woensdag 2 november 2022

PAPAJAPLANT & VRUCHT.

 

EEN HEERLIJKE TROPISCHE VRUCHT,

         DIE OOK IN NEDERLAND 

       IN KASSEN WORDT GETEELT.




Precies op de erfscheiding van de tuin en een wandelpad groeide een papajaboompje, dat met de jaren een boom werd met een schaduwrijk bladerdak en vruchten ging dragen.
Van wie die boom nu eigenlijk was, dat wist niemand, en dus werd het een publiek eigendom.
Zo verschenen er na de bloeitijd de eerste vruchten, die op langwerpige meloenen lijken, en door mij en vooral de lokale bewoners goed in hun groei werden gevolgd. Ze werden groter en groter en op een ervan verscheen al een gelige tint, dus was aardig rijp om geplukt te worden.
Zelf kreeg ik daar de kans niet voor, want op een ochtend was het merendeel van de vruchten reeds geoogst, maar ook de bladerenkroon was geplunderd.
Dat men de vruchten meenam kon ik begrijpen, maar dat ook de jonge bladeren en de bloesem het moesten ontgelden, was me een raadsel. Ik sprak daarover met een van mijn Balinese kennissen en kreeg uitgebreid tekst en uitleg; De jonge bladeren en de bloesem worden door de lokale bevolking als groente bereid, als een grove spinazie met een bittere smaak. Zelf ben ik meer een liefhebber van het verse vruchtvlees met limoen besprenkelt of als een juice met lemoen en fijn gemalen ijs, als drank. Zo werd me aangeboden om eens naar een papaja-farm te gaan om te zien hoe de bomen worden geteeld en vrucht dragen.
In het Indonesisch heet deze vrucht papaya en in het Balinees gedang.



















PAPAJA.



De papaja, de Latijnse naam is Caria papaja, is een plant uit de familie Caricaceae, en wordt ook wel de meloenboom genoemd. De herkomst van deze plant ligt in Mexico.
De papaja heeft een palmachtige bladeren kroon en komt vooral op Bali in ieder dorp wel voor, en het fruit is het gehele jaar door te koop op de markten.
De stam van de boom is inwendig hol, de bladeren groot en vingervormig (midden). De plant kent vrouwelijke (links) en mannelijke (rechts) bloesem.
De vruchten groeien direct aan de stam die een hoogte van zes meter kan bereiken.
Er zijn verschillende soorten papaja's, waarvan de kleur van het vruchtvlees varieert tussen geel en diep oranjerood.
De vrucht is ovaalvormig en kan tussen de 20 en 30 centimeter lang worden, en vaak 300 tot 500 gram wegen, maar ook zwaardere van meer dan één kilo komen voor.
De schil is groen en kleurt naar oranje als de vrucht rijp is en de binnen kern van de vrucht is gevuld met duizenden zwarte zaden. 
Onrijpe papaja's worden vaak gekookt en gegeten als groente. In de Balinese keuken gebruikt men de bladeren om kip, varkens of rundvlees in te wikkelen, het een nacht te laten staan, om het malser te laten worden.

DE PAPAJA-FARM.

De papaja-boomgaard is een uitgestrekt stuk land waarop de planten in rechte rijen groeien, hun vruchten produceren, ze geoogst worden.
Het afval wordt rond de stam van de plant gestort als een bemesting, dus alles wordt gerecycled.

Een ander en belangrijk werk is zorgen voor de nieuwe aanplant van jonge papajaplanten.
De papaja kern bevat duizenden zwarten zaden, deze worden gewassen, gedroogd en gesorteerd op kwaliteit. 
De teelt van een nieuwe papajaplant begint door een kweekpotje te vullen met goede potaarde tot een hoogte van 3/4 van het potje. Hierop wordt het zaadje gelegd en afgedekt met de laatste 1/4 potaarde.
Het geheel moet op de juiste vochtigheid worden gehouden voor het ontkiemen van het zaad.
Na het ontkiemen van het zaad, verschijnt het nieuwe papajaplantje, dat in de pot blijft staan totdat het een gewenste hoogte heeft en een stevige wortelkluit. Op een nieuw goed bemest veld worden gaten gegraven met een diepte zodanig dat de wortelkluit door aarde kan worden bedekt. Hierna is het afwachten of de jonge plant aantrekt en gaat groeien. Dit wordt steeds gecontroleerd, en als de plant niet aantrekt wordt deze vervangen door een nieuwe opgekweekte plant. In deze teelt en productie werken mannen en vrouwen gezamenlijk, met ieder hun eigen taak.

Al na vijf tot acht maanden verschijnen de eerste vruchten en kan er gedurende anderhalf jaar één vrucht per dag geoogst worden. De papajaplanten worden  tot een bepaalde hoogte geteeld zodat het makkelijk is de vrucht te oogsten met de hand. Is nu de plant dusdanig hoog dat men niet meer bij de vrucht kan komen, dan gebruikt men een soort schepnet, legt dit om de vrucht en schut deze los van de stam. 



GEBRUIK VAN DE PLANT.

Het fruit, en speciaal het latex van de plant en de bladeren, bevatten papaïne en enzym wat wordt gebruikt als een middel om het vlees malser te maken en een betere werking van de spijsvertering..
Het sap wordt gebruikt tegen insectenbeten, en tegen beschadigingen van de huid door te veel zon.

MANNELIJKE PLANT IN BALINESE RELIGIES.

Het is gebruikelijk dat de vrouwelijke papajaplant de vruchten voortbrengt. Als een mannelijke plant vruchtbaar blijkt te zijn hangt het fruit in een lange ketting. Dit wordt gezien als een  afwijking in de geest van de natuur. Sommige Balinese ceremonies  wordt getracht deze duivelse krachten  uit te bannen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten