LAND VAN DE POESTA'S
EN DE GOULASH. (1)
HONGARIJE.
Hongarije is een republiek en gelegen in Centraal-Europa en wordt begrenst door de landen Slowakije, Roemenië, Oekraïne, Servië, Kroatië, Slovenië en Oostenrijk. Het land wordt van noord naar zuid doorsneden door de rivier de Donau.
Hongarije heeft een oppervlakte van 93.024 km² en de hoofdstad is Boedapest.
Het land was tot in 1848 een koninkrijk. Na de WO-II viel het onder het Sovjet-bestuur, waar het in 1956 tegen in opstand kwam. Pas op 23 augustus 1989 viel het IJzeren Gordijn en werd een jaar later de Republiek Hongarije uitgeroepen.
VLAG EN WAPEN VAN HONGARIJE.
De vlag werd officieel in gebruik genomen sinds 23 mei 1957.
De kleuren van de vlag zijn afgeleid van de vlag welke van 1848-1849 werd gebruikt door de vrijheidsbeweging, die afscheiding wenste van de Habsburgse monarchie, maar had de kleuren verticaal staan als in de Franse vlag.
De huidige vlag heeft zijn oorsprong in de 19e eeuw.
De kleuren van de vlag staan symbool voor: rood staat voor kracht; wit voor het geloof en het groen voor hoop.
Hongarije kent ook een eigen oorlogsvlag (links) en een marinevlag (rechts). beide vlaggen hebben een wit veld en zijn omringt met de kleuren rood en groen uit de nationale vlag.
De oorlogsvlag is vierkant en heeft in het midden het wapen staan omringt door een eikentak en een lauriertak.
In de marinevlag staat het wapen links aan de hijszijde zonder de groene takken.
Het Hongaarse wapen ziet er sinds de 15e eeuw er het zelfde uit en is een samenvoeging van wapens van het Huis Árpád, de stichtende dynastie van Hongarije, die voor het eerst aan het einde van de 12e en het begin van de 13e eeuw verschenen. De kroon is de Stefankroon.
Het wapen in zijn huidige vorm werd in 1990 aangenomen.
Het wapen wordt verticaal in tweeën gedeeld: in de linker helft staan vier horizontale rode en zilveren banen die symbool zouden staan voor de vier rivieren in het land; de Donau, Tisza, Drau en Sava.
In het rechter deel staan drie groene heuvels met op de middelste een gouden kroon en een patriarchenkruis in het wit op een rood veld. De drie heuvels staan symbool voor de drie berggebieden in het noorden van het toenmalige koninkrijk: de Tarta, Kleine Fatra en Grote Fatra (deze liggen heden grotendeels in Slowakije).
Het oudste element uit het wapen is het patriarchenkruis, dat van Byzantijnse invloed getuigt.
het verscheen omstreeks 1190 tijdens het bewind van koning Bélla III die was opgegroeid aan het Byzantijnse hof. Pas in latere versier verschenen de drie heuvels.
De rode en witte strepen waren het symbool van het Huis Árpád en zij werden omstreeks 1202 voor het eerst in het wapen gebruikt op een zegel van konin Emmerik.
In dit zegel ontbrak het dubbele kruis, maar stonden wel negen leeuwen tussen de witte strepen.
Op de Gouden Bul van koning Andreas II van Hongarije werden slechts zeven leeuwen geplaatst. Sinds koning Béla IV wordt weer het patriarchenkruis gebruikt.
Bij het uitsterven van het Huis Árpád kwam het Huis Anlou-Sicilië aan de macht. Dit wilde de legitimiteit van zijn macht tonen door de relatie met het Huis Árpád te tonen. Daarom gingen ook de koningen van het Huis Angevin het rood wit gestreepte wapen van de Árpáds gebruiken.
Zij combineerden dit met hun eigen wapen, zodat het leek op het huidige, waarbij de fleur-de-lys van de Angevins de plek innemen van het patriarchenkruis.
Het wapenschild met de strepen aan de linkerzijde en het kruis op de heuvels aan de rechterzijde verscheen tijdens het bewind van Lodewijk I (1342-1382).
De kroon boven het schild verscheen tijdens de regeringsperiode van
Wladislaus I (1440-1444).
In de eerste instantie was de kroon een niet-gedetailleerde beugelkroon, maar op het uit 1464 stammende zegel van Matthias Corvinus is de al enkele eeuwen oudere Stefanskroon voor het eerst boven het wapen te zien.
Uiteindelijk is de versie van het wapen in gebruik gekomen tijdens het bewind van koning Matthias II aan het begin van de 17e eeuw. het gebruik ervan werd algemeen tijdens het bewind van koningin Maria Therasia.
BESTUURLIJKE INDELING VAN HONGARIJE.
Hongarije is onderverdeeld in zeven statische regio's die weer zijn onderverdeeld in 19 gewesten
We onderscheiden daarbij ook nog drie grote gebieden waarin deze regio's zijn gelegen:
1. Grote Laagvlakte en Noord-Hongarije met de regio's Noord-Hongarije met de hoofdstad Miskolc, Noordelijke Grote Laagvlakte met de hoofdstad Debrecen en de Zuidelijke Grote Laagvlakte met de hoofdstad Szeged.
2. Midden-Hongarije met de hoofdstad Boedapest.
3. Transdanubië met de regio's Midden-Transdanubië met de hoofdstad Székesfehérvár, West-Transdanubië met de hoofdstad Györ en Zuid-Transdanubië met de hoofdstad Pécs.
De negentien gewesten (comitaten) van Hongarije en de hoofdstad Boedapest dat een aparte status heeft. Deze negentien gewesten zijn weer onderverdeeld in 175 districten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten