HAMBURG-SÜDAMERIKANISCHE DAMPSCHIFFFARHTS-GESELLSCHAFT. (DUITSLAND)

 

         BEKEND ONDER DE NAAM

                 'HAMBURG SUD'.

HAMBURG-SÜDAMERIKANISCHE DAMPSCHIFFFARHTS-GESELLSCHAFT. EGGERT & AMSINCK.

De Duitse rederij  werd te Hamburg opgericht op 4 november 1871.

De vloot bestond aanvankelijk uit drie kleine schepen met 2.738 brt, die waren overgenomen van de Hamburg Brasilia S.S. Co.

Met gecharterde schepen van andere rederijen werd een maandelijkse dienst geopend op Midden-Brazilië en La Plata rivier.

In het  najaar van 1878 werden de diensten gesplitst en de frequentie opgevoerd.

In 1900 werden de eerste drie passagiersschepen van de 'Cap Frio'-klasse van 5700 brt in de vaart gebracht.

In 1901 telde de vloot reeds 31 schepen met 125.428 brt. In 1911 kwam de 'Cap Finisterre' van 14.503 brt  in dienst, gevolgd door de 'Cap Trafalgar' van 18.710 brt, het grootste passagiersschip, dat op Zuid-Amerika voer.

het schip ging nog voor het einde van dat jaar als hulpkruiser verloren. Bij het uitbreken van de eerste Wereldoorlog telde de vloot 57 schepen met 330.000 brt. Vrijwel de gehele vloot moest aan het einde van de oorlog aan de geallieerden worden uitgeleverd. In 1920 konden de diensten met gecharterde schepen worden hervat en aan het eind van het jaar volgde het eerste eigen schip, de 'Argentina' van 5.668 brt.

(ss. 'Cap Polonio'.)

Nieuwbouw en teruggekochte schepen waar onder de 'Cap Polonio van 20.517 brt, maakten dat de diensten konden worden uitgebreid en al spoedig had de HSDG haar oude positie herwonnen.

In de winter van 1945/25 kwamen de eerste motorschepen van de 'Monte'-klasse, de 'Monte Sarmiento' en de 'Monte Olivia' van 13.700 brt in dienst. Zij behoorden tot een geheel nieuw type met accommodatie voor 2400 passagiers in de derde klasse.

(ss. 'Cap Arcona'.)

In 1927 kwam de 'Cap Arcona' van 27.561 brt in dienst, het grootste en snelste (21 knopen) Duitse passagiersschip, dat ooit op Zuid-Amerika voer.

Het schip kreeg de bijnaam de "Nazi-Titanic".

Het schip werd in 1940 door de Duitse Kriegsmarine gebruikt als accommodatieschip op de Oostzee. In 1943 werd op het schip het grootste deel van de Duitse film Titanic opgenomen. In 1944 werd het schip gebruikt om Duitsers uit Oost-Pruisen op de vlucht voor het Rode Leger naar Duisland te brengen. Aan het eind van de oorlog lag het schip in de Lübecker Bocht met aan boor concentratiekamp gevangenen van kamp Neuengamma door de SS aan boord gebracht. OP 3 mei 1945 werd het schip door de Royal Airforce gebombardeerd, waarbij 90% van de opvarenden het leven lieten, waaronder 270 Nederlanders.

In 1939 bezat de HSDG weer 56 schepen met 409.000 brt; daarbij nog 114 hulpvaartuigen. Ook dit maal ging de gehele vloot in en door de Tweede Wereldoorlog verloren. 

Pas in april 1951 kon de dienst op Zuid-Amerika worden hervat met het ms. 'Santa Ursula' van 6962 brt, weldra gevolgd door vijf zusterschepen. Zij hadden alle accommodatie voor 28 passagiers.

In 1954 volgeden nog twee schepen van de 'Santa-klasse' van 6300 brt, maar met accommodatie voor 6 passagiers.

In 1955 kwamen alle aandelen in handen van Dr. August Oetker KG van de Oetker - Gruppe.

In januari werd een nieuwe snelle dienst op Zuid-Amerika geopend met de 'Cap Blanco' van 5900 brt, met een accommodatie voor 12 passagiers, als eerste van de acht zusterschepen.

                                                (ms. 'Polar Equador.)

In 1964 begon de rederij met koelschepen van de 'Polar-klasse'van 3413 brt en het jaar daarop bracht zij de eerste tanker, de 'St. Nikolai' van 39.520 brt in de vaart.

Het zusterschip de 'Cap San Diego' ligt heden als een museumschip in de haven van Hamburg.

In 1971 kwamen de eerste containerschepen in de vaart.

Zij onderhielden diensten tussen de oostkust van de Verenigde Staten, Australië en Nieuw Zeeland.

Op 1 december 2007 werden de activiteiten van Costa Container Lines overgenomen. 

In 2015 nam Hamburg Súd de container activiteiten over van Companie Chilena De Navigacion Interocea (CNNI) voor een onbekend bedrag. Al de 750 werknemers gingen mee in de verkoop en tevens de chartercontracten voor 15 containerschepen met een capaciteit tussen de 100 en 9000 TEU per schip en 60.000 containers. 

Op 1 december 2016 verkocht de Oetker - Gruppe haar aandelen aan Maersk Line. De transactie werd op 30 november 2017 afgerond. Door de overname steeg met marktaandeel van de Maersk Line met ruim 18% en de vlootcapaciteit tot 3,8 miljoen TEU.