JAKARTA TOEN NOG DE
HOOFDSTAD VAN DE REPUBLIEK
INDONESIË.
DEEL 3.
Zo naderden de feestdagen aan het einde van het jaar. Net als bijna overal ter wereld viert men alleen de Kerstfeest op de 25e december, want alleen in Nederland kennen we de 2e Kerstdag.
De dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaarsdag worden bijna overal vrij genomen om familie te bezoeken of op vakantie te gaan, zo ook hier in Jakarta.
Een kennis vroeg aan mij, wat ik van plan was te doen met deze dagen, en ik moest toegeven dat ik niets in de planning had. Eerlijk gezegd gewoon niets doen en wat rondhangen.
Zo werd me voorgesteld met hem mee te gaan naar Ciamis, waar hij bij familie had. Ik probeerde de boot af te houden, maar hij vond het een eer als ik meeging. Zoals later bleek; deze mensen waren net als hem zelf moslim, het waren niet zijn ouders, maar een Oom en Tante. Zijn ouders waren jong gestorven en deze mensen hadden hem als kind in huis genomen.
CIAMIS.
Ciamis is een stad in het regentschap Ciamis wat bestond ui 36 onder-districten. Op 25 oktober 2012 werd er een nieuw regentschap gevormd door de 10 zuidelijkste districten. Het is tevens de grens tussen West- en Centraal-Java.
In de ochtend van de 24e december eerst nog enige geschenken gekocht voor de familie in Ciamis, waaronder een snelkookpan.
Met een taxi naar plaats waar de publieke taxi naar Bandung vertrekt, maar het verkeer was zo druk, overal opstoppingen, dat het al drie uur in de middag was eer we naar Bandung vertrokken.
Ook onderweg was het regelmatig stilstaan in verkeersopstoppingen door ongevallen, en zodoende was het reeds 19.00 uur dat we in Bandung aankwamen. het was te laat om vervoer naar Ciamis te krijgen.
het zag er naar uit, dat het een kerstnacht zou worden, zoals de herdertjes, in het open veld.
Zo bood de chauffeur van de publieke taxi ons aan om ons naar Ciamis te rijden. Zo kwamen we een prijs overeen, omgerekend op 20 gulden, voor deze nachtrit van 120 kilometer.
Na eerst de inwendige mens verstrekt te hebben begonnen we aan deze nachtelijke rit, klimmend, dalend en slingerend. Het was even voor 22.00 uur toen we Ciamis binnenreden en ik mijn reisgezel wakker schudde, hij had het merendeel van de rit liggen slapen, om de taxi chauffeur te zeggen hoe verder te rijden.
We werden door de familie heel hartelijk ontvangen en Tante was zeer vereerd met de bos bloemen, die ik nog snel op de bloemenmarkt in Jakarta had gekocht.
Tante nam ons mee naar de woonkamer, waar bij het raam op een tafeltje een conifeer stond in een pot, omgetoverd tot een kerstboom met lampjes. Voor de pot stond een prachtig bloemstuk van heerlijk ruikende witte bloemen en er lagen twee kerstgeschenken en een kerst- en nieuwjaarswens van Oom en Tante. Wetend dat deze twee mensen zelf moslim zijn, maakte dit me stil van dankbaarheid.
Eerst ons opgefrist en wat gegeten, waarna we onze kerstgeschenken aan Oom en Tante overhandigden.
Oom een man op leeftijd, maar nog kaars rechtop liep, had vroeger bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger gediend, waardoor beide mensen nog goed Nederlands spraken. Zo zaten we na het eten om de 'kerstboom' met glas rode wijn en zongen gezamenlijk het zo bekende kerstlied "Stille nacht Heilige nacht". Ondanks dat ik ver van huis was, wat ik in de afgelopen werkjaren vaker was geweest,
voelde ik me gelukkig en genoot van de sfeer.
Het huis ligt in een buitenwijk van Ciamis, in een straat met allemaal keurig onderhouden woningen met een ruime tuin vol planten. Later in de ochtend kregen we visite en werden meegenomen naar een verrassing volgens Tante. Zo raakten we verzeild in een gezelschap van dames allemaal ouder dan vijftig jaar, die allemaal van Tante Nederlandse les kregen en ook samen een koor vormden.
We kwamen in een ruime kamer van een woning waar midden in de kamer een tafel gedekt stond met allerlei soorten Indische gerechten gemaakt van fruit. Zo kwam er een oude liedjes bundel te voorschijn "Kan je nog zingen, zing dan mee", en moest ik ook mijn best doen. Voor de kerstdagen werd eerst "Stille Nacht" gezongen en daarna twee coupletten van het Nederlandse volkslied. Het was al middag eer we afscheid namen van de dames en huiswaarts keerden. We waren amper thuis toen een zware regenbui los barste en het bleef regenen, maar de lucht rook heerlijk van het groen en de bloemen. Na het avond eten bleven we op de overdekte waranda buiten zitten met een biertje. Tante zie toen tegen me: "Onze geadopteerde zoon is hier kind in huis en ik wens dat jij je ook zo mag voelen, want je bent hier altijd zeer welkom". Ik kreeg een brok in mijn keel en kon met moeite mijn dankwoord uitbrengen.
De omgeving was prachtig en rust gevend, maar het weer werkte niet mee, en zodoende keerden we snel weer naar huis. De volgende dag beter hoopten we.
In de middag brak de zon zowaar door en gingen we weer op pad. Zo zwierven we tussen de rijstvelden door, waar op men aan het werk was en kwamen in kleine dorpjes uit.
Op een zeker moment wisten we niet meer waar we waren en vroegen de weg terug naar Ciamis. We waren zover afgedwaald dat mijn gastheer moest toegeven dat hij er zelf ook nog nooit was geweest, waarop ik gekscherend tegen hem zei, dat het me een waar genoegen was hem ook eens iets van zijn eigen land te laten zien, waarop hij moest lachen.
Oom had voor de ochtend van vertrek een taxibusje georganiseerd, dat ons om 06.00 uur voor de deur zou afhalen.
Het was redelijk rustig in de trein en na onze zitplaatsen gevonden te hebben, braken we het pakket met lekkernijen van Tante maar aan om onze honger te stillen.
Wederom opende de hemel zich en kwamen in een zware regenbui terecht en drijfnat kwamen we thuis.
Na een gesprek met Oom en Tante werd besloten dat we daags voor oudejaarsdag terug zouden keren naar Jakarta om de drukte in het vervoer voor de jaarwisseling te ontlopen.
Voor een ieder was het afscheid moeilijk na deze mooie dagen., en ik moest beloven zeker nog eens terug te komen. Ik kreeg van Tante nog een mooie sarong als aandenken en voor de reis had ze de nodige lekkere hapjes ingepakt. We zouden niet van de honger omkomen.
Onderweg hadden we bij opgaande zon meer te zien dan op de heenreis en waren beide stil in onze gedachten verzonken.
Het werd een stralende zonnige ochtend en we waren precies op tijd in Bandung om de trein naar Jakarta te halen, niet de stoptrein en zodoende schoot onze lunch er bij in.
Vanuit de trein ook regelmatig een mooi zicht op het in de diepte gelegen landschap.
Het was 14.00 uur toen we in station Jakarta Kota aankwamen en hadden op deze terugreis, met een afstand van bijna 300 kilometer acht uur gedaan.
Bij het station namen we een taxi naar het huis van mijn gastheer, maakten een afspraak voor de jaarwisseling, waarna ik verder ging naar mijn onderkomen.
Het waren een paar mooie, geweldige gastvrije dagen geweest bij mensen die ik in mijn hart zou opsluiten.
Er lagen diverse telefoon notities op me te wachten van verschillende bekenden om hen te bellen. Dit gedaan met tot gevolg dat we elkaar troffen voor 'Happy Hour' in Hotel Indonesia en later ergens te gaan eten.
De volgende ochtend eens naar de kleermaker gegaan om een lichtkostuum aan te laten meten en wat nieuwe lange broeken.
Vrienden en kennissen bellen elkaar op om een afspraak te maken, waar elkaar die avond te treffen. Gaat het niet bij de personen thuis dan wordt er naar een gelegenheid gezocht in de stad, waar je zeker bent van een hapje en een drankje. Vooral het laatste was meestal het geval. Een ding was zeker; ga op tijd van huis, want vervoer met een taxi was hoe later op de dag hoe moeilijker en uiteraard duurder.
Zo hadden we afgesproken in Hotel Indonesia waar een van de groep zo slim was geweest een aantal plaatsen te reserveren.
Het was een drukte van belang en uiteraard kom je weer oude bekenden tegen, zoals Hans de eigenaar van de zeilboot, waarmee ik de zeilreis naar Pulau Sepa maakte. Zo ook drie vriendinnen, waarmee ik een verkenningsreis maakte naar Noord-Sumatra. Het werd met recht een feest van toeters en bellen.
Het nieuwe jaar werd dan ook met veel toeters en bellen ingeluid, maar wat ik buiten op straat meemaakte was ongelooflijk. Iedereen die maar een auto had reed in rijen dik door de stad en om de rotonde terwijl er overmatig gebruik werd gemaakt van de autoclaxon en zelfs van soorten scheepshoorns. Dit festijn zou tot vroeg in het nieuwe jaar voortduren. Beste wensen, en nog eens beste wensen , knuffels en kusjes en maar proosten op een gezond, gelukkig en vredig Nieuwjaar.
Het werd een stevige wandeling terug naar mijn onderkomen en genoot in ´stilte´ van het plezier van de mensen op straat. Terug kijkend op het afgelopen jaar, moest ik toegeven dat het een mooi jaar was geweest met veel ervaring, kennissen, vrienden en vriendinnen. Maar vooral het enorm fijne contact met de lokale bevolking. Zo stond er weer een nieuw jaar voor de deur, wat ik met een positief gevoel te gemoed zag.
BOTANISCHE TUIN BOGOR.
Het was 2 januari in het nieuwe jaar en niet alle bedrijven waren weer helemaal geopend. Zo besloot ik met een van de kennissen naar de Botanische Tuin in Bogor te gaan. In de ochtend regende het pijpenstelen en bleef het maar zwaar bewolkt. Al met al namen we een taxi naar het station om met de trein naar Bogor te gaan.
We reisden lekker eens tweede klas, tussen de lokale bevolking, en het was een echte boemel die overal stopte om haar variatie aan passagiers met bagage in- en uit te laten stappen. Als enige blanke had in tijdens deze rit het nodige bekijks, maar ik keek mijn ogen uit en kwam tot de conclusie, dat de menselijke lading in verschillende groepen was onder te brengen. De gewone passagiers, bepakt en bezakt met hun inkoppen, de schooljeugd, venters dier allerhande etens- en drinkwaren aan te bieden hadden, de bedelaars en de dieven. Dan nog de niet betaalde reizigers die buiten- en op de wagons ('Rail surfers') en tussen de wagons hingen waren er in overvloed. Groepjes jongelui trokken muziek makend en zingend door de treinwagons om op deze manier wat bij te verdienen. Het was een schouwspel en een belevenis op zich zelf. Na in Bogor eerst wat te hebben gegeten gingen we naar de botanische tuin.
De Botanische tuin in Bogor, het toenmalige Buitenzorg, werd in opdracht van de VOC opgezet in 1817. Het was in feite een soort proeftuin waar men zaden en stekjes van diverse bomen opkweekte om te zien of deze toen nog uitheemse bomen en planten ook in Nederlands Indië konden groeien. In de eerste vijf jaar werden en negenhonderd platen bijeen gebracht.
De proeftuin grensde aan de tuinen van het paleis van de gouverneur-generaal en kreeg al snel de naam 's Lands Plantentuin. De naam bleef bestaan tot 1949, waarna het de naam Kebum Raya Bogor kreeg, Kebun is tuin en Raya is groot, dus grote tuin van Bogor.
(Stam van de kapok boom.)
Een plantenkas vol met prachtige en ook bloeiende cacteeën, maar de orchideeën klas was gesloten wegens onderhoud.
Toen de zon achter de wolken verdween werd het gewoon donker onder het bladerendek van de bomen.
In een hoek van het enorme complex zag ik een boom, met wat ik dacht enorm grote bladeren , maar het bleken enorme vleermuizen te zijn die er hingen te slapen.
Er werd even stevig getrokken die aan de boom hing, en krijsend vlogen ze in het rond, waar ik snel een paar opnamen van maakte. het enigste wat ontbrak op de achtergrond was de volle maan.
Op de grens van de Botanische tuin en het terrein van het zomerpaleis van de toenmalige Gouverneur-Generaal ligt een enorme vijver met daarin groeiend de Victoria Regia (Victoria amazonica) waterlelie.
De enorme bladeren van deze plant hebben een doorsnede van drie meter en een opstaande rand van vier tot tien centimeter.
De bladeren hebben een zo'n groot drijfvermogen dat een klein kind op blijft drijven.
Helaas stond deze plant niet in bloei op het moment dat ik er was.
De terugreis van Bogor naar Jakarta Kota was weer een belevenis op zich en het was een stuk drukker dan op de heenweg. Ik was zo beleefd om mijn zitplaats af te staan aan een oude met een klein kind, en dat was iets wat ze niet gewend waren, maar hij was me zeer dankbaar. Doordat de trein onverwachts een stop maakte in de stad, en dat was vlak bij mijn onderkomen, zijn we daar gewoon zoals de lokale bevolking deed, uitgestapt. Het scheelde weer de prijs van een taxi.
Het was voor mij persoonlijk een pijnlijk bericht, dat ik tijdelijk werd overgeplaatst naar Singapore om de overdracht van een tanker te begeleiden, tijdens een dok periode, aan de nieuwe eigenaar.
Singapore was na Jakarta een tweede thuisplaats geweest in verband met het verlengen van mijn verblijf visum voor Indonesië. Het is een heel andere culturele stad dan Jakarta, super schoon en alles volgens de regels, en in die tijde de tweede wereldhaven.
Het werd overdag aanwezig zijn, supervisie uitvoeren, in de avond terug naar het hotel, en de volgende dag weer het zelfde. Vrije tijd werd opgevuld met het bezoek aan de dierentuin, botanische tuin en genieten van het eten, op plaatsen als 'Peoples Park'. Maar in deze klinisch schone stad was het toch terug verlangen naar Jakarta en Indonesië. Zo al de persoonlijke bezittingen ingepakt die ik niet nodig had in Singapore en bij vrienden in bewaring gegeven. De avond voor vertrek, werd me een afscheidsetentje aangeboden, waarbij de wens werd uitgesproken op een spoedige terugkeer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten