donderdag 11 april 2024

BOXNOOT OF VISGIFNOOT.

 

EEN NOOT ALS EEN VIERKANT DOOSJE VAN EEN BOOM WAARVAN ALLES GIFTIG IS EN DE ZADEN DODELIJK ZIJN VOOR DE VISSEN.



Wandelend over de stranden  van de Indische Oceaan is het genieten van de zon, de geur van de zee en de warme wind.
Maar ook van dat wat de zee doet aanspoelen op de stranden, kokosnoten, grillige boomstronken en omhulsels van tropische zaden, vaak geconserveerd door het zoute zeewater.
Zo ook het  gedroogde omhulsel van de 'box nut', waarvan ik toen de naam nog niet kende en deze vond na het tegenkomen van de boom op het eiland Sri Lanka.

BOXNOOT OF VISGIFNOOT.

De boxnoot of visgifnoot is een vrucht van de Barringtonia asiatica boom afkomstig uit mangrovehabitats van de eilanden in de Indische Oceaan in het westen tot tropisch Azië en eilanden in de westelijke Stille Oceaan.
In sommige landen als Indis en Sri Lanka wordt de boom gekweekt voor decoratieve en schaduwdoeleinden langs de straten. De vrucht staat bekend als Box Fruit vanwege het opvallende doosvormige vorm.
De boom kan een hoogte bereiken van tussen de zeven en 25 meter. De bladeren zijn eirond uitlopen in een punt, 20-40 centimeter lang en 10 tot20 centimeter breed. De vrucht heeft een diameter van 8 tot 11 centimeter, waarbij een dikke sponsachtige vezelige laag het zaad  met een diameter van 4 tot 5 centimeter bedekt.


De vruchten ontstaan uit de knoppen tros welke prachtige witte bloesem heeft, dunne bloemdraden welke aan het einde lila van kleur zijn. Alle delen van de boom zijn giftig voor mens en dier, de actieve gifstoffen omvatten saponinen.

De vrucht wordt op dezelfde manier verspreid als een kokosnoot als deze van de boom valt en ib het zeewater terecht komt, door de zeestroming, en is waterbestendig en drijvend. De vrucht kan zo duizenden zeemijlen meegenomen worden en ergens weer op een strand aanspoelen. De vrucht kan tot vijftien jaar drijvend overleven. Spoelt de vrucht aan en wordt door regenwater doorweekt dan zullen de zaden ontkiemen.

Het was een van de eerste planten die Anak Krakatau koloniseerden toen dit eiland voor het eerste verscheen na de uitbarsting van de Krakatau.



VISGIFNOOT.

De zaden worden door vissers tot poeder vermalen en vermengt met het visaas. De vissen die dit opeten worden verdoofd of sterven zodat ze gemakkelijk gevangen kunnen worden. De vis wordt door het gif verstikt terwijl het te consumeren vlees onaangetast blijft.



maandag 1 april 2024

GLOBE, WAT IS DAT?

 

         EEN BOLVORMIGE KAART 

VAN DE AARDE OF DE HEMELSFEER.



GEOGRAFISCHE KENNIS VAN DE AARDE EN DE HEMELSFEER.

EVEN TERUG NAAR TOEN OP SCHOOL.

Geografische kennis, was voor vele van ons het vak aardrijkskunde. Het begon met een landkaart van Nederland waarop de provincies stonden en kaarten van de provincies die werden opgehangen voor het middelste schoolbord, daar op de twee zijvakken de leraar zijn notities kon maken over de les.
Met een lange aanwijsstok moeten de leerlingen de plaatsen die werden aangewezen opdreunen.
Zo leerde je je land kennen.
In de hogere klassen kreeg je meer onderricht over de positie van de landen op de wereld, waarbij je met de hoofdsteden moest leren kennen.
Je leerde dat de wereld rond was, en op scholen stond er dan ook een globe, wat een geheel ander beeld gaf dan een opgehangen landkaart voor het schoolbord. Een Globe is dus een bolvormige kaart, ofwel een schaalmodel van de Aarde.
We onderscheiden een globe van de aarde en een hemelglobe, de laatste leerden we niet op school.

TERUG VOOR ONZE JAARTELLING.

De Atlas van Farnese die dateerd van 150 n.Chr. is een Romeinse kopie van een Grieks beeld van de god Atlas uit de mythologie, die het hemelgewelf op zijn schouder draagt. Op deze hemelglobe uit het midden van de tweede eeuw v.Chr. zijn 41 sterrenbeelden afgebeeld en is de oudste die bewaard is gebleven
Uit dezelfde periode zijn nog twee metalen hemelglobes bewaard gebleven. met een diameter van van respectievelijk 6,3 - 11 centimeter. 



DE GLOBE.

De globe een verkleinde ruimtelijke voorstelling van de aardbol of de hemelsfeer, meestal gemaakt van papier-maché of karton, overplakt met een bedrukte of beschilderde papierstroken. Soms vervaardigd uit een houten kern met een gegrafeerd messing omhulsel.
Op een globe zijn de verhoudingen in grootte, vorm en afstand tussen de meeste landen beter te representeren, wat met een platte kaart niet mogelijk is.
Echter zijn er sommige continenten die op veel ouderwetse wereldbollen niet volledig accuraat zijn gerepresenteerd, zoals het continent Afrika.

De oudste aardglobe die is behouden, de Erdapfel, (rechts) werd in 1492 vervaardigd. Deze werd vervaardigd oor Martin Behaim in opdracht van en betaald door de Rijksstad Neurenberg. Op de Erdapfel ontbreken Australië, Noord- en Zuid Amerika en Japan ligt op 1500 kilometer ten westen van Europa. Dat komt zo sterk overeen met de informatie waarop Christoffel Columbus vermoedelijk zijn reis naar Indië over de Atlantische Oceaan baseerde, dat Behain en Columbus hun kennis uit dezelfde bron moeten hebben verkregen.  Het perspectief van een hemelglobe is opmerkelijk alsof de kijker zich buiten, ofwel achter, de hemelbol bevindt.

HEMELGLOBE.

Er bestaan ook globes van de sterrenhemel, zogenaamde hemelglobes. Het bestaan hiervan wordt in de oudheid herhaaldelijk vermeld. De oudst bestaande is van Arabische oorsprong, uit 1080 en bevindt zich in Parijs.

Een hemelglobe vertoont niet het oppervlak van een hemellichaam, maar de hele hemelbol met de helderste sterren en/of andere hemelobjecten die niet lijken te bewegen ten opzichte van de aarde.


De hemelglobe vertoont dus de voornaamste sterren en sterrenbeelden, alsmede de declinatiecirkels en de ecliptica (coördinatenstelsel). De bol kan draaien in een messing van graden voorziene meridiaanring, die beweegbaar in een houten horizontale ring staat; het geheel steunen op een houten of metalen voetstuk, waarin soms een kompas in is aangebracht. De ringen worden respectievelijk gebruikt om de globe in te stellen voor de (sterre) tijd en breedte van de waarnemer; de horizontale ring is voorzien van graden, een datumschaal en een dierenriem. OP de pool van de meridiaanring bevindt zich soms een uurcirkel (24 uur) om het verschil in rechte klimming tussen twee hemellichamen af te lezen. Op de meridiaanring kan men met een buigzame koperen kwartcirkel, quarta altitudo, 90 graden, bevestigen voor het meten van boogafstanden tussen twee plaatsen.

AARDGLOBE.

De bolvorm van de aarde werd vooropgesteld door Pythagoras (580-500 v. Chr.) en de eerste globe zou zijn vervaardigd door Krates van Mallos, halverwege de tweede eeuw v. Chr.
De Grieken zouden deze reeds in het onderwijs gebruikt hebben.
Na krates van Mallos heeft in elk geval de Griekse geograaf Ptolemaeus met en aan globes gewerkt. Ptolemaeus bewees wetenschappelijk het nut van meridianen en parallellen op een globe. Hij toonde aan dat het een stelsel van geografische coördinaten opleverde waarmee plaatsen op aarde eenduidig kunnen worden weergegeven. Ook stelde hij voor globes te voorzien van een meridiaanring zodat afstanden en hoeken makkelijker afgelezen konden worden.
De constructie ie gelijk aan die van de hemelglobe. Het voordeel van de aardglobe ten opzichte van de afbeelding in het platte vlak bestaat hierin, dat hoeken, oppervlakten en afstanden natuur getrouw worden weergegeven.
(rechts een tafelglobe uit 1765, waarop een noordwestelijke doorvaart is aangegeven.)



Een nadeel is de kleine schaal, waardoor slechts een algemeen beeld verkregen kan worden.
De as van de globe loopt van de noord- naar de zuidpool. De globe werd zo georiënteerd, gekanteld en gedraaid tot de plaats van waarneming in het zenit lag. Zodoende kon men onder meer vaststellen het uur van de zonsopgang en de ondergang en een te sturen 'koers van afvaart', het grootcirkelvaren.
Globen behoren sedert de 16e eeuw tot de uitrusting van schepen.
Sectoren van de globe werden soms als kaart gebruikt.


Veel van de door de Grieken opgedane kennis raakte in het middeleeuwse Europa in verval. Van globes was dan ook zeker 900 jaar geen sprake meer. In de Arabische wereld werden nog wel hemelglobes gemaakt, maar pas vanaf de 9e eeuw. Een eeuw later wordt melding gemaakt van een hemelglobe in Europa en in 1444 zou Nicolaas van Cusa er eentje hebben aangeschaft.



Vóór 1500 waren globes unieke exemplaren, die voor één doel of één opdrachtgever werden vervaardigd. Het kaartmateriaal werd met de hand op een bol aangebracht, wat men manuscriptglobe noemt. De uitvinding van de boekdrukkunst zorgde voor verspreiding van allerlei soorten kennis, de Renaissance bracht hernieuwde belangstelling voor hetgeen de Klassieken hadden voortgebracht.
Daarnaast werden diverse ontdekkingsreizen ondernomen, die de kennis over verre oorden deden toenemen, waardoor allerlei cartografie telkens achterhaald bleek en nieuwe nodig was.
Begin 16e eeuw werden al veel kaarten gedrukt en vandaar was het een relatief kleine stap naar het drukken van kaartafbeeldingen voor globes, waarddoor men deze in serie kon gaan produceren.


Toch zijn in de 16e eeuw nog manuscriptglobes gemaakt. Een voorbeeld daarvan is de globe van Hunt-Lenox (boven), die rond 1510 werd gemaakt door een onbekende.
Op het westelijk halfrond toont de globe een groot eilandcontinent van Zuid-Amerika, "Mundus Novus" , de Nieuwe Wereld, genaamd. (rechts).
Ten noorden daarvan liggen slechts een paar verspreide eilanden.
De globe is van gegraveerd koper.

In de 16e eeuw produceerde de Duitse cartograaf Martinj Waldseemüller een kaart die op een bolvormig object kon worden geplakt, waarmee een globe werd verkregen. Tevens maakte hij een platte wereldkaart. Op beide kaarten beeldde hij als eerste het continent Amerika af.

Een andere Duitse geograaf, cartograaf en astronoom Johannes Schöner produceerde vanaf 1515 globes in relatief grote oplage.

De Vlaamse kosmograaf en cartograaf Gerard Mercator maakte naast vele landkaarten aardglobes in grote oplage. Hij was hiermee Europees marktleider. Mercator introduceerde de loxodroom op zijn globes, waarmee navigatie vereenvoudigd werd. Ook voorzag hij zijn instrumenten van een meridiaanring, een horizonring en soms een kwadrantboog waarmee hoekmetingen ten opzichte van de meridiaan konden worden uitgevoerd. In een enkel geval voorzag hij de globe van een kompas.

Voor zij die meer geld te besteden hadden werd de zakglobe gemaakt. Aan de binnenzijde van het omhulsel zijn kaarten van een hemelglobe aangebracht. De aardbol met de daarbij behorende ring was in zilver uitgevoerd.

Jodocus Hondius met zijn globe.
In de 17e eeuw vestigde zich Jacob Floriszoon van Langren een familiebedrijf in Amsterdam, op het gebied van globes, met een eerste paar in 1586.
Enkele jaren later stortten ook Jodocus Hondius en Willem Blaue zich op het vervaardigen van globes.
Beide producenten domineerden de markt tot ver in de 17e eeuw.
Veel van deze globes werden verkocht aan burgers van de groeiende middenklasse, als teken van beschaving en als statussymbool.
Daarnaast behielden ze hun functie op wetenschappelijk gebied.
In de tweede helft van de 17e eeuw verschoof het zwaartepunt van de globeproductie van de Nederlanden naar Engeland.


De Italiaanse Franciscaner monnik en wetenschapper Vincenzo Coronelli produceerde aanvankelijk manuscriptglobes, eerst een paar van 175 centimeter doorsnede voor de hertog van Parma.
Vanaf 1681 werkte hij enkele jaren in Parijs om twee enorme globes voor Lodewijk XIV van Frankrijk te maken.
Ze hebben een diameter van 384 centimeter en wegen rond de 2000 kilo elk. Ze zijn bewaard gebleven en bevinden zich in de Bibliothèque Nationale de France.
Daarna vestigde hij een werkplaats in het klooster waar hij leefde en maakte er nog zeer veel globes.

In de loop van de 17e eeuw werden er diverse wetenschappelijke instituten, zoals observatoria en academies van wetenschappen opgericht. 
Op geografisch gebied werden expedities uitgerust en door vele ontdekkingsreizen nam de kennis over de planeet sterk toe. De middenklasse van Europa hechtte waarde aan deze kennis en aardrijkskunde en astronomie werden toegevoegd aan de basisvakken van een behoorlijke schoolopleiding.
Ook de vlakke kaarten werden steeds correcter uitgevoerd voor een juiste bepaling van positie en afstanden vanaf de kust.

(Een globe uit de 19e eeuw, bedoeld voor gebruik in het onderwijs, met analemma van de zon.)

Globes werden soberder, met minder versierselen. Witte vlekken op de kaart werden wit gelaten en niet meer opgevuld met fantasiedieren en andere decoratie. Tegelijk nam de informatiedichtheid toe, met de vermelding van onder meer hoogtes en het aangeven van zeestromen en zeeroutes.

Uiteindelijk verhuisde de globe als decoratie naar de directiekamer van de scheepvaartmaatschappij, daar de vlakke zeekaarten hun intreden hadden gedaan.


Helaas is het vak aardrijkskunde ook verdwenen uit het lespakket op de scholen. Wegen- en straten kaarten zijn intussen ook verdwenen uit de auto door de opkomst van elektronische kaarten op de computer en telefoons door Google maps. Zelfs de zeekaarten zijn nu zelfs elektronisch.







dinsdag 26 maart 2024

HENRI DUPUY DE LÔME. FREGAT 'GLOIRE'.

 

EERSTE GEPANTSERDE FREGAT 

              TER WERELD.



FRANSE MARINE 19E EEUW.

De marinestaf onder het 2e Franse Rijk, Napoleon III, maakte zich zorgen na de afnemende toestand van de Franse keizerlijke marine na de Napoleontische tijd, die de verliezen van Trafalgar, Aboukir en vele andere veldslagen verlamde, plus veroverde schepen, waardoor Lodewijk XVIII een vrij bescheiden strijdmacht overliet. Sommige ervaren generaals en officieren die Frankrijk tijdens de Revolutie hadden verlaten, keerden terug, en die van de keizerlijke marine werden met argwaan bekeken totdat ze hun nieuwe loyaliteit aan het regime bewezen.


Na de revolutie en de constitutionele monarchie van 1830 werden enkele inspanningen geleverd om grote linieschepen te bouwen, terwijl het Franse rijk zijn industriële productie bleef uitbreiden en nu toegang kreeg tot nieuwe hulpbronnen dankzij zijn koloniale bezittingen.
De constitutionele koning Louis-Philippe, regeerde van 1839-1848, was er echter niet op gebrand een machtige marine in stand te houden en door 20 van de 40 houten schepen uit de eerste lijn op het droge te houden, zullen ze hun waarde niet verliezen in geval van oorlog.
Maar het was geen vervanging voor training en het creëren van een pool van bekwame officieren.


(Stoom-zeilschip 'Napoleon' 1850)

Onder het Franse 2e Keizerrijk (14 januari 1852) werd een plan om de marine opnieuw op gang te brengen bevolen door Lodewijk Napoleon Bonaparte, president sinds 1848 na de laatste revolutie.
Het eerste product van deze vernieuwing was een prototype, 's werelds eerste stoomschip van de lijn, 'Napoleon'.
Dit succes leidde tot meer conversies en herinvestering van de interesse in de marine, nog steeds zonder enig strategisch draaiboek.
In feite was de nieuwe vloot in 1870 niet in staat het land te beschermen. 

KRIMOORLOG.

Toen in 1853 de Krimoorlog begon, zette Frankrijk het grootste deel van zijn vloot in, in gezamenlijke operaties met de Britten, niet alleen in de Zwarte Zee, maar over de hele wereld, van de Oostzee tot Vladivostok. Door de Russische forten aan te pakken werd duidelijk de kwetsbaarheid van onbeschermde linieschepen tegen de nieuwste explosieven en brandgevaarlijke projectielen.

Dat is totdat de Fransen de ijzersterke drijvende batterijen van de Devastation-klasse inzetten. Ze werden speciaal gebouwd voor de aanval op de Russische kustversterkingen in deze oorlog.
Er werden er tien besteld, maar slechts vijf voltooid op de Franse scheepswerven. Alleen de eerste drie slaagden erin deel te nemen aan de aanval op Kinburn in 1855, waarbij ze van dichtbij het fort in donderde, waarbij ze veel treffers opliepen die niets opleverden.
Deze schepen van 1600- 1674 ton en 53 x 13,35 x 2,65-2,80 meter werden aangedreven door een Lae Creuzot-stoommachine van 150 pk, die een snelheid van 4 knopen per uur haalde.
Voor overtochten over langere afstanden hadden ze een zeilplan op drie masten, met 350 m² zeilen en een bemanning van 282 koppen.
Ze waren bewapend met zestien 50-ponder kanonnen met gladde loop en twee draaibaar gemonteerde 12-ponder kanonnen beschermd door ijzeren platen over de gehele lengte van de romp boven de water lijn, van 110 mm dikte.
Ze werden zo waardevol geacht dat ze alle vijf ook in de juni-juli 1859 Italiaanse oorlog, in de Adratische Zee werden gebruikt.
De Krimoorlog eindigde met het behalen van de geallieerde doelstellingen, een vredesverdrag dat feitelijk het Ottomaanse Rijk redde.
Maar de Frans marinestaf concludeerde twee dingen uit het conflict. Ten eerste een bevestiging dat stoomkracht in combinatie met een schroef de toekomst was, zoals bleek uit de tussenkomst van de 'Napoleon', die een kreupel Frans oorlogsschip uit de gevarenzone sleepte toen er geen wind was.
En de Devastation-klasse liet zien dat een gepantserd schip ongevoelig was voor batterijvuur, en omgekeerd onnoemelijk veel schade kan aanrichten aan een onbeschermd doelwit. Maar deze laatste is niet ontworpen als puur drijvende batterijen. Ze waren bijna rechthoekig van vorm, langzaam, log, hadden een korte afstand en waren totaal niet in staat om vlootwerk uit te voeren.

HENRY DUPUY DE LÔME.

Stanislas Charles Henri Dupuy de Lôme werd op 15 oktober 1816 geboren in Poemeur, nabij Lorienet in het westen van Frankrijk en overleed op 1 februari 1885 te Parijs.
Hij deed zijn opleiding aan de École Polytechnique en Ëcole Nationale Supérieure de Techniques Avancés.

Na zijn opleiding vertrok hij naar Engeland in 1842 en bestudeerde daar het ontwerp en de bouw van ijzeren schepen, met name de Great Britain. Dit was het eerste schip met een volledig metalen romp en een schroef voor voortstuwing. Het schip werd in 1843 te watergelaten en was het grootste schip ter wereld.


In 1844 schreef hij een rapport voor de Franse regering met het advies ook ijzeren schepen te bouwen. Hij ontwierp een ijzeren fregat, maar dit plan werd niet uitgevoerd.
De daaropvolgende jaren was hij actief betrokken bij het ontwerp en de bouw van de 'Napoleon'. Dit schip kwam in 1850 in de vaart, het had nog steeds een houten romp maar wel een stoommachine en een schroef voor de voortstuwing. De 'Napoleon' was 78 meter lang en 17 meter breed en een waterverplaatsing van ongeveer 5000 ton, en een vaarsnelheid van 14 knopen. Het schip was zeer actief betrokken bij de Krimoorlog in de Zwarte Zee.

La 'Gloire' 1856, gearceerde gedeelte is bepantsering.)

In 1856 werd de la 'Gloire' te water gelaten te Toulon. Dit schip was aanvankelijk ontworpen als linieschip van 90 stukken, doch werd afgebouwd als fregat van 36 stukken. Ze had een met ijzeren platen van 12 cm bekleedde houten romp wat mogelijk was aan het lagere gewicht aan geschut, en was een belangrijke schakel naar volledig ijzeren marine schepen. 


Zusterschepen waren de 'Invincible', 'Normandie' en 'Couronne'.
Door deze schepen ontworpen door Dupuy kreeg de Franse marine in de tweede helft van de 19e eeuw een aantal technologische vernieuwingen door en een voorsprong op de Britse, met het gevolg dat de Admiralty in juni 1859 opdracht gaf tot de bouw van twee gepantserde fregatten geheel uit ijzer gebouwd, de 'Warrior' en de 'Black Prince'.


LUCHTVAART.

Dupuy richtte in 1869 zijn aandacht aan het perfectioneren van een praktische bevaarbare ballon.
Hij kreeg van de Franse regering financiële steun van 40.000 franc bij het uitvoeren van de experimenten.
Het luchtschip Dupuy de Lôme was 36 meter lang, 14,84 meter in diameter, 29 meter hoog en had een totaal volume van 3.454 m³. Hij werd aangedreven door een slinger, die door 4 of 8 man werd bediend en die een snelheid tussen 9 en 11 km/u kon leveren. De mand onder de ballon kon 14 personen vervoeren.

De ballon was net klaar tot een paar dagen voor de Franse capitulatie en de eerste vlucht was op 2 februari 1872.

Op latere leeftijd werkte Dupuy aan een project voor een elektrische onderzeeër, grotendeel geïnspireerd op de experimentele resultaten van de onderzeeër Plongeur. Na zijn dood werd het project overgenomen door zijn vriend Gustave Zédé .wat leidde tot de lancering van een van de eerste elektrische onderzeeërs ter wereld, de Gymnote.







donderdag 21 maart 2024

ROBERT FULTON MARITIEME UITVINDINGEN.

 

STOOM ALS VOORTSTUWING

   EN VAREN ONDERWATER.





ROBERT FULTON.

Fulton werd geboren op 14 november 1765, in Little Britain, Lancaster County, Pennsylvania, Verenigde Staten van Amerika en overleed op 24 februari 1815 te New York.
Hij was een Amerikaans schilder, uitvinder en ingenieur, vooral bekend door het toepassen van stoomvermogen in de scheepvaart.
Fulton  legde reeds in zijn prille jeugd een grote belangstelling aan de dag voor tekenen, techniek en mechanica. 
Verkoos aanvankelijk een kunstenaarsloopbaan: hij schilderde portretten en miniaturen.  In 1793 verminderde zijn artistieke bedrijvigheid en wijdde hij zich aan de werktuigbouw.
In 1796 publiseerde hij een werk over kanaalbouw.
Tijdens zijn verblijf te Parijs van 1796 tot 1806, experimenteerde hij met stoom als drijfkracht van schepen.
Hij ontwierp de eerste stoomboot, deze voer in 1803 op de rivier de Seine. Fulton wilde het ontwerp aan Napoleon Bonaparte verkopen, maar deze zag de waarde van de uitvinding niet in.

 Reactie van Napoleon, over Fultons stoomschip: Jij zou een schip tegen winden en stromingen in laten varen door een vreugdevuur aan te steken onder haar dek? Ik heb geen tijd voor zulke nonsens.

( De 'North River Steamboat of  Clermont' 1807)

Teruggekeerd in Amerika bouwde Fulton een andere stoomboot, de Clermont, waarmee hij in 1807 op de rivier de Hudson voer.
In 1811 volgde zijn tweede boot, The North River en deed mee aan de eerste stoombootrace tussen Albany en New York op de Hudson.
De North River en een andere deelnemer aan de race, de Hope, botsten echter op elkaar, waarmee de race voortijdig eindigde bij het plaatsje Hudson.


NAUTILUS.

Fulton ontwierp de onderzeeër Nautilus tussen 1793 en 1797, in de periode dat hij in de Franse Republiek woonde, welke in 1800 voor het eerst werd getest. Hoewle voorafgegaan door het schip van Cornelis Drebbel uit 1620 en de Turtle van David Bushell, vaak beschouwd als de eerste praktische onderzeeër.



Hij stelde tevergeefs aan de Directory voor om de bouw ervan te subsidiëren als middel om de Franse marine dominantie te verzekeren. Deze poging mislukte en hij richtte zijn volgende voorstel aan de minister van Marine, die hem toestemming verleende om te bouwen.

Fulton bouwde de eerste Nautilus van koperen platen over ijzeren ribben op de Perrier-scheepswerf in Rouen.
Deze kreeg een lengte van 21ft 3 in. (6,48 m) en 6 ft 4in (1,93 m) in de balk.
De voortstuwing werd verzorgd door een handbediende schroef.



De holle ijzeren kiel was de ballasttank van het vaartuig, ondergelopen en geleegd om het drijfvermogen te veranderen. Twee horizontale vinnen, duikvliegtuigen in moderne termen. op het stompe horizontale roer gecontroleerde duikhoek.
Over het geheel genomen leek de Nautilus op een moderne onderzoeksonderzeeër, zoal de NR-!, met een traanvormige romp.
Het ontwerp omvatte een observatiekoepel, die qua uiterlijk, zo niet functioneren, enigszins leek op de commandotoren van de latere onderzeeërs. Eenmaal aan de oppervlakte zou een waaivormig opvouwbaar zeil kunnen worden ingezet, dat doet denken aan de zeilen die populair zijn op de Chinese jonken. Lucht, buiten de lucht die in een vat zit, zou kunnen worden aangevoerd door een snorkel die is gemaakt van waterdicht leer.
 
De Nautilus was in principe ontworpen om een zeemijn, "karkas" genoemd door Fulton,  te slepen en in contact te brengen met een vijandelijk schip. Deze "karkassen"waren koperen cilinders van verschillende grootte die tussen de tien en tweehonderd pond buskruit konden vervoeren.

Een apparaat (C) boven op de koepel (B) dreef een scherp oog in de vijandelijke houten romp.
De onderzeeër liet vervolgens zijn mijn (D) los en liet de sleeplijn door het oog gaan. De onderzeeër verwijderde zich snel wegwanneer de lange sleeplijn welke door het oog was geleidt. Door het wegvaren zou de mijn de romp van het schip raken en door een ontsteker, een pistoolslotmechanisme, ontploffen.

De eerste testduiken van de Nautilus waren in de rivier de Seine bij Rouen, in het Saint-Gervais-dok, beginnend op 29 juli 1800.
De test waren allemaal succesvol, maar de rivierstroming verstoorde sommige tests, dun nam Fulton de boot mee naar Le Havre om er aan te werken in het rustige zoute water van de haven.
Hij testte met een kaars de luchtcapaciteit in de ruimte en ontdekte dat de vlam van de kaars de luchtcapaciteit van de snorkel niet uitdaagde.
Hij testte verder de snelheid van het vaartuig door zijn twee mannen die de schroef aanzwengelden tegen twee mannen in een roeiboot aan de oppervlakte. De Nautilus legde het parcours van 110 meter twee minuten sneller af dan de roeiers in de roeiboot.
Zo veranderde hij ook de schroef in een schroef met vier schoepen, zoals een windmolen, en paste hij het roer aan.
Hij ontdekte dat kompassen ook onder water werketen als aan de oppervlakte.
De eerste proef met een "karkas" vernietigde een sloep van 12 meter, geleverd door de Franse Admiraliteit.


                                                                      (Gedenkplaat te Rouen.)

Op 3 juli 1801 bracht Fulton in Le Havre de herziene Nautilus naar de toen opmerkelijke diepte van 25 voet (7,5 meter). Met zijn drie bemanningsleden en twee brandende kaarsen bleef hij een uur onderwater. Door een bol toe te voegen van 5,7 m³ met zuurstof wist hij de tijd onder water te verlengen met vier en een half uur. Ondanks de vele succesverhalen van betrouwbare getuigen, zoals de prefectmarinier van Brest, toonde Napoleon geen belangstelling en noemde Fulton een oplichter en charlatan. Fulton verliet Frankrijk en ging naar Engeland.



                                              (Reconstructie van de eerste Nautilus.)

BRITSE NAUTILUS.

Hoewel de Engelsen wisten dat de Fransen geen interesse in Fultons onderzeeër, wilden ze er voor zorgen dat een man met Fultons talenten aan hun kant stond door hem 800 Britse ponden te bieden om naar Engeland te komen en voor hen een tweede Nautilus te ontwikkelen.
De overwinning bij Trafalgar maakte zijn werk overbodig, en hij werd steeds buitenspel gezet totdat hij in oktober 1806 gefrustreerd naar Amerika vertrok.
Uit papieren die pas in 1920 werden gepubliceerd blijkt dat zijn Britse Nautilus 11 meterlang, drie meter breed en een bemanning van zes personen zou moeten hebben. Het vaartuig zou bevoorraad kunnen worden voor twintig dagen op zee. Het bovenoppervlak was voorzien van 30 "karkas"- compartimenten. De romp moest een zeegaande sloep imiteren met een conventioneel ogende mast en zeilen die konden worden neergelaten en losgelaten om onder te dompelen. De tweebladige schroef, die nog steeds met de hand werd bediend, klapte uit het water toen ze aan de oppervlakte kwam om de weerstand te verminderen. Bij onderdompeling kwam frisse lucht door twee gestroomlijnde ventilatiepijpen en licht uit de commandotoren. Niets van dit ontwerp is echter nooit gebouwd.

FULTONS OORLOGSSCHIP DE 'DEMOLOGOS'.

OP 9 maart 1814 gaf het Amerikaanse Congres toestemming voor de bouw van een stoomoorlogsschip, ontworpen door Robert Fulton. Het zou het eerste oorlogsschip zijn dat door een stoommachine werd voortgestuwd.
De bouw van het schip begon op 20 juni 1814 op een particuliere werf van Adam en Noah Brown, en het werd op 29 oktober te water gelaten.
Na proefvaarten werd het schip in juni 1816 overdragen aan de Amerikaanse marine.
Het schip heeft nooit een formele naam gekregen; Fulton noemde het Demologos, hoewel het schip na zijn dood in februari 1815 de naam Fulton kreeg.
De Demologos was een drijvende houten batterij van 1450 ton, lengte 46,69 meter, breedte 18 meter en een diepte van 4 meter, bewapend met 30x32 ponder kanonnen en 2 100-ponder Columbiads om vijandelijke schepen onder de waterlijn te kunnen beschieten. Het schip werd gebouwd om de haven van New York te verdedigen tegen de Brits Royal Navy. Tegen de tijd dat het schip voltooid was, was de oorlog waarvoor ze was gebouwd beëindigd. Het schip maakte slechts één dag van actieve dienst mee, toen ze president James Madison meenam op een rondreis door de haven van New York. Op bevel van haar eerste commandant, kapitein David Porter, werd een tweemaster latijntuig toegevoegd. In 1821 werden haar bewapening en machines verwijderd.
Ze werd reserve; na 1825 diende ze als drijvende kazerne voor de Brooklyn Navy Yard.
Op 4 juli 1829 kwam er een einde aan haar bestaan bij een buskruit explosie, terwijl ze voor anker lag en waarbij een officier en 47 zeelieden om het leven kwamen.


De Demologos had een uniek ontwerp. Een catamaran, het scheprad zat ingeklemd tussen twee rompen. Elke romp was 1,5 meter dik geconstrueerd ter bescherming tegen geweervuur.
De stoommachine, één cilinder 120 pk, die onder de waterlijn in een van de rompen was gemonteerd kon onder gunstige omstandigheden een snelheid van 5,5 knopen halen.
Hoewel ontworpen om 30 32-ponder kanonnen te vervoeren, 24 bakboord en stuurboord, 6 voor en achter, had de marine moeite om voldoende kanonnen te bemachtigen, en een wisselend aantal werd gemonteerd terwijl ze daadwerkelijk in dienst waren.

Het ontwerp van Fulton loste een aantal problemen op, door het schoepenrad centraal te plaatsen, ingeklemd tussen twee rompen en het zo beschermde tegen geweervuur.
Tevens kon het schip over de volledige breedte kanonnen monteren.
Helaas was het schip niet geschikt om bij hoge zeeën te varen.
Zij was het uiteindelijk dat de doorslag gaf om de oorlogsschepen in de toekomst te voorzien van mechanische voortstuwing.