woensdag 30 november 2022

MELINDJOE-BOOM EN VRUCHTEN.

 

        VAN DE VRUCHTPIT 

WORDT EMPING GEMAAKT.





MELINDJOE.

De melindjoe, in het Latijn Gnetum gnemon, in het Indonesisch melinjau of belinjau en in het Balinees melinjo of meninjo, is een groenblijvende , tot 10 meter hoge boom met een slanke vorm.
De boom is dicht vertakt. De stam heeft halvemaanvormige bladknopen, die als ribbels uitsteken.
De Melindjoe komt van nature voor in Oost- en Zuidoost-Azië en groeit op Bali in het wild in de bosgebieden. 

De tegenover elkaar staande bladeren zijn dun, leerachtig, glanzend, donkergroen aan beide zijden en gaafranding. Een bladsteel telt twaalf bladeren. Ze zijn lancetvormig, toegespitst en tot 30 centimeter lang en  8 centimeter breed.

De kleine bloemen zitten tot in 10 centimeter lange trossen, die in de bladoksels staan.

De vruchten zijn tussen de 1,8 bij 3,5 centimeter groot en hebben de vorm van olijven.

De harde, leerachtige schil is zo'n een millimeter dik, en rijpt van groen via geel naar donkerrood.

 De kern van het zaad is wit, nootachtig van consistentie en smaakt bitter. Ze zijn rijk aan zetmeel, mineralen, caroteen en vitamine C.


Uit het vezelige schors van de boom kunnen hoogwaardige , zeewaterbestendige touwen, netten en vissnoeren worden gemaakt.

De bladeren en de vruchten worden in Indonesië gebruikt in gerechten, zoals de sajoer lodeh. Van de zaden wordt emping gemaakt.


Als het witte omhulsel van het zaad is verwijderd heeft dit nog een lichtbruin omhulsel, wat na verwijderd te zijn ivoorkleurig aan doet.
De gespleten noot heeft veel weg van een pindanootje. Van wat nu over is van de het zaad, wordt gepoft, geplet en gedroogd.
Het gedroogde deel wordt tenslotte heel even in olie gebakken, en men heeft emping. Emping bestaat vooral uit zetmeel, vetten en eiwitten. het product heeft een licht bittere smaak, waarop men wat zout kan strooien. Er bestaat ook een zoete, hete variant die emping balado wordt genoemd.





LANGSATBOOM & VRUCHTEN.

 

   TROSSEN GOUD-GELE VRUCHTEN

          HANGEND AAN DE STAM 

              EN DIKKE TAKKEN.




LANGSAT.

De langsat, in het Latijn Lansium domesticum, is een lid van de Meliaceae familie en heeft zijn oorsprong in het zuiden van
Thailand en het westen van Malesië.
In Indonesië spreekt men van de duku (uitgesproken als doekoe) en op Bali van ceroring.
De boom is groenblijvend, met een hoogte van 10 tot 15 meter, met een maximale hoogte van 30 meter.
De dikke stam van de boom is gegroefd, met roodbruin of geelbruin schors en heeft vaak planwortels.


            ( Plankwortels van de kapokboom.)


De boom bevat harsachtig melksap (latex).
De tegenoverstaande bladeren zijn oneven geveerd en 30 tot 50 centimeter lang.
De vijf tot negen deelblaadjes zijn 9 tot 20 centimeter lang en 5 tot 10 centimeter breed, ovaalvormig en kort toegespitst, leerachtig, aan de bovenkant donkergroen, glanzend en kaal en aan de onderkant lichtgroen, dof en kaal of juist lichtbehaard.


De tweeslachtige bloesems groeien in on- of vertakte, tot 30 centimeter lange bloeiwijzen die solitair of in groepen aan de stam en de dikke takken groeien.

De vruchten met een diameter van 2,5 tot 7 centimeter, die op een vergrote uitvoering van de niet-verwante longan lijken, de Dimocarpus longan, groeien dicht opeen in trossen.

De fluwelige, gelig-bruine schil heeft een dikte van zes millimeter.

De vrucht bestaat uit vijf of zes kamers, die elk met sappige glazige witte zaadmantels zijn gevuld; één tot drie zaadmantels omsluiten een tot 2,5 tot 2 centimeter groot, boonvormig zaad.

Op Bali zijn in de maand augustus deze vruchten op iedere markt verkrijgbaar. Met grote hoeveelheden is het op de markten te koop, maar zijn door het aanzien van de gele schil met bruine spikkel, niet direct het fruit dat de buitenlandse toerist zal kopen. De bomen groeien hier op de zijden van de heuvels beneden de 600 meter boven de zeespiegel in het noorden van het eiland.

Het fruit is eenvoudig te eten, door met de vingers de schil eraf te pellen, het zaad te verwijderen, en het vruchtvlees te eten.

We onderscheiden twee soorten langsat of duku:

De gekweekte duku behoort tot Lansium domesticum variëteit domesticum. De boom ie vertakt. De vruchten van de duku zijn eivormig, groter, dunschillig, relatief latax-arm en smaken zoet.

Daarnaast bestaat ook Lancium domesticum variëteit pubescens. De boom is slank, open vertakt en heeft harige takken. De vruchten ven deze variëteit zijn rond, dikschillig, latex-houdend en hebben een zurige smaak.

De gedroogde schillen van het fruit, geven wanneer ze gebrand worden een aromatische guur en worden gebruikt bij de Javanen om de muggen te verdrijven, maar niet te doden.








dinsdag 29 november 2022

KALIASEM-BOOM & FRUIT.

 

FRUIT DAT PLAATS MAAKTE 

VOOR GEÏMPORTEERD FRUIT.





KALIASEM.

Kaliasem is een fruitboom die behoort tot de guavestam of Myrtacea afkomstig uit Indonesië.
De Latijnse naam is Eugenia polycephala, in het Indonesisch heet de vrucht gowok en op Bali spreekt men van de kaliasem.
Er is geen Engelse benaming voor de vrucht.
De boom die in het wild niet voorkomt, werd vroeger in de tuinen geplant.
Tot in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw was het fruit nog op de markt te koop, maar dat zijn heden zoete herinneringen aan het verleden, nu zijn de bomen en hun fruit zeldzaam te vinden, daar zij plaats hebben gemaakt voor geïmporteerd fruit uit andere tropische- en subtropische landen.

De boom is van middelgrote met een hoogte van acht tot twintig meter en een volwassenstamdikte van 50 centimeter diameter.




Het enkele blad is ovaal van vorm met een bladlengte van 17 tot 25 centimeter en een breedte van ongeveer 6 tot 7 centimeter.
De boom heeft een pluimvormige bloeiwijze met een witte bloemkroon en veel meeldraden. 

De vrucht kent vele namen, waaronder; kupa, gowak of gowok, dompyong in het Javaans en kaliasem in het Balinees.
Gowok wordt meestal gebruikt voor het fruit op de markt en om vers te eten. De vrucht wordt ook gebruikt om in salades te bereiden.
De vrucht is iets ovaal van vorm, aan de steeltop afgeplat, 2 tot 3 centimeter groot en bloemblaadjes nog aan de punt bevestigd. De kleur van de schil is roodpaars en het vruchtvlees wit, wat veel sap bevat met een zoetzure smaak.
In het vruchtvlees ligt een roodbruine zaadpit. 

Het hout van de boom is roodachtig en geliefd voor de bouw van meubels.
De boom biedt door het brede bladerendak schaduw en wordt daarvoor alleen nog geplant voor schaduw boven de salak plantages.

De kaliasem-plant bevat saponinen en flafonoide, in de bladeren en de vruchthuid, en polyfenolen in het schors. Het fruit bevat polyfenolen en saponinen die maagzweren en huidziekten kunnen verwijderen en kan gebruikt worden als een kruidengeneesmiddel om maagzweren, schurft en jeuk te behandelen.

note: Kaliasem is ook de naam van een bestuurslaag in het regentschap Buleleng in Noord-Bali.




zondag 27 november 2022

KEPUNDUNGBOOM EN VRUCHTEN.

 

 EEN WOONWIJK IN JAKARTA 

    KREEG DE ZELFDE NAAM 

 IN HET JAVAANS "MENTENG".




KEPUNDUNG.

De kepundung is een fruitboom afkomstig uit Zuidoost-Azië, verspreid via Thailand, het Maleisische schiereiland, Sumatra, Java, Nusa Tengara, Kalimanta, inclusief Sarawak, brunei en Sabah, Sulawesie tot de Molukken.
De plant  groeit in het wild, ook gewild in tuinparken, op een natte tropische ondergrond. Komt tot een hoogte van 1100 meter boven zeeniveau.
De kepundungboom kan een hoogte bereiken tussen de vijftien en vijfentwintig meter. De boom heeft een dichte maar onregelmatige bladerenkroon.
De bladeren zijn langwerpig-eirond, en zijn 7 tot 18 centimeter lang en 3 tot 7 centimeter breed.
De bladsteel heeft gevarieerde lengte van een halve tot vierenhalve centimeter. Het blad is bovenop glanzend groen.
Op Bali spreekt men van de kepundung, maar op Java over de menteng. Menteng is het betere staddeel van Jakarta, waar voornamelijk ambassadepersoneel woont in fraaie huizen met een tuin er omheen.




De bloeiwijze is op oude stengels of takken.
Mannelijke bloemen in groepen  van 5 tot 12, samengesteld uit bloemen in groepen van drie, parapluvormige vork, dicht behaard, zeer klein van formaat, bladeren met 4 tot 5 bloemblaadjes, en 4 tot 8 meeldraden.

De vrouwelijke bloeiwijze is het bostype, boslengte 10 tot 20 centimeter, bloemknoppen afzonderlijk of in groepen, vrij groot van formaat, vijf bloemblaadjes, 3 tot 4 eierstokken.




De vrucht groeit dan ook in trossen aan de stam en de oude takken.
De vrucht, waar in weer verschillende soorten bestaan, is een capsuletype, 2 tot 2,4 centimeter in diameter, kleur geelachtig groen of roodachtig groen als ze rijp is, de pulp is wit of rood De zaden in de pulp zijn geel of rood. 
Kepundung-fruit is een fruit voor verse consumptie. 



Bij de Balinezen is het fruit zeer geliefd als een snack, maar om een of andere reden is het nooit aangeslagen bij de buitenlandse toeristen. Het is in hotels niet verkrijgbaar, maar in het droge seizoen is het op de markt in grote bossen verkrijgbaar. De pulp heeft een smaak die tussen scherp en zoet ligt.
De lokale bevolking gebruikt het sap van de vrucht bij een oogontsteking.





zaterdag 26 november 2022

JAVA-PRUIMENBOOM EN VRUCHTEN.

 

            DJOKO ZAG EENS 

           PRUIMEN HANGEN,

          PAARS ALS OLIJVEN, 

           MAAR DAN GROOT. 



JAVA PRUIM.


De heerlijke, olijfachtige  vrucht groeit  in een hoge boom. De boom is veel voorkomend op Java, maar ook op Bali.
De vrucht is zo geliefd, dat het een object is voor de jeugd om de vruchten eruit te halen door middel van een slinger en een steen.
Zelfs taxi chauffeurs zien het als een tijdverdrijf terwijl ze wachten op klanten bij een hotel, waar deze bomen vaak op de oprit staan.
De boom kan zeker tien meter hoog worden met een brede kruin van groene bladeren, die ovaal vormig zijn en glad.

De Java-pruim is veel voorkomend op Bali en vooral in het zuiden en aan de voet van de bergen.
de boom draagt vruchten in het begin van de regenperiode, gedurende de eerste weken van november.
De vruchten hangen als kersen hoog aan de takken.

Het seizoen duurt niet langer dan een week, in die tijd zijn de markten overvloed met de pruimen in manden, maar een week later zijn ze niet meer te krijgen.
Het is een vrucht die zodra hij geplukt is, ook moet worden gegeten. 

De rijpe Java pruim is erg diep purple tot bijna zwart van kleur, met een glimmende zachte schil. Als de vrucht rijp is en de pit is verwijderd is ze gemakkelijk te verwerken in een blender. De juice heeft dan een grapefruit achtige smaak.
Het zaad is gelegen in het midden van de vrucht en heeft een diep rode kleur, die gemakkelijk is weg te wassen.
De vrucht heeft als deze nog niet rijp is een hoog tannine gehalte wat rimpels in de mond geeft. De rijpe vrucht heeft een plezierige zoete smaak.

De pruimen zijn tegenwoordig ook gedroogd in de toko's te koop.


 Het sap van de vrucht vermengd  met dat van de bladeren en het schors van de boom, en het poeder van de zaden wordt algemeen gebruikt tegen buikklachten en diabetes. Het poeder van de zaden wordt speciaal gebruikt bij zweren.





vrijdag 25 november 2022

SCHROEFPALM & HALA FRUIT.

 


EEN VRUCHT OPGEBOUWD 

       UIT SEGMENTEN.




GEURENDE SCHROEFPALM.


Toen ik in 1987 voor het eerst kennis maakte met het eiland Bali, logeerde ik in het hotel Angrek Inn aan de boulevard van Kuta.
De scheiding tussen de enigszins verharde weg en het strand, was een brede rij met schroefpalmen, eer men het strand bereikte.

De schroefpalm, Latijnse naam Pandanus tectorius, waarvan het geslacht bestaat uit ruim zeshonderd andere soorten, is een plant die tien meter hoog kan worden. De plant wordt ondersteund door steunwortels, die hem stevig in de bodem verankeren. De oorsprong van de plant ligt in Oceanië. het is een eenzaadlobbige plant.


De bladeren zijn meestal 90 tot 150 centimeter lang en vijf tot zeven centimeter breed en hebben een gezaagde kant.

Het is een overblijvende plant die groeit in warme, vochtige gebieden. De aarde waarin de plant groeit moet vochtig zijn, wat er op duidt, dat deze aan een zeestrand toch zoetwater weten te vinden in de bodem.

Aan deze palmen groeien vruchtverbanden, welke men in het Spaans hala fruit noemt, en in het Indonesisch buha hala. 



De bloemen groeien apart in vrouwelijke bolvormige bloeiwijzen (links en midden) en mannelijke in 60 centimeter lange bloeiwijze (rechts).

De vruchtverbanden van de geurende schroefpalm zijn rond, tot vijfentwintig centimeter in diameter, kleurend van groen naar rood en oranje als de vrucht rijp is en eetbaar.
De vrucht is opgebouwd uit veertig tot tachtig groepen van vijf tot elf vruchtjes. De afzonderlijke delen, puntige uitsteeksels, van de vrucht zijn wigvormig en hebben een buitenste vezelig omhulsel.
De vrucht bevat één of meerdere zaden.
De bladrozetten van de vruchten hebben een diameter van ongeveer twintig centimeter en lijken wel wat op die van een ananas.
De vrucht is gezond en kan zo uit de hand worden gegeten of worden gekookt.
In Micronesië, vooral op de atollen in dat gebied is de vrucht een belangrijke voedingsbron.
In vroegere tijden werden in dit gebied van de bladeren dakbedekkingen en vrouwenrokken gemaakt.

De vezels van de schil worden gebruikt als een natuurlijke tand-flos.
De bladeren kunnen worden gebruikt om gerechten zoeter te maken of voor het bereiden van kaya jam (kokos jam).
Ook wordt van deze bladeren gezegd dat ze geneeskundige eigenschappen zouden bezitten, middel tegen hoofdpijn of het versterken van het afweersysteem. 





CUSTARDAPPELBOOM & VRUCHTEN.

 


EEN VERZAMELNAAM VOOR

 DEZELFDE VRUCHTEN UIT 

          DE WEST-INDIES.



CUSTARD APPEL.

De custardappel ook wel ossenhart genaamd, Latijnse naam Annoma reticulata, groeit aan een boom die een hoogte van tien meter kan bereiken, maar in feite maar smalle bomen zijn. Het is een bladverliezende boom in droge tijden.
De boom heeft haar oorsprong van nature op de Caraïben in Midden-Amerika.
In de Oude Wereld treft men deze boom weinig aan en is pas bij het ontdekken van de Nieuwe Wereld bekend geworden.
Ook deze boom is vermoedelijk door de Spaanse kolonialisten naar het Verre Oosten gebracht.

Opvallend is dat deze boom goed groeit op het droge schiereiland van Bali, Bukit Badung, waar het fruit rijp is in de maand september.

De naam "custardappel" is een feite een verzamelnaam voor de verschillende soorten van deze vrucht, die ook ieder een eigen schilkleur hebben.

Deze verzamelvruchten hebben ook ieder hun eigen bloesem, die ook weer varieert in kleur. 

De afwisselend geplaatste bladeren tot een grote van 20 bij 5 centimeter grote, staan verspreid en zijn lancetvormig en gespitst, leerachtig met een zwakke glans en hebben een gave rand en zij n kaal.
De bloemen groeien in hangende trossen van twee tot tien stuks.



Zoals alle soorten uit het geslacht Annoma bestaat ook deze soort uit verzamelnamen die uit vele vergroeide vruchtbladen bestaan, wat bij deze vrucht op basis van de weinig gestructureerde schil en de homogene pulp niet makkelijk te zien is.
De vruchten zijn  appel of hartvormig en bij de steel ingedeukt.
De vrucht wordt tot 8 tot 13 bij 8 tot 16 centimeter groot.
De een millimeter dikke schil is hard en hobbelig en glanzend, rijp zachter, goudgeel of oranjerood van kleur, vaak met zwartbruine vlekken.




De boom draagt vanaf het vierde jaar tot 45 kilogram vruchten.
Op de markt ziet men vaak overrijpe, lelijke bruine vruchten die als handfruit het lekkerst zijn.
Rijp is het witte vruchtvlees melig, fijnkorrelig pappig, weinig sappig en aromatisch-zoetzuur van smaak.
Aangesneden vruchten worden snel bruin.
De vrucht bevat veel zaden met een grote van 1,2 centimeter.
Buiten de vrucht zijn alle delen van de plant giftig. 
 










donderdag 24 november 2022

ZUURZAK.

 

       OORSPRONG IN HET 

       CARIBISCH GEBIED 

   EN CENTRAAL-AMERIKA.




ZUURZAK.


De boom, de Annona muricata in het Latijn, vindt zijn oorsprong in het Caribische gebied en Centraal-Amerika.
Vermoedelijk is de boom door Spaanse kolonisten naar de Filipijnen gebracht en is daar vandaan in Indonesië terecht gekomen.
De naam zuurzak kreeg het fruit van de Nederlandse kolonisten in Indonesië, en staat in Indonesië bekend onder de naam sirsak en op Bali onder de drie namen sekaya cina, sakaya en srikaya.
Op Bali komen de bomen rijkelijk voor, niet op plantages, maar gewoon langs de weg of in de huistuinen. 

Het is een groenblijvende, diep vertakte, tot tien meter hoge boom met roestkleurig behaarde jonge takken. Het schors van de stam is bruin met grijze vlekken.
De ovaal vormige, gaafrandige bladeren staan uitgespreid en zijn tot 7 bij 20 centimeter groot, en hebben een bladsteel van één centimeter lengte
Van boven zijn de bladeren donkergroen en glanzend en van onderen lichter groen of dof.



De bloemen van de boom zijn tweeslachtig.
Ze groeien in paren direct aan de stam of takken of solitair aan korte bloemstellen.

De bloemen hebben drie schutbladeren en vanuit het midden ontstaat de vrucht.



De vrucht van de zuurzak is peervormig en vaak licht gekromd.
De vrucht wordt 20 tot 35 centimeter groot en kan zeker zes kilo wegen.
De donkergroene, wittig-groen gespikkelde schil vertoond een ruitjes patroon; ieder ruitje draagt een zachte tot een centimeter lange kegelvormige, gebogen stekel.
Het vruchtvlees is sneeuwwit, volrijp zeer zacht, vezelig-pappig, sappig en zoetzuur van smaak.
Is de vrucht een maal opengesneden en opengesteld aan de buitenlucht, dan wordt het vruchtvlees snel bruin.
De vruchten bevatten veel zaden van 1 tot 2 centimeter grote.
De vrucht wordt vaak gebruikt om een frisdrank en ijs van te maken.



MEDICINAAL GEBRUIK.

De bladeren van de zuurzak worden traditioneel gebruikt als medicijn tegen hoge bloeddruk.

Verder zijn er onderzoeken gaande, dat de vrucht een gunstig effect zou hebben tegen borstkanker en het voorkomen van atypische vorm van de ziekte van Parkinson. Het zou verklaard kunnen worden door de aanwezigheid van annonacine in zuurzak, wat een sterke complex 1-remmer is van mitochondrieën.