WERD 150 JAAR OUD.
COMPAGNIE FRAISSINET.
De Compagnie Fraissinet werd in januari in Marseille opgericht door Marc Fraissinet, de zoon van een protestantse koopman uit de Languedoc. Het eerste schip van de rederij was de Marseillais.
In 1837 werden twee nieuwe schepen gebouwd, Rhône en Hérault. In 1841 kocht Fraissinet het bedrijf en breidde de lijn uit naar Nice. Aanvankelijk gesteund door de Franse regering, werd het project van Fraissinet voor een lijn naar new York en de Golf van Mexico afgebroken. In 1846 benoemde Fraissinet zijn zoon Adolphe tot adjunct-directeur van het bedrijf, de lijnen werden uitgebreid naar Spanje, Gibraltar en Portugal.
In 1853 werd het bedrijf omgedoopt tot Compagnie Marseille de Navigation à Vapeur.
Isabelle, het eerste schroefaangedreven schip van het bedrijf, huldigde het jaar daarop de eerste lijndienst tussen Algerije en Le Havre (Marseille-Algiers-Spanje-Portugal-Le Havre.)
De kort bestaande lijn kreeg een domper door de aanvaring van de Normandië met een Nederlands schip in 1857.
In 1860 kreeg het bedrijf, dat tien schepen exploiteerde, te maken met toenemende concurrentie op de Italiaanse markt. Fraissinet breidde zijn lijnen uit naar Napels en de Levant, verhoogde het kapitaal van de maatschappij en kocht in 1865 zes nieuwe schepen. Datzelfde jaar kocht hij Bazin, de eerste stoomschipmaatschappij die in Marseille werd opgericht.
Een jaar later had het bedrijf een kapitaal van 9 miljoen frank en exploiteerde 15 stoomschepen. Verbindingen met Corsica en Leghorn werden in 1868 opgericht. Het schip Azië op weg naar India, was het eerste koopvaardijschip dat door het Suezkanaal voer op 8 januari 1870. In 1870 bezat de maatschappij 20 schepen die lijndiensten onderhielden naar Bombay, Malta, Port Said, Constantinopel, Italië, Corsica en de Languedoc.
Door de Frans-Pruisische oorlog werd de dienst naar India stopgezet, de dienst naar Corsica uitgesteld en werden verschillende schepen verkocht.
Het bedrijf kreeg een postdienst naar Corsica van de Franse regering. In 1878 werd een lijndienst aangelegd tussen Sète en Genua, terwijl de bestaande Levant-lijnen werden uitgebreid naar Palestina en Odessa.
Op 18 december zonk het schip de Byzantijnse Kust bij Gallipoli, wat de dood van 150 van de 250 passagiers tot gevolg had.
Aan het einde van de 19e eeuw exploiteerde Fraissinet lijnen naar de Languedoc, Corsica (post) , Sardinië, Italië, de Franse en Italiaanse Riviéra, Contantinopel, de Zwarte Zee en de monding van de Donau, Oran, Dakar en Libreville (post).
Op 7 juni 1903 kwam het schip Liban in aanvaring met de L' Insulaire een paar mijl buiten de haven van Marseille, wat de dood van ongeveer 100 opvarenden tot gevolg had.
Het ongeval trof de stad Marseille diep en een gewelddadige perscampagne brak uit tegen Fraisinnet, dat in 1904 de postdienst naar Corsica verloor.
Compagnie Française de Navigation et de Construction Navale kon het contract echter niet nakomen, dat werd uitgesteld tot Fraissinet in 1905.
De vloot van Frassinet werd na de Eerste Wereldoorlog teruggebracht tot tien schepen. De Balkan (augustus 1918), Suzette-Fraissinet (mei 1918), Mrarc-Fraissinet (oktober 1917), Esterel (april 1917), Golo (augustus 1917) en Italia (mei 1917) werden tot zinken gebracht door Duitse of Oostenrijkse-Hongaarse U-boten.
Alfred Fraissinet reorganiseerde het bedrijf en gaf de voorkeur aan de Corsicaanse en Algerijnse lijnen.
In 1927 werd het postcontract naar Corsica voor 20 jaar verlengd; een nieuwe reeks moderne schepen werd gebouwd.
In 1881 richtte Frabre de Compagnie Française de Navigation à Vapuer Cyprien Fabre & Cie op en werd hij unaniem gekozen tot voorzitter van de kamer van Koophandel van Marseille.
In 1930 ging Fraissinet een alliantie aan met Fabre en Chargeurs Réunis voor een gezamenlijke dienst op West-Afrika. De lijnen naar de Zwarte Zee, die te lijden hadden van de Italiaanse concurrentie, werden in 1931 na 50 jaar ononderbroken dienst (ook in oorlogstijd) opgeheven.
In 1931 besliste de Italiaanse regering een monopolie op het vervoer van emigranten, wat resulteerde in de onderdrukking van de Fabre-lijn naar Amerika of de opnieuw toegewezen Afrikaanse lijn. Met Fraissinet werden nieuwe lijnen geopend geopend voor het transport van Afrikaans fruit naar Frankrijk. In 1937 nam Fraissinet de controle over Fabre, die Chargeurs in de steek had gelaten, een vormde voor een tijd een alliantie met Paquet. Dit was de enige periode waarin de drie grote familie bedrijven uit Marseille samenwerkten.
De naam werd omgedoopt in Compagnie de Navigation Cyprien & Cie. Sommige schepen gingen tijden de oorlog verloren, terwijl de overige verouderd waren. Ook Compagnie Fraissinet leed grote schade. Een van de weinige schepen die de Duitsers aan de Franse koopvaardijvloot hadden achter gelaten, het ms Général-Bonaparte, werd opo 19 mei 1943 voor de kust van Corsica tot zinken gebracht door een Britse onderzeeër.
Na de WO-II werden de trans-Atlantische lijnen hervat. In 1955 voltooide Fabre de fusie met Fraissinet door de Compagnie de Navigation Fraissinet et Cyprien Fabre op te richten, onder leiding van Roland Fraissinet, de kleinzoon van Cyprien Fabre.
In 1959 richtten ze de Compagnie Ivoirienne de Consignation Maritime op en plaatsten twee schepen onder de vlag van Ivoorkust.
Fraissinet streek in 1968 de vlag, de tanker Alfred-Fraissinet zijnde het laatste schip van het bedrijf.
In 1970 bezat het bedrijf zestien schepen. Fabre bleef tot 1979 in het bedrijf.
In 1979 verdween de vlag van het bedrijf volledig na de verkoop van haar laatste twee vrachtschepen, ms. Joliette en ms. Frontenac.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten