.png)
WERD REEDS GEKWEEKT
DOOR DE
MESO-AMERIKAANSE STAMMEN.
AVOCADO.
De boom draagt spiraalsgewijs ingeplante bladeren, met een sterk variabele, ovale tot langwerpige vorm van twaalf tot vijfentwintig centimeter lang. De bladeren hebben korte stelen. De boom kan een hoogte bereiken van 20 meter
De avocado is eenhuizig, de bloemen zijn tot 1,3 centimeter in doorsnede groot en komen in grote getale voor. De boom heeft zijn wortels bijna aan de oppervlakte liggen en de wortels hebben weinig wortelhaar. De boom kan hierdoor beperkt water opnemen en is een regelmatige toevoer van water belangrijk. De bodem moet goed water doorlatend zijn, daar er anders door stilstaand water wortelrot kan ontstaan.
De bloemen van de avocado worden door insecten bestoven. De boom kent twee soorten bloemen: vrouwelijke (links) en mannelijke (rechts). Individuele planten hebben ofwel vrouwelijke of mannelijke bloemen. De stempels van de vrouwelijke bloemen kunnen enkel op een specifieke ochtend stuifmeel ontvangen. De meeldraden van deze bloemen zijn pas rond de middag van dezelfde dag in staat om hun stuifmeel te verspreiden.
Bij de mannelijke bloemen is het zo dat de stempels op juist een namiddag in staat zijn om stuifmeel te ontvangen, hun meeldraden kunnen het stuifmeel pas tijdens de morgen van de volgende dag verspreiden. OP deze manier kunnen vrouwelijke bloemen enkel bestoven worden door mannelijke bloemen, zelfbestuiving wordt zo bemoeilijkt.
De boom is inheems en werd reeds 5000 jaar geleden gekweekt door de Meso-Amerikaanse stammen.
De boom werd gewaardeerd om zijn olieachtige vrucht en vind zijn oorsprong in de hooglanden die Zuid-Centraal Mexico en Guatemala overbruggen.
DE VRUCHT.
Het waren de Spaanse conquestadors die de vrucht vanuit Mexico naar Azië brachten . De boom werd rond 1800 in Indonesië geïntroduceerd, waar men spreekt over apokat, en op Bali over apokat of adpokat.
De vrucht wordt ook wel alligator- of avocado peer genoemd. het is in feite een grote bes die een enkel groot zaad bevat.
De schil van de vrucht is min of meer oneffen of bobbelig. het zachte , romige , vruchtvlees is groen of geel van kleur en smaakt nootachtig: rijp is het vruchtvlees zo zacht als boter.
De avocadovrucht is bijzonder voedzaam en bevat in tegenstelling tot de meeste vruchten zeer veel olie, vijf tot 23 gram per honderd gram vruchtvlees. De olie bestaat voornamelijk uit onverzadigde vetten, en ongeveer 11,6% uit verzadigde vetten.
De vrucht bevat ook mineralen zoals ijzer en kalium en is tevens rijk aan proteïne, drie keer meer dan een appel of een peer.
De vruchten van binnenlandse variëteiten hebben afhankelijk van de soort een groene, bruine, paarsachtige of zwarte schil.
Bij rijpe vruchten ligt de pit los in het midden, bij het schudden van de vrucht, kan men de pit horen rollen.
De pit is groot, houtig en walnootachtig van vorm, en niet voor consumptie geschikt.
De vruchten worden onrijp geplukt en na de oogst gerijpt.
Avocadobomen dragen een van de meest hulpbronnen intensieve vruchten voor de teelt, waarbij elke vrucht zeventig liter water nodig heeft om te groeien.
Helaas is de teelt van deze vrucht ook schuld aan de ontbossing van de regenwouden, daar de opwarming van de aarde zal leiden tot aanzienlijke veranderingen in geschikte teeltzones
De op Bali voortkomende soort avocado verschild niet veel van de westerse soort. De boom groeit hef best op de hellingen van de vulkaan Batur in de omgeving van Bedugul. gemend met water en ijs is het een geliefde drink, genaamd es apokat. In hotels en restaurants wordt de vrucht in schijfjes gesneden geserveerd in verse salade of opgevuld met garnalen en krab.
..png)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten