vrijdag 6 augustus 2021

COMPAGNIE DES MESSAGERIES MARITIMES. (FRANKRIJK)

 

             EEN REDERIJ WAARVAN 

               DE NAAM DRIE KEER 

                     VERANDERDE.


COMPAGNIE DES MESSAGERIES MARRITIMES.

De Franse scheepvaartmaatschappij werd opgericht op 1 oktober 1851 als Messageries Nationales, op 28 februari  1853 gewijzigd in Compagnie  des Servis Maritimes de Messageries Natonalis.
Op 1 augustus 1871  werd de naam nogmaals gewijzigd, nu in Compagnie Messageries Maritimes.

In juli 1851 werden diensten geopend op Italië, de Levant, Griekenland, Egypte en Syrië. 
Het bleek spoedig dat de beschikbare schepen voor diensten niet geschikt waren en binnen het jaar werd een begin gemaakt met de bouw van een eigen scheepswerf te La Ciotat.

In 1857 werd een dienst geopend op Brazilië en La Plata en vier jaar daarna in 1861 op India en Indo China.
De dienst op Australië werd in 1882 geopend en later uitgebreid tot Nieuw-Caledonië en andere Franse bezittingen in de Pacific.

In 1895 trok de Franse regering de subsidie voor de dienst op Zuid-Amerika in; hoewel deze dienst een van de oudste en meest rendabele lijnen was geweest, werd hij in 1907 gestaakt.
Daarna werd werd de dienst voor een korte tijd hervat, maar in 1912 werden de schepen op andere routes ingezet en werd dit terrein overgelaten aan de Compagnie Sud Atlantique.
Met de regering kwam men tot overeenstemming over diensten naar het Nabije Oosten, Australië en Nieuw-Caledonië, Oost-Afrika en de Levant, terwijl ook werd bepaald dat de schepen van de rederij in tijd van oorlog als hulpschepen konden fungeren.
Medio mei 1914 bestond de vloot uit 61 schepen met 288,325 brt en drie schepen in aanbouw. In de Eerste Wereldoorlog fungeerden de passagiersschepen voornamelijk als troepentransportschepen.



Na de Eerste Wereldoorlog werden de verliezen teniet gedaan door schepen van een aantal voormalige Duitse rederijen en Britse standaardschepen, terwijl op Duitse werven enkele schepen werden besteld.
De diensten van voor de oorlog werden successievelijk hervat.

Op 29 december 1920 kwam men met de Franse regering tot een nieuw akkoord, waarbij de vloot in tweeën werd gedeeld.
De nieuw opgerichte Société des Services Contractuels de Messageries Maritimes met aanzienlijke deelname van de regering, nam de passagiersschepen over en de Messageries Maritimes zelf behield de vrachtschepen. 




In juni 1926 kwam het eerste motorpassagiersschip in de vaart, de 'Théophile Gautier' van 8194 brt; de iets grotere 'Eridan' van 9927 brt volgde in 1028.
Het was het eerste Franse passagiersschip met de bekende zwarte , vierkante schoorstenen.

Al spoedig werd de vloot met nog meer motorschepen uitgebreid en medio 1939 telde de gezamenlijke vloot 42 schepen met 384.098 brt en één groot passagiersschip in de aanbouw.


Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de vloot aanzienlijke verliezen leed, werden hiaten aangevuld met Britse en Amerikaanse standaardschepen.

( ms. 'Marseillaise'.)

Het passagiersschip dat in 1940 in aanbouw was, ving op 18 augustus 1949 de eerste reis naar het Verre Oosten aan als 'La Marseillaise'van 17.408 brt.

Ook de zo uitgedunde vloot van passagiersschepen werd aangevuld met nieuwe snelle eenheden.
Het Verre Oosten was het privé terrein van het bedrijf. De 'Cambodja' was de eerste van drie nieuwe schepen die de route van het Verre Oosten van de rederij in de vijftiger jaren moderniseerden. Saigon werd al snel de tweede thuyishaven van het bedrijf. Van daaruit vertrokken de "stationnaires", schepen met een kleine tonnage, die aan de lokale lijnen werden aangeboden. Zij gingen naar Hanoi, Yokohama, Hong Kong, Shanghai, Australië en Nieuw-Caledonië.

In de Zuid-Atlantische Oceaan liep de lijn van Brazilië tot aan Montevideo. 
Minder belangrijk en minder bekend, de thuishaven was Bordeaux.
Schepen van deze lijn waren enkele van de eerste grote schepen die werden uitgerust met de nieuwe waterpijpketels, met name de Belleville-ketel met grote pijpen. De Britse
Royal Navy stuurde de Jerseyman Edouard Gaudin, die voor Frans kon doorgaan, om het gebruik ervan te onderzoeken.

Zijn rapport was van invloed op hun montage van nieuwe schepen, de Powerful-klasse kruiser HMS Powerful & Terible. '
Op 1 januari 1968 bestond de vloot uit 41 schepen met 340.745 brt. Snelle vrachtschepen werden besteld en begin 1971 kwam het eerste van de beide containerschepen, de 'Kangourou' van 26.437 brt, met een capaciteit voor 1492 20-voet containers, in de vaart.
Op 1 januari bestond de vloot uit 41 schepen met 340.745 brt.

In 1977 fuseerde de rederij met Compagnie Générale Transatlantque tot Compagnie Générale Maritime.


In 1996 werd de CGM geprivatiseerd en verkocht aan Compagnie Maritieme d' Affrètement om CMA  CGM te vormen , een containerrederij.






  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten