zondag 30 oktober 2022

OLIEPALM & PALMOLIE.

 

    EEN NATUURPRODUCT VOOR

                CONSUMPTIE EN 

DE PRODUCTIE VAN BIO-BRANDSTOF.




PALMOLIE.

Palmolie, een vet dar uit het vruchtvlees ven de oliepalm, de Elaeis guineensis, door uitsmelten of uitpersen wordt gewonnen. Na de oogst verwerkt men de vruchttrossen met zorg, zodat een oranjekleurig vet met weinig vrij vetzuur wordt verkregen. De vetzuren bevatten naast 35 - 40% palmitinezuur, 8% myristine- en stearinezuur, 40 - 50% oliezuur en 5 - 10% linolzuur.
De rode kleur wordt veroorzaakt door caroteen. Geraffineerde palmolie kan worden verwerkt in spijsvetten, margarine en zeep.

PALMOLIEPALM.

Kilometer na kilometer strekten zich aan beide zijden van de weg in Noord-Sumatra de uitgestrekte palmolieplantages zich voort.
Palmbomen allemaal in rechte rijen, eens aangeplant, met tussen de percelen modderige paden voor het vervoer van de vruchttrossen. 
Het is een eentonig groen landschap, waar eens de oorspronkelijke natuur voor heeft moeten wijken.
Langs de weg liggen de geoogste vruchttrossen te wachten op het vervoer in vrachtwagens die zwarte rookwolken uit de uitlaten braken en vaak zo hoog zijn opgeladen, dat ze in een bocht kantelen.

De oliepalm, Elaeis guineensis, behoort tot de palmenfamilie, Palmae of Arecaceae. De palm heeft een rechtopstaande stam die wel 30 meter hoog kan worden. De stam blijft nog lang bedekt met resten van oude bladscheden en bladstelen, wat een ideale groeiplaats is voor varens. De bladeren zijn geveerd en tot zeven meter lang, en groeien vanuit opgerichte voet boogvormig overhangend. De deelblaadjes zijn aan de onderkant met stevige stekels bezet. De bloemen zijn klein, crèmewit en zittendicht opeen aan de takken van de bloeiwijze, die ieder en een doornachtige punt uitlopen.  De vruchten zijn oranjerood, vaak met een gele voet en een bijna zwarte top. Ze zijn langwerpig-eivormig, meestal zwak driekantig en tot 5 centimeter groot. Ze zitten bij honderden bijeen in een dichte tros, die wel 25 kilogram kan wegen. Na het planten van de oliepalm duurt het ongeveer vier jaar tot de eerste oogst. Als de palm een leeftijd heeft bereikt van tien jaar, is de productie maximaal, wat de palm dan nog ruim acht jaar kan volhouden, waarna de opbrengst afneemt. De volgroeide palm levert een productie op jaar basis van 20 ton.

Deze palm komt oorspronkelijk uit West-Afrika. Het waren de Nederlanders die hiervan de de vruchtzaden en zelfs 13 onvolgroeide palmen verscheepten naar toenmalig Nederland-Indië. In de 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, tegenwoordig de Botanische Tuin in Bogor, werden deze voor het eerst gepoot. Nadat dit een succes bleek te zijn werden ze over de Indische archipel verspreid. Het huidige Indonesië en Maleisië zijn de grootste producenten van de palmolie op de wereld.


Dat wat je van de weg af niet ziet, zijn de enorme uitbreidingen van deze oliepalmplantages.
Honderden hectaren ongerept oerwoud wordt gekapt en platgebrand voor de uitbreiding van deze plantages. De longen van het land verdwijnen, want de palm levert geen zuurstof.
Ook de vele diersoorten die in deze oerwouden leven verdwijnen, en het is dus niet verwonderlijk dat milieuorganisaties de aanleg van deze plantages scherp bekritiseren.


DE PRODUCTIE.


De trossen met de vruchten worden op de plantages geoogst door de met een kapmes los te snijden van de stam. Bevinden de vruchttrossen zich hoog in de palm dan gebruikt men een lange bamboe, vaak ook een aluminiumbuis, met daarop een scherp mes om de tros los te steken. Helaas wordt bij het verzamelen van deze vruchttrossen van ruim 25 kg, nog steeds kinderen gebruikt, die ze vaak op hun schouder, met kruiwagen of motorfiets naar een verzamelpunt langs de weg brengen. Dit werk gaat de gehele dag door, zolang het licht is.


Vrachtwagens van de fabriek halen de vruchttrossen op voor het vervoer naar naar het eindproces, de palmoliefabricage. Deze fabrieken liggen vaak nog midden tussen de plantages en hun schoorstenen braken zwarte wolken uit van de het verbranden van het afval voor de stoomproductie voor het proces.
De vruchttrossen worden in de fabriek in een soort wagons gestort, waarna het geheel wordt gestoomd.
Door een zeefmechanisme worden de vruchten van het restafval gescheiden, waarna de vruchten worden geperst.


Op deze wijze komt de palmolie vrij die een roodbruine kleur heeft, en welke pas na een zuiveringsproces geschikt is voor de consumptie. De geoogste vruchten moeten binnen 24 uur verwerkt zijn.
Buiten de olie voor menselijke consumptie en het vervaardigen van levensmiddelen, wordt de palmolie ook gebruikt als biobrandstof (biodiesel), wat schoner is dan de gewone diesel uit aardolie. en het opwekken van 'groene energie'. 

LOKALE PRODUCTIE.

Veelal wordt door de lokale arbeiders, die tegen de armoede grens aan leven en een gezin moeten onderhouden, de achtergebleven noten na het oosten geraapt.
Daar zij niet het inkomen hebben ok de palmolie in winkel te kopen, maken zij deze zelf.
Ze koken de noten een korte tijd in water, waarna ze deze fijnmalen tot een grove substantie.
Deze substantie persen ze dan uit, vaak nog gewoon met hun blote voeten, en vangen de uitgeperste olie op.

Deze uitgeperste olie heeft dan de roodbruine kleur, bevat nog alle verontreinigingen, maar wordt gewoon gebruikt voor het bereiden van de dagelijkse maaltijd.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten