dinsdag 10 augustus 2021

DEN NORSKE AMERIKA LINJE A/S. (NOORWEGEN)

 

       PASSAGIERS-  CRUISE- EN

 VRACHTVAART  REDERIJ MET

NAMEN DIE EINDIGEN OP FJORD.


 DEN NORSKE AMERIKA LINJE A/S.

De Norwegian America Line rederij werd opgericht op 27 augustus 1910 te Oslo.
Eind 1911 werden twee passagiersschepen besteld bij Cammaell KLaird & Co te Birkenhead in Engeland voor de dienst tussen Noorwegen en de Verenigde Staten.

( ss. Kristianisfjord.)

De 'Kristianiafjord' van 10.669 brt opende de dienst op 4 juni 1913, in september van dat jaar gevolgd door de 'Bergenfjord' van 11.015 brt. 
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog stelde het neutrale Noorwegen voor tal van problemen; de vloot werd zoveel mogelijk uitgebreid.
Na de Eerste Wereldoorlof was het bedrijf een van de grootste rederijen van Noorwegen, met een vloot van 19 schepen, waarvan sommige voor commercieel vrachtvervoer. In 1915 werd een derde passagiersschip besteld bij de zelfde werf, de 'Stavangerfjord' van 13.156 brt, dat eind 1918 werd opgeleverd.
Helaas ging het schip op 15 juli 1917 door een stranding bij Kaap Race verloren.

Twee decennia achtereen onderhielden deze beide schepen de passagiersdienst tussen Oslo, Christiansand, Stavanger, Bergen en New York.

In 1937 werd een nieuw passagiersschip  besteld te Bremen, het motorschip 'Oslofjord' van 18.637 brt, dat op 4 juni 1938 de eerste reis maakte.
Kort daarop werd de 'Stavangerfjord' ingrijpend gemoderniseerd. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd dit schip te Oslo opgelegd; de 'Bergensfjord' en 'Oslofjord' te New York.
In de zomer van 1940 werden de laatste twee schepen weer in gebruik genomen als troepentransportschepen voor de geallieerden dienst te doen. Alvorens dit ook te kunnen doen met de nieuwe 'Oslofjord' liep dit schip op 13 december 1940 op de Noordzee op een mijn en ging verloren.

Ne de Tweede Wereldoorlog werden de zware scheepsverliezen overwonnen door de bouw van nieuwe schepen, maar door vermindering van het passagiersvervoer over zee verschoof de focus van het bedrijf vooral naar de vrachtschepen, waaronder later vanaf de jaren zeventig, de container- en de bulkvaart.

De 'Stavangerfjord' heropende de dienst op de Verenigde Staten in augustus 1945; de 'Bergenfjord' werd in de zomer van 1946 verkocht aan de home Lines. In november 1949 ving de nieuwe 'Oslofjord' van 16.844 brt, gebouwd door de Nederlandse Dok en Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam, de eerste reis aan.

  











( ms. 'Oslofjord'.)

In 1956 kwam een nieuwe 'Bergensfjord' van 18.839 brt de dienst versterken, afkomstig van de werf Swan, Hunter & W. Richardson. Weliswaar werd de oude 'Stavangerfjord' nogmaals gemoderniseerd, maar in december 1963 voor de sloop verkocht.

(ms. 'Sagafjord'.)

In 1965 kwam de nieuwe 'Sagafjord' van 24.002 brt van een Franse werf in de vaart. 
In 1970 ging de aan de de Italiaanse rederij vercharterde  Óslofjord' als 'Fulvia' op de Atlantische Oceaan door brand verloren.
In maart 1971 kocht de Compagnie Générale Transatlantique de 'Bergensfjord' aan en bracht dit schip als 'De Grasse' in de vaart.

De passagiersvaart tussen Noorwegen en de Verenigde Staten  werd nog maar sporadisch onderhouden; de 'Sagafjord' werd vooral gebruikt voor cruises.
In 1980 werden de laatste twee cruiseschepen overgedragen aan een nieuwe joint venture de Norwegian American Cruises met Leif Högh & Co. en uiteindelijk aan de Cunard Line verkocht.


Tijdens de karen 1990 waren de belangrijkste activiteiten van de NAL de roll-on/roll-off activiteiten en het zeevervoer van auto's via het merk NOSAC (Norwegian Specialized Autocarriers), met een vloot van bijna 20 schepen, vervolgens overgenomen door Wilh. Wilhelmsen in 1995.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten