalen mantel bevindt en daar in een hoogwaardig  isolatiemateriaal is 'opgehangen'.
Het is dan noodzakelijk op afstanden van ongeveer 6 kilometer versterkers aan te brengen. 
In transatlantische kabels gaat men tot 128 gesprekken waarbij de afstand van de versterkers kan worden vergroot. Deze kabels zijn slechts 3 cm dik; de versterkers bevinden zich daarin als een soort dikke bobbels. Ze zijn uitgerust met transistors en hebben een zeer lange levensduur.
Tijdens werken aan de kabels is de kabellegger verplicht speciale seinen te voeren zowel bij dag als bij nacht, om aan te tonen dat het schip onmanoeuvreerbaar is en dus niet kan uitwijken.
Door de opkomst van de satelliet communicatie is het leggen van telefoonkabels bijna tot het verleden gaan behoren.


KABELSCHIP EN -LEGGER. (HEDEN)


Door de aanleg van de windmolenparken op zee zijn er moderne en zeer geavanceerde soorten kabelleggers ontworpen en in de vaart gebracht. Zij verzorgen de kabelverbindingen tussen de windmolens en de wal, maar ook tussen de verschillende landen welke aan zee zijn gelegen.

(Kabellegger Nexus van Van Oord.)



(Kabellegger Ndurance van Boskalis.)

Voor het leggen van deze zeekabels zijn twee grote Nederlandse bedrijven op zee aan het werk; de firma Van Oord en Boskalis. Buiten de Nederlandse bedrijven zijn er ook bedrijven uit het buitenland bij dit project betrokken.
In principe is de werking het zelfde gebleven, maar nu wordt er met een veel zwaardere kabel gewerkt dan bij de telefoon- en telegraaf verbindingen.



De kabel wordt nog steeds op een grote rol vervoerd, maar nu op het open dek.
Steeds nieuwere technieken worden uitgedacht om dit werk zo snel mogelijk te kunnen uitvoeren, zodat de mens gebruik kan maken van elektriciteit dat door wind wordt opgewekt.






zondag 26 mei 2019

GEMEENTE MAASGOUW HOE ONTSTAAN. VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN. (2)

              EEN OUDE NAAM 

                    VOOR EEN 

          NIEUWE GEMEENTE. (2)

MAASGOUW.


VLAGGEN EN WAPENEMBLEMEN VAN DE VROEGERE GEMEENTEN. (2)


HEEL EN PANHEEL.

Panheel behoort tot het kerkdorp Heel.
Panheel werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1380. Tot voor een onbekende datum tot de inval van de Franse troepen vormde Panheel een eigen schepenbank. In 1800 werd het gehucht Pol bij de gemeente gevoegd en ontstond de naam Pol-Panheel. In 1820 werd de gemeente opgeheven en ging Pol naar gemeente Wessem. Vanaf 1921 vormde Panheel en Heel een nieuwe gemeente.
In 1991 is de gemeente Heel en Panheel met Wessem en Beegden samengevoegd tot de gemeente Heel.






VLAG EN WAPEN VAN GEMEENTE HEEL.

 De vlag van de gemeente Heel had een blauw veld met daarop een horizontaal geplaatst wit kruis met de kop aan de hijszijde.
In het linker boven kanton staat op een geel veld een jachthoorn afgebeeld.
Verder betekenis is niet bekend.

Het wapen van Heel is doorsneden en in de bovenste blauwe helft staat een borstbeeld van de heilige Lambertus. In het onderste gele deel staan drie rode jachthoorns afgebeeld af symbool en het graafschap Horn. Het wapen werd op 21 april 1819 aan de gemeente Heel toegekend. Het schild is gedekt door een gravenkroon.


VLAG EN WAPEN VAN DE GEMEENTE HEEL EN PANHEEL.

De vlag heeft een geel veld met daarop een paars kruis met de kop aan de hijszijde. 
Centraal onder het kruis staat in paarse lijnen het symbool van een vestingstad afgebeeld.
Juiste betekenis is niet bekend.

Het wapen van de gemeente Heel en Panheel werd op 21 april 1819 door de Hoge Raad van Adel aan de toenmalige gemeente Heel toegekend. Op 1 januari ging de gemeente op in de nieuwe gemeente Heel-Panheel. De nieuwe gemeente heeft het wapen overgenomen.
Op een blauw veld staat het borstbeeld van Sint Helena. De schilddrager is de heilige Lambertus.
De heerlijkheid Heel was eigendom van de Patrimonium van St. Lambertus in Luik, waarvan St. Lambertus de parochieheilige was.


GEMEENTE BEEGDEN.


Beegden werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1202. het dorp ontwikkelde zich op de hogere zandgronden nabij de rivier de Maas.
Beegden behoorde tot het Land van Horn en vervolgens tot het Prinsdom Luik.
In 1676 werd Beegden uitgegeven als heerlijkheid.
In de 19e eeuw ontstond het huidige dorp langs de aangelegde dorpsstraat.
Tot 1991 was Beegden een zelfstandige gemeente.





De vlag van Beegden is verticaal doorsneden.
Aan de hijszijde op een wit veld staat een rode jachthoorn afgebeeld wat verwijst naar het Land van Horn.
De rechter helft van de vlag is horizontaal door sneden en geeft weer boven op een geel veld twee golvende lijnen voor de rivier de Maas en de hoger gelegen zandgronden. het groen staat symbool voor de bossen en weide gebieden.
Het Wapen is verticaal doorsneden en de linker helft horizontaal.
Linksboven een zilveren veld met hermelijn staarten boven een groen veld.
In de rechterhelft staan op een gouden veld drie rode jachthoorns met een zilver beslag wat verwijst naar het graafschap Horn. Het schild is gedekt met een gravenkroon.

WESSEM.


De eerste schriftelijke vermelding over de naam Wessem dateert uit 965 als villa Wishem, een kleine nederzetting.
In 1118 werd voor het eerst Wessem vermeld als stad  en moet het stadsrechten hebben gekregen.
In 1219 werd Wessem onderdeel van het Land van Horn, in 1568 kwam het toe aan Gelre, waar het behoorde bij het Overkwartier of Opper-Gelre.
Dit viel in 1579 onder Spaans gezag en later onder Oostenrijks gezag als onderdeel van de Zuidelijke Nederlanden. Gedurende de Franse bezetting hoorde het bij het Belgische departement van de Nedermaas, om in 1839, na de Belgische afscheiding, bij Nederland gevoegd te worden. Wessem was een zelfstandige gemeente tot de herindeling in 1991.


 De vlag van Wessem is verticaal en horizontaal doorsneden. In het eerste kwartier staat op een geel veld een hoorn die verwijst naar het Land van Horn. Het tweede en vierde kwartier in de kleuren groen en geel verwijzen naar de landbouw en de bossen. In de derde kwartier op een groen veld een witte fleur-de-lis wat vermoedelijk verwijst naar de Franse overheersing.
Het wapen van Wessem heeft een groen veld met veel takjes van wishout (rijshout) wat een zinspeling is op de naam "Wisheim". Centraal staat op het wapen afgebeeld de heilige Sint Medardus  met in zijn rechter hand een vlammend rood hart en in zijn linker hand een kromstaf en een wapen schild van het graafschap Horne. Onder het wapen op een zilveren lint de tekst;  Gemeentebestuur van Wessem.


THORN.

Het gebied rond Thorn was in de 10e eeuw zeer moerassig. Langs dit moeras liep een Romeinse heirbaan van Maastricht (Mosa Trajectum) naar Nijmegen (Noviomagus).
Rond 990 werd door graaf Ansfried, op een hoogte dicht bij de rivier de Maas, een stift, klooster voor benedictinessen gesticht, de Abdij van Thorn.
Tot het Land van Thorn behoorden toen Thorn, Ittervoort, Haler, Grathem, Stramproy, Beaxem en Ell.
In 1007 verkreeg Thorn markt- en tolrecht en in de 13e eeuw werden stadsrechten verleend, waarna het stadje gedeeltelijk werd omwald. Binnen deze omwalling lag een ommuurd gedeelte, de immuniteit, die toebehoorde aan de abdij. In 1645 vond een stadsbrand plaats waarbij veel woningen verloren gingen. 
Onder de Franse bezetting kreeg Thorn zwaar te lijden. De adelijke stift dames ontvluchten de stad in 1794. De gewone bevolking nam de huizen in beslag van de voormalige rijke bewoners. Om vensterbelasting die de Fransen instelden en de bevolking niet kon opbrengen  werden veel vensters dicht gemetseld. Om dit aanzien weg te moffelen werden de huizen wit gekalkt.
Hieraan heeft Thorn heden de naam; 'Het witte dorp' te danken. Bij de deling van Limburg in 1839 bleef Thorn bij Nederland. Op 25 september 1944 werd Thorn door het Belgische leger bevrijd van de Duitse bezetter. In 1973 kreeg de oude stadskern de erkenning als beschermd stadsgezicht.

De kleuren van de vlag van Thorn zijn ontleend uit het gemeente wapen;
groen-wit-blauw. In het midden staat op een klein geel schild een zwarte adelaar afgebeeld met rode snavel en klauwen. Dit wapenschild komt ook voor in het wapen van Thorn. De toenmalige vlag werd op 20 februari 1958 toegekend.

Het wapen van Thorn heeft een lichtblauw veld dat is bezaaid met gouden sterren. Centraal staat de aartsengel Michael afgebeeld met gouden vleugels, die de draak vertrapt. In zijn rechterhand een speer met kruis en goden punt om de groene draak met rode klauwen te doden. Omgord met gouden riem dragend een zwaard en in zijn linkerhand een gouden schild met de rijksadelaar. 

Het wapen volgens de registertekening van de Hoge Raad van Adel is gebaseerd op een zegel dar werd gebruikt tot 1793 en dateert uit het begin van de 15e eeuw.
Abdijvorstendom Thorn was een onafhankelijk stift, bekrachtigd door keizer Otto III. De kerk had als beschermheilige aartsengel Michael.
Als teken dat Thorn een vrije rijksheerlijkheid was stond de Rijksadelaar op het zegel afgebeeld.
Rond het ovale wapenschild staat in een witte baan met goud omrand de tekst; 'Gemeentebestuur van Thorn hertogdom Limburg'. met boven en onder een gouden zes puntige ster.
De stad Thorn voerde een ander wapen; een poort met drie zilveren torens op een rood veld, wat waarschijnlijk is aangenomen van het gelijknamige Thorn in Pruisen, tegenwoordig in Polen gelegen.