woensdag 28 augustus 2019

THAILAND-OOST. VLAGGEN EN EMBLEMEN. (DEEL 5)

              EEN LAND VOL CULTUUR, 

           VRIENDELIJKE BEVOLKING, 

                      EN DAT NOOIT 

          EEN KOLONIE IS GEWEEST. (5)



THAILAND.

                              PROVINCIES, VLAG EN EMBLEEM OOST-THAILAND.






1. Chachoengsao.
2. Chantaburi.
3. Chonburi.
4. Prachinburi.
5. Rayong.
6. Sa Kaew.
7. Trat.









(1) CHACHOENGSAO.

De provincie Chachoengsao is gelegen in het oosten van Thailand en heeft een oppervlakte van 5.351 km² en is daarmee de 41e in de rangvolgorde van het land. De provincie heeft een korte kustlijn aan de Golf van Thailand.
De naam van de provincie is een Chong-woord voor 'diep kanaal' en is gelegen aan de monding van de Bang Pakong-rivier. De hoofdstad is Chachoengsao.

De vlag van de provincie heeft een wijnrood veld met in het midden het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie.


Het embleem van de provincie toont de belangrijkste hal van de tempel Sothornvaramvoraviharn.
In deze hal staat het belangrijkste boeddhabeeld van de provincie, bekend als Luangpho Phutthasothan. Onderin het embleem staat een kleine garuda afgebeeld.

De provinciale boom is de Peltophorum dasyrachis. De boom werd toegewezen door koningin Sirikit op de 50e verjaardag van de kroning van koning Rama IX in het jaar 2000.
De provinciale bloem is de gele flamboyant (Peltophorum ptercarpum).

(2) CHANTABURI.

De provincie Chantaburi is gelegen in Oost-Thailnad en heeft een oppervlakte van 6.338 km² en is daarmee de 34e in de rangvolgorde van het land.
De provincie grenst in het zuidwesten aan de Golf van Thailand.
De inheemse bevolking van het gebied zijn de Chong die vermoedelijk oorspronkelijk uit Cambodja zijn gekomen.
De hoofdstad is Chantaburi.

De vlag van de provincie heeft een wijnrood veld met in het midden het embleem van de provincie en daaronder de naam van de provincie in het geel.







Het embleem van de provincie toont de volle maan omringt door een aura. In het midden van de maan staat een wit konijn afgebeeld omringt door een blauwe schijf.

De provinciale boom is de Diospyros decandra. De provinciale bloem is een orchidee.

(3) CHONBURI.

De provincie Chonburi is gelegen in Oost-Thailand en grenst in het westen aan de baai van Bangkok in de Golf van Thailand. De provincie heeft een oppervlakte van 4.363 km² en de hoofdstad is Chonburi.
Het gebied is reeds sinds de prehistorie bewoond en moet zeer welvarend zijn geweest.

De vlag van de provincie heeft drie horizontale banen in de kleuren zwart-geel-zwart, waarbij de gele baan iets breder is dan de zwarte banen. In het midden van de vlag staat het embleem van de provincie met onderin het embleem de naam van de provincie.


Het embleem toont een rots, Khao Sam Muk, liggend aan de zee. waarop een sala staat met een standbeeld van de godin, Chao Mae Sahm Muk, die naar men zegt de zeevarenden en de lokale bevolking beschermt.

De provinciale boom en bloem is de "Nieuw-Guinea palissander" (Pterocarpus indicus), in het Thais Mai Pradu genoemd.




(4) PRACHINBURI.

De provincie Prachinburi ligt centraal in Oost-Thailand en heeft een oppervlakte van 4.762,4 km² en de 45e in de rangvolgorde van het land.
De provincie wordt in feite in tweeën gedeeld, de lage riviervallei van de Prachin Buri-rivier en de hogere landen met palteaus's en bergen van het Sankamphaeng- gebergte.
De hoofdstad is Prachinburi.

De vlag van de provincie heeft twee verticale banen in de verhouding 2:1 in de kleuren rood en geel.
In het midden van het rode veld staat het embleem van de provincie afgebeeld.
Onderin het embleem de naam van de provincie en daarboven een kleine garuda.


Het embleem van de provincie toont de Bodhi-boom. Het symboliseert de eerste Bodhi-boom die ongeveer 2000 jaar geleden werd geplant in Wat Si Maha Phot. 
Roos staat symbool voor het land en geel voor het boeddhisme.

De provinciale boom is de Bodhi-boom (Ficus religiosa).
De provinciale bloem is die van de kurkboom (Millingtonia hortensis).


(5) RAYONG.

De provincie ligt in het zuiden van Oost-Thailand en grenst in het zuiden aan de Golf van Thailand. De provincie heeft een oppervlakte van 3.552 km² en is 578e in de rangvolgorde van het land.
Het noorden is heuvelachtig en verder zijn er hoofdzakelijk kustvlaktes.
De hoofdstad is Rayong.

De vlag van de provincie heeft drie verticale banen in de kleuren rood-geel-blauw. In het midden van de vlag is het embleem van de provincie afgebeeld. Onderin het embleem de naam van de provincie met daarboven een kleine garuda.




 Het embleem van de provincie toont het eiland Ko Samet.

De provinciale boom is de Alexandrische laurier (Calophyllum inophyllum).







(6) SA KAEW.

De provincie Sa Kaew ( ook geschreven Sa Kaeo) ligt in het oosten van Oost-Thailand tegen de grens met Cambodja en heeft een oppervlakte van 7.195 km², en is daarmee de 28e in de rangvolgorde van het land. De hoofdstad is Sa Kaew.
In het grensgebied met Cambodja heeft s'werelds grootste landmijnen gebied gelegen. 
In het noorden is het gebied bedekt met beboste bergen van het Sankamphaeng- en het Dangrek-gebergte. In het zuiden liggen de uitlopers van het Cardamom-gebergte.



De vlag van de provincie heeft twee horizontale velden in de kleuren geel en groen met in het midden het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie.


Het embleem toont de opkomende zon boven de archeologische ruïnes, Prasart Kao Noi Si Chom Poo, een belangrijke Khmer-tempel.
De rijzende zon staat symbool voor de ligging van de provincie in het oosten. Op de voorgrond staat een boeddha beeld in een vijver met lotusbloemen.

De provinciale boom is de Phyllanthus emblica en de provinciale bloem is de oranje Jessamine (Murraya paniculata).

(7) TRAT.

De provincie Trat ligt in het zuiden van Oost-Thailand aan de Golf van Thailand en grenzend aan Cambodja. De provincie heeft een oppervlakte van 2.917 km² en is de 62e in rangvolgorde van het land. De hoofdstad is Trat.
De provincie werd gedurende de Paknam-crisis van 1893 door Franse troepen ingenomen en in 1904 werd Siam gedwongen het gebied over te geven aan Frans Indochina. Pas in 1907 keerde het gebied terug onder Thais bewind.

De vlag van de provincie heeft twee horizontale banen in de kleuren donkerblauw en wijnrood met in het midden het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie en daarboven een kleine garuda.



Het embleem toont de zee (Golf van Thailand) met op de achtergrond het Khao Banthat-gebergte.
Een kleine zeilboot geeft de economische verbintenis weer met de zee.

De provinciale boom is de tropische amandel (Terminalia catappa).




Note: Met de rangvolgorde wordt het aantal vierkante kilometers van de provincie aangegeven.


                     Zie vervolg: THAILAND-ZUID. VLAGGEN EN EMBLEMEN. (DEEL 6) 

THAILAND-CENTRAAL. VLAGGEN EN EMBLEMEN. (DEEL 4)

            EEN LAND VOL CULTUUR, 

         VRIENDELIJKE BEVOLKING, 

                  EN DAT NOOIT 

        EEN KOLONIE IS GEWEEST. (4)



THAILAND.

                    PROVINCIES, VLAG EN EMBLEEM CENTRAAL-THAILAND.

1. Ang Thong.
2. Ayutthaya.
3. Bangkok.
4. Chainat.
5. Kanchanaburi.
6. Lopburi.
7. Nakhon Nayok.
8. Nakhon Pathom.
9. Nonthaburi.
10. Pathum Thani.
11. Phetchaburi.
12. Prachuap Khiri Khan.
13. Ratchaburi.
14. Samut Prakan.
15. Samut Sakhon.
16. Samut Songkhram.
17. Saraburi.
18. Singburi.
19. Suphanburi.


(1) ANG THONG.

De provincie Ang Thong lig in het midden van Centraal-Thailand en hooft een oppervlakte van 968,4 km² en is de 71e in rangvolgorde.
De hoofdstad is Ang Thong.
De naam "Ang Thong" betekend 'goeden bekeken', wart vermoedelijk is afgeleid van de bekkenachtige geografie van het gebied en de gouden kleur van de rijst die in de regio wordt geteeld. De provincie bestaat uit een lage riviervlakte, gecreëerd door de rivier de Chao Phraya en de Noi, deze leveren voldoende water via kanalen aan de sawa's voor de rijstteelt.

De vlag van de provincie heeft twee horizontale banen in de kleuren geel en groen. Het geel staat symbool voor de rijpe rijst aren en de welvaart in het gebied en het groen voor de rijstteelt.
Centraal in de vlag staat het embleem van de provincie afgebeeld met onderin de naam van de provincie.


Het embleem toont een gouden schaal met water met daarin enige rijpe rijsthalmen. 
Dit symboliseert de vruchtbaarheid van de provincie als een van de belangrijkste rijstproducenten.

De provinciale boom is de gaub tree ( Diospyros malabarica).







(2) AYUTTHAYA.

De provincie Ayutthaya ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 2.556,6 km² en is de 62e in de rangvolgorde.
De hoofdstad is Aytthaya.
De naam is afgeleid uit het Sanskriet en betekend "de onoverwinnelijke".
De provincie is gelegen in de vlakke riviervlakte van de vallei van de Chao Phraya-rivier die samen met de rivieren Lopburi en Pa sak het gebied tot een belangrijk rijstbouwgebied maakt.


De vlag van de provincie heeft drie verticale banen in de kleuren donkerblauw-lichtblauw-donkerblauw, met in het midden het embleem van de provincie afgebeeld. Onder het embleem de naam van de provincie.



Het embleem is gebaseerd op een legende; Koning Ramathibodi vond in de grond een prachtige schelp begraven en koos dit als een teken om op deze plaats zijn hoofdstad te bouwen.
Hij plaatste de schelp op een voetstuk en bouwde er een paviljoen omheen. Dit toont het zegel met achter het paviljoen de provinciale boom.

De provinciale boom is de geurige manjack (Cordia dichotoma) en de provinciale bloem is de Sessssbania aculeata.

(3)  BANGKOK.

Zie  deel 1 over Thailand.


(4) CHAINAT.

Chainat is een van de centrale provincies gelegen in Centraal-Thailand met een oppervlakte van 2.469,7 km² en is de 64e in de rangvolgorde van het land. 
De hoofdstad is Chainat.
De provincie ligt in de riviervlakte van de Chao Phraya rivier en in het zuiden van de provincie ligt het stuwmeer van deze rivier, waarvan het water wordt gebruikt via irrigatiesystemen af te voeren voor de rijstvelden in de beneden vallei. De Dam was de eerste dam in Thailand en werd in 1957 voltooid.

De vlag van de provincie heeft een roze veld met in het midden het embleem van de provincie geplaatst. Onderin het embleem de naam van de provincie.





Het embleem toont een dhammachakka (een wiel) op een standaard met daarachter een berg. Het verwijst naar het Boeddhabeeld van Dhammachak, gehuisvest in de wihaan van Wat Dhammamoen, gebouwd op de helling van de berg.

De provinciale boom is de Bael-fruitboom (Aegle marmelos) en de provinciale bloem de regenboogdoucheboom (Cassia javanica).

(5) KANCHANABURI.

De provincie Kanchanaburi ligt in Centraal-Thailand en grenst in het westen aan Myanmar. De provincie heeft een oppervlakte van 19.483 km² en is de 3e in de rangvolgorden van het land. De hoofdstad is Kanchanaburi.

In de provincie ligt de brug over de rivier de Kwai die bekendheid kreeg door de bouw ervan door krijgsgevangen van de Japanners in de WO-II.

De vlag van de provincie heeft drie verticale banen met een breedte verhouding van 1:2:1 in de kleuren lichtblauw-oranje-lichtblauw. In het midden van de oranje baan staat het embleem van de provincie afgebeeld, met onderin het embleem de naam van de provincie en daarboven een kleine rode garuda.

Het embleem toont de drie stupa's op de berg Bantadthong. Ze geven de naam aan de bergpas naar Myanmar, genaamd de "drie pagodas pass".

De provinciale bloem is de s'nachts bloeiende jasmijn (Nyctanthes arbortristis). De provinciale boom is de Moulmein lancewood (Homalium tomentosum).

(6) LOPBURI.

De provincie Lopburi ligt in het midden van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 6.199,8 km² en de de 37e in de rangvolgorde van het land.
De hoofdstad is Lopburi.
De provincie ligt aan de oostkant van de vallei van de Chao Phraya-rivier, tussen de rivier de Lopburi en Pa Sak.

De vlag van de provincie heeft drie horizontale banen in de kleuren donkerblauw-wit-donkerblauw, met in het midden centraal geplaatst het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie met daarboven een kleine zilveren garuda.

Het embleem toont Vishu voor de Khmer-tempel Phra Prang Sam Yod, het "Heiligdom met de Drie Torens".
Het verwijst naar koning Narai die in 1664 de stad versterkte om te worden gebruikt als een alternatieve hoofdstad toen Ayutthaya werd bedreigt door een Nederlandse blokkade.

De provinciale boom als de bloem is het kogelhout. (Canonball tree)




(7) NAKHON NAYOK.

 De provincie Nakhon Nayok ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 2.122 km² en is de 66e in de rangvolgorden van het land.
De hoofdstad is Nakhon Nayok.
het noordelijke deel van de provincie ligt in het Sankamphaeng-gebergte en het zuidelijke in de verlenging van het Dong Phaya Yen gebergte.
De belangrijkste rivier is de Prachinburi-rivier.

De vlag van de provincie heeft een groen veld met centraal daarin in het geel het embleem van de provincie afgebeeld. Onderin het embleem de naam van de provincie.

Het embleem van de provincie toont een olifant die in zijn slurf een bos rijsthalmen vast heeft. Dit staat symbool voor de vruchtbare grond in de provincie voor zowel de rijstvelden als de bossen met de talloze olifanten.

De provinciale boom en bloem is de zijden katoenboom
( Cochlospermum religiosum).





(8) NAKHON PATHOM.

De provincie Nakhon Pathom ligt in het zuidwesten van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 2.168,3 km² en is daarmee de 65e in de rangvolgorde van het land. De hoofdstad is Nakhon Pathom en is een van de opudste steden van Thailand.



De vlag van de provincie heeft een blauw veld met centraal geplaatst het embleem van de provincie. Onder het embleem de naam van de provincie.




Het embleem van de provincie toont de Phra Pathom Chedi een pagode met een hoogte van 127 meter en de hoogste van de wereld.
Het gebouw is gebouwd in opdracht van koning Mongkut in 1860 .
Op de pagode is de koninklijke kroon afgebeeld.

De provinciale boom is de Diaspyros decandra.






(9) NONTHABURI.

De provincie Nonthaburi ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 622,3 km² en is daarmee de 74e in de rangvolgorde van het land.
De hoofdstad is Nonthaburi en werd reeds in de 16e eeuw uitgeroepen tot een stad door koning Prasat Thong, die een kanaal liet graven van de stad naar de Chao Phraya rivier.



De vlag heeft twee verticale velden in de kleuren paars en lichtblauw.
Op de scheiding van de beide banen staat het embleem van de provincie afgebeeld met daaronder de naam van de provincie.




Het embleem van de provincie toont aardewerk, een traditioneel product van Nonthaburi.

De provinciale boom en bloem is de gele vlamboom (Peltophorum pterocarpum).




(10) PATHUM THANI.

De provincie Pathum Thani ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 1.525,9 km² en is daarmee de 69e in de rangvolgorde van het het land. De provincie is een oude provincie, zwaar bevolkt door het Mon-volk. In het gebied liggen 186 tempels.
De hoofdstad is Pathum Thani. De stad werd in 1650 gesticht door de Mon een volk dat uit Myanmar kwam. De oorspronkelijke naam was Sam Khok.
In 1815 bezocht de koning Rama II de stad en de burgers boden hem veel lotusbloemen aan, waardoor de koning de stad Pathum Thani hernoemde, wat 'lotusbloemstad' betekend.

De vlag van de provincie heeft twee verticale banen in de kleuren donkerblauw en wit. Centraal in de vlag staat het embleem van de provincie afgebeeld met onderin het embleem de naam van de provincie.





Het embleem toont een roze lotusbloem met twee rijststengels die eroverheen buigen, en de vruchtbaarheid van de provincie symboliseren.

De provinciale boom is de Indiase koraalboom (Erythrina variegata). De provinciale bl;oem is de lotus (Nymphaea-lotus).


(11) PHETCHABURI.

De provincie Phetchamburi ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en grenst in het westen aan Myanmar en in het oosten aan de Golf van Thailand.
De provincie heeft een oppervlakte van 6.225,1 km² en is de 36e in de rangvolgorde van het land. 
De hoofdstad is Phetchamburi en is een oude koninklijke stad uit de 8e eeuw.

De vlag heeft drie horizontale banen in de verhouding van 1: 7:1 in de kleuren paarsblauw-geel-paarsblauw.
Centraal in het midden staat het embleem van de provincie afgebeeld met onderin het embleem de naam van de provincie.



Het embleem toont het Khao Wang-paleis op de achtergrond.
Op de voorgrond begrenst door twee kokospalmen zijn rijstvelden te zien. Beide staan ze symbool voor de gewassen uit het gebied.

De provinciale boom is de Eugenia cumini.





(12) PRACHUAP KHIRI KHAN.

De provincie Prachuap Khiri Khan ligt in het zuiden van Centraal-Thailand en grenst in het westen aan Myanmar en in het oosten aan de Golf van Thailand.
het gebied heeft een oppervlakte van 6.367 km² en de de 33e in de rangvolgorde van het land. De provincie is het smalste deel van Thailand met een afstand van 13 km tussen de grens van Myanmar en de Golf van Thailand.
De hoofdtstad is Prachuap Khiri Khan.

De vlag van de provincie heeft een geel veld met daarin centraal geplaatst het embleem van de provincie in het groen.
Onder in het embleem de naam van de provincie.




Het embleem van de provincie toont het Kuha Karuhas-paviljoen, dat werd gebouwd toen koning Chulalongkorn (Rama V) de Praya Nakorn-grot bezocht.
Achter het paviljoen is het eiland Ko Lak in de Prachuap Bay afgebeeld.

De provinciale boom en bloem is de rayan of manilkare (Manilkara hexandra).


(13) RATCHABURI.

Ratchaburi is een van de zuidwestelijke provincies van Centraal-Thailand met een oppervlakte van 5.196,5 km² en als 43e in de rangvolgorde van het land.
Het oostelijke deel van de provincie bevat de rivier vlakte van de Mae Klong doorkruist door vele khlongs (kanalen). het westelijke deel grenzend aan Myanmar heeft hoofdzakelijk kalksteenrotsen. De hoofdstad is Ratchaburi.



De vlag van de provincie heeft een paarsblauw veld met in het midden het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie.


Het embleem toont het koninklijk zwaard boven de koninklijke sandalen op een phan (dienblad), omdat Ratchaburi 'stad van de koning' betekend. De naam is afgeleid van het feit dat koning 
Rama I hier werd geboren.

De provinciale bloem is de Pink Shower Tree (Cassia bakeriana) en de provinciale boom is de Wrightia pubescens.



(14) SAMUT PRAKAN.

De provincie Samut Prakan maakt deel uit van de metropoolregio Bankok en ligt aan de monding van de Chao Phraya-rivier aan de Golf van Thailand.
De provincie heeft een oppervlakte van 1.004,1 km² en is de 70e in de rangvolgorde van het land. De hoofdstad is Samut Prakan.
Het deel dat aan de westkant van de rivier is gelegen bestaat voornamelijk uit rijstvelden, garnalenkwekerijen en mangrovebossen. Het oostelijke deel is het stedelijk centrum met industrie.

De vlag van de provincie heeft een lichtblauw veld met in het midden het embleem van de provincie. Onderin het embleem de naam van de provincie.


Het embleem toont de tempel Phra Samut Chedi, de belangrijkste plaats van de boeddhistische eredienst in de provincie.

De provinciale boom is de Thespesia populnea.





(15) SAMUT SAKHON.

De provincie Samut Sakhon ligt in het zuiden van Centraal-Thailand aan de Golf van Thailand aan de monding van de Tha Chin Klong-rivier en heeft een oppervlakte van 872,3 km² en is de 72e in de rangvolgorde van het land.
De oudste naam van het gebied is Tha Chin wat Chinese Pier betekend en wat verwijst naar het feit dat het een handelshaven was waar veel Chinese jonken arriveerden. De hoofdstad is Samut Sakhon.

De vlag van de provincie heeft drie horizontale banen in de verhouding 1:3:1 in de kleuren roze lichtblauw-roze met centraal geplaatst het embleem van de provincie. 
Onder in het embleem de naam van de provincie.



Het embleem van de provincie toont een Chinese jonk naderend de stad met op de achtergrond een rokende schoorsteen van een fabriek. beide verwijzen naar de oude handelstraditie en de lokale industrieën.

De provinciale boom is de duivelsboom (Alstonia scholaris).




(16) SAMUT SONGKHRAM.

Samut Songkhram is gelegen aan de Golf van Thailand en is de kleinste provincie van het land met een oppervlakte van 416,7 km² en de 76e in de rangvolgorde.
Gelegen aan de monding van de rivier Mae Klong wordt het water daarvan via kanalen verspreid door de provincie voor irrigatie. Aan de kust is veel winnin g van zeezout.


De vlag van de provincie heeft drie verticale banen in de kleuren donkerblauw-wit-donkerblauw. De witte baan is iets breder dan de blauwe banen.
In het midden van de witte baan staat het embleem van de provincie met onderin de naam van de provincie.



Het embleem van de provincie toont een traditionele trommel boven een rivier. Het Thaise woord voor voor trommel is klong, dus verwijst naar de Mae Klong-rivier. Aan beide zijden worden kokospalmen weergegeven een belangrijk product van de provincie.
Boven de drum staat een garuda afgebeeld

De provinciale boom is de Casuatina equisetifolia.





(17) SARABURI.

De provincie Saraburi is een van de centraal gelegen provincies van Centraal-Thailand met een oppervlakte van 3.577 km² en is daarmee de 56e in de rangvolgorde van het land. De provincie ligt aan de oostzijde van de rivier de Chao Phraya. In de provincies liggen twee nationale parken die samen een oppervlakte hebben van 460.522,25 hectare.
De hoofdstad is Saraburi.



De vlag van de provincie heeft drie gelijke horizontale banen in de kleuren wijnrood-wit-wijnrood met centraal geplaatst het embleem van de provincie
Onderin het embleem de naam van de provincie.



Het embleem van de provincie toont de tempel Wat Phra Buddha Baat. In de 17e eeuw vond een jager een plas water dat eruit zag als een grote  voetafdruk. Het werd uitgeroepen als de voetafdruk van Boeddha en er werd een tempel omheen gebouwd.
Phra Phutthabat betekend voetafdruk van Boeddha.

De provinciale boom is de Lagerstroemia floribunda en de provinciale bloem is de gele katoenboom Cochlosspermum regium.


(18) SINGBURI.

De provincie Singburi ligt bijna centraal in Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 822,5 km² en is daarmee de 73e in de rangvolgorde van het land. 
Het gebied bekleedde een belangrijke positie in de vroege Thaise geschiedenis vanaf Dvaravati- periode tot de Ayutthaya-periode. De hoofdstad is Sing Buri.

De vlag van de provincie heeft een rood veld en toont  in het midden het embleem van de provincie met het monument voor de elf strijders in een blauwe cirkel.
Onderin het embleem staat de naam van de provincie.





Het officiële embleem van de provincie toont het foret Khai Bangrachan, een historisch monument. Toen in 1765 de Birmezen, Ayutthaya aanvielen, vochten elf dorpelingen uit Bangrachan tegen het leger toen het ten noorden van Ayutthaya stopte. Ze slaagden erin om vijf maanden verzet te bieden, voordat ze uiteindelijk werden verslagen.
Kort daarna viel ook Ayutthaya.
Jaarlijks wordt op 4 februari een ceremonie gehouden ter nagedachtenis aan deze lokale helden.
Sinds 2004 zijn deze helden afgebeeld op het embleem van de provincie.

De provinciale boom is de rode sandelhoutboom (Adenanthera pavonina).


(19) SUPHANBURI.

De provincie Suphanburi ligt in het zuidoosten van Centraal-Thailand en heeft een oppervlakte van 5.358 km² en is daarmee de 40e in de rangvolgorde van het land.
Het gebied is vermoedelijk de plaats van de legendarische Suvarnabhumi, die wordt genoemd in oude boeddhistische geschriften.
De hoofdstad is Suphanburi.


De vlag van de provincie heeft drie horizontale banen in de verhouding 1:3:1 in de kleuren paarsblauw-oranje-paarsblauw.
In het midden staat het embleem van de provincie afgebeeld met daar onderin de naam van de provincie.




Het embleem van de provincie toont een olifantengevecht tussen  koning Naresuan de Grote en de kroonprins van Birma in 1592, welke plaatsvond in Suphan Buri.

De provinciale boom is de ebbeboom (Diospyros mollis)





Note: Het gebruik van de rangvolgorde slaat op het aantal vierkante kilometers van de provincie.



                   Zie vervolg: THAILAND-OOST. VLAGGEN EN EMBLEMEN. (DEEL 5)