donderdag 6 januari 2022

AUSTRA AMERICANA. (OOSTENRIJK-HONGARIJE)

 


 TOEN EEN KEIZERRIJK.



AUSTRO-AMERICANA.

De Austro-Americana was een Oostenrijks-Hongaarse rederij gevestigd in Triëst. Het werd in 1895 opgericht door de Oostenrijkse expediteur en oprichter van Schenker-Spedition, Gottfried Schenker, August Schenker-Angener en William Burell, om een vrachtlijn tussen Oostenrijk-Hongarije en Noord-Amerika te exploiteren.
De wens van de Oostenrijkse katoenindustrie naar een binnenlandse importeur bood ook een zekere zekerheid dat een degelijke vrachtlijn ook winstgevend zou zijn.




(Wapen van Oostenrijks-Hongaars Keizerrijk.)

Oostenrijk-Hongarije ook bekend als de Donaumonarchie, was een constitutionele monarchistische unie tussen de kronen van het Keizerrijk Oosten Rijk en Koninklijke Hongarije in Centraal Europa. De unie was het gevolg van de Ausgleich in 1867, waarin het huis Habsburg toestond de macht te delen met de gescheiden Hongaarse regering, en zo dus toestond het grondgebied van het voormalige keizerrijk Oostenrijk te verdelen onder hen. Zo ontstond een van 's werelds grootste mogendheden op dat moment. Deze dubbelmonarchie heeft 51 jaar bestaan, tot ze werd ontbonden op 31 oktober 1918 na een militaire nederlaag op het Italiaans front van de eerste Wereldoorlog.


Beide landen Oostenrijk en Hongarije hadden geen zeehavens en kozen hiervoor Triëst gelegen in de gelijknamige provincie, ten oosten van Venetië aan de grens met Slovenië. Triest koos in 1915 voor de strijd gedurende de Eerste Wereldoorlog tegen Oostenrijk-Hongarije. In 1918 werd Triëst ingenomen door de Italiaanse troepen en bij het land ingelijfd.

De eerste vier schepen van de rederij werden in het jaar van de oprichting in Engeland gekocht. De eerste reizen vonden om de zes weken plaats en gingen van Triëst naar Moble, Bruswick, Charleston, Wilmington en Newport News, en zo nodig naar andere havens aan de Amerikaanse oostkust.

Omdat de zaken goed gingen, werden in 1897 nog drie gebruikte schepen gekocht en in 1898 nog eens vier. Als gevolg van de wereldwijde economische crisis van 1901 tot 1902 moesten echter enkele schepen opnieuw worden verkocht. In 1902 verliet Willam Burell het bedrijf en verkocht hij zijn aandelen aan de Kroatische gebroeders Cosulich. Het aandelenkapitaal werd verhoogd, 14 schepen werden overgenomen van de rederij Cosulichs en in 1903 werd het bedrijf omgedoopt tot "United Austrian Shipping Companies of Austro-Americana and the Cosilich Brothers".

                                                                       (ss. Giulia uit 1904.)

In 1904 had het bedrijf 19 schepen in dienst. In dat zelfde jaar werden er ook voor het eerst passagiers vervoerd, aangezien toen veel mensen naar de VS emigreerden, en er zo een winstgevende handel werd geboden. ook konden  er klanten worden omgeleid van de Noord-Duitse concurrenten, Norddeutscher Lloyd en Hamburg Amerika line, die eerder inwoners van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie naar de VS hadden vervoerd. Met de intrede in de passagierssector werd echter ook gereageerd op de overeenkomst van de Engelse Cunard Line met de Hongaarse regering, die van plan was het Hongaarse emigratieverkeer over te nemen. Deze eventuele overeenkomst ging niet door daar men vreesde dat de Cunard Line te veel zou overnemen ten koste van de Austro Americana, welke alleen in staat was haar eigen positie te behouden tegen de sterke concurrentie van Noord-Duitsland en Engeland dankzij overheid subsidies.



Als gevolg hiervan breidde het transportbedrijf in Oostenrijk in een ongekend tempo uit. In 1905 verwierf het bedrijf een pand in Triëst, waarin een emigratiecentrum voor 1.500 mensen was gevestigd. Vanaf 1906 kreeg het bedrijf het recht om ook Italiaanse passagiers uit Napels en Palermo te vervoeren.
In 1907 werd de Zuid-Amerikaanse dienst gestart.
In 1908 moesten drie door de Österreichischer Lloyd gecharterde schepen vertrekken vanwege de slechte economische situatie in de VS en werden teruggestuurd, evenals verschillende vrachtschepen die tijdelijk buiten dienst werden gesteld. In 1910 kreeg het bedrijf een verzend- postcontract met postrechten op de Noord- en Zuid-Atlantische routes. Tegelijkertijd was het bedrijf verplicht om een lijndienst Triëst - Rio de Janeiro - Santos - Buenos Aires te starten, gecombineerd met een staatssubsidie. In 1913 bedroeg dit 1,53 miljoen kronen. De winst was twee jaar daarvoor het zelfde.
Ter vergelijking: de in de Middellandse Zee en Azië actieve Östereichische Lloyd ontving subsidie voor haar gehele routenetwerk voor een bedrag van 10 miljoen kronen per jaar. Om onnodige concurrentie te voorkomen, werden de werkterreinen tussen Lloyd en Austro Americana contractueel geregeld.

                     (ss. Kaiser Franz Joseph.)

Op 9 september 1911 werd de Kaiser Franz Joseph te watter gelaten op de scheepswerf Cantiere Navale Triestino in Monfalcone. Al de mogelijk denkbare hoogwaardigheden waren hierbij aanwezig. Het schip van 12.567 ton met een lengte van 145 meter, en breedte van 18 meter, met een diepgang van 7,9 meter, had een vermogen van 12.800 pk.
Het was groter dan enig ander Oostenrijks koopvaardijschip ooit gebouwd en daarmee het vlaggenschip van de Oostenrijks-Hongaarse koopvaardijvloot.



In 1913 het laatste vredesjaar voor de uitbraak van de eerste Wereldoorlog, importeerde de Austro Americana 939.912 ton en exporteerde 854.642 ton aan goederen. Dit omvat 95% van al het goederenverkeer tussen Oostenrijk-Hongarije en Zuid-Amerika.
In 1914 namen Oostenrijkse banken de aandelen van de grote Duitse Duitse rederijen over, waardoor het bedrijf volledig in Oostenrijkse handen kwam.
Met het uitbreken van de oorlog was internationale verzending echter niet meer mogelijk. De Austro Americana onderging een soortgelijk lot als de Österreichischer Lloyd. Schepen die zich in het buitenland bevonden, werden door de tegengestelde landen in beslag genomen of beschoten.
Andere schepen werden door de Oostenrijkse-Hongaarse marine opgeëist, bijvoorbeeld als hospitaalschip.


Van de 31 stoomschepen aan het begin van de oorlog waren er in 1918 maar tien over.
De Austro Americana werd simpelweg Unione di Navigazione SA. Leden van de Triëste rederij Cosulich namen vanaf maart 1919 het bedrijf over, dat Coslich Società Triestina Navigazione , kortweg Cosulich Linie, heette.


Omstreeks 1927 telde de vloot opnieuw 24 schepen met 183.000 brt.
Van 1932 tot tot 1936 maakte de redrij deel uit van het bedrijf Italia-Flotte Riunite, Cosulich-Lloyd Sabaudo- NGI.
Haar passagierslijnen verbond Triëst met New York en Zuid-Amerika.
Er werden goederen vervoerd van en naar Noord- Midden- en Zuid-Amerika, vergelijkbaar met Austro Americana.
Als gevolg van financiële problemen werd de voormalige Cosulich lijn in 1937 onder druk van de staat Italië opgenomen.







                                                                           









Geen opmerkingen:

Een reactie posten