donderdag 19 januari 2023

KRUIDNAGELBOOM EN VRUCHTEN.

 

         EEN SPECERIJ MET 

EEN BLOEDIGE GESCHIEDENIS.




KRUIDNAGEL.

De kruisnagelboom is een fraaie opvallende boom met dicht groen loof en bloemen die in kleine trossen aan het uiteinde van de takjes hangen.
De Latijnse naam is Syzygium aromaticum, in het Engels clove en in het Indonesisch cengkeh.
De kruitnagelboom groeit langzaam en er kan pas na zes tot acht jaar voor het eerst worden geoogst.
Na de eerste oogt kan het wel meer dan honderd jaar doorgaan.
De boom kan een hoogte bereiken van 9 tot 12 meter, is piramidevormig en altijd groen.
In de bloeitijd hangen de bomen vol met trosjes felrode bloemknoppen.
De kruidnagelboom groeit van oorsprong op slechts een paar eilanden van de Molukken: Batjan, Makian, Moti, Ternate en Tidore. De bomen houden van een tropisch zeeklimaat en worden tegenwoordig ook op Bali gekweekt.




Voor de teelt van kruidnagels worden de bloemknoppen geplukt als ze ongeveer anderhalve centimeter lang en groenroze van kleur zijn. Plukker halen hierbij halsbrekende toeren uit om helemaal boven in de boom te komen. De bloemknoppen worden heel voorzichtig met de hand geplukt.
Wanneer ze geplukt worden, staan ze namelijk op het punt van uitkomen en dat moet juist worden voorkomen. Als de bloemknop open gaat, is deze namelijk niet meer als specerij te gebruiken.

De bloem is een boeket van meeldraden en ruikt naar de kruidnagel.



De geplukte bloemknoppen worden eerst met da hand vrij gemaakt van takjes en blaadjes, waarna de knoppen op betonvloeren of zeilen worden uitgespreid om in de buitenlucht te drogen.
Het drogen neemt slechts enkele dagen in beslag. Hierna zijn de bloemknoppen donkerbruin met iets lichterbruine kopjes, en heten ze kruidnagels.
Kruidnagels hebben al meteen de karakteristieke sterke, zoete, pikante en doordringende geur en smaak. De kruidnagel wordt in zijn geheel of gemalen op de markt gebracht.  Dat de kruidnagel als specerij duur is komt dat het gehele proces met de hand gedaan moet worden. 

GEBRUIK.

Indonesië verbruikt de hele kruidnageloogst in het land zelf, niet alleen voor de gerechten, maar hoofdzakelijk voor het verwerken daarvan in sigaretten, de Kreteks.
De naam Kretek is een klanknabootsing van het knetteren van deze sigaretten wanneer ze worden aangestoken. De olie uit de kruidnagel verbrandt dan. Ook hierin zijn verschillende sterkten te verkrijgen.

Kruidnagels worden veel; gebruikt in koek, zoals speculaas. In de keuken bij stoofgerechten, zoals runderlappen, en meegekookt met rodekool en wild.


Vroeger werd de kruidnagel als verdoving gebruikt bij kiespijn.
 Kruidnagelolie wordt in de tandheelkunde gebruikt, 


TERUG IN DE TIJD VAN STRIJD.

In China en Indonesië was de kruidnagel al eeuwen voor onze jaartelling bekend. In China moest iedereen die het woord wilde richten tot de keizer, een kruidnagel in de mond stoppen om zijn lucht te zuiveren.

De Romeinen hebben de kruidnagel in Europa geïntroduceerd. Gedurende de Middeleeuwen werd in Europa de kruidnagel amper gebruikt, omdat deze te duur was. De kruidnagel kwam van Ceylon via India over de karavaanroute naar Alexandrië.

De Portugezen maakten vanaf het moment dat zij de archipel van de Molukken veroverden, een einde aan de specerijen handel van de Molukkers, en verkregen zo het monopolie op de handel.
Kruidnagels waren vanaf 1529 alleen in Lissabon en Antwerpen te koop.

Toen de Hollanders van de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie, in 1629 de Molukken op de Portugezen veroverden, stelden zij de doodstraf in op de illegale lokale handel van kruidnagelbomen en de specerij.




In 1656 werd na de Grote Ambonese Oorlog de expansiepolitiek met succes bekroond en werd de kruidnagelproductie beperkt tot het eiland Ambon en drie kleinere eilanden ten oosten daarvan: Haruku, Saparua en Nusa Laut. 
Alle bomen buiten dit gebied werden gekapt. De sultans van Ternate en Tidore kregen als compensatie voor de bomen in 1652 en 1657 een forse geldelijke vergoeding.
Daar waar de bomen wel waren toegestaan, was men verplicht alle kruidnagels aan de VOC te leveren, bij gebreke kreeg men de doodstraf, zo ook voor illegale handel.
Aan de inheemse producenten werd toen maximaal 25 cent per pond betaald, terwijl de nagelen in Europa en Azië werden verkocht voor tussen de 3 en 4 gulden per pond. 

Ondanks de doodstraf op de handel in levende kruidnagel, lukte het de Fransman Pierre Poivre, een botanicus, toch om in 1770 op de Molukken in het geheim jonge kruidnagelbomen te verkrijgen. Hij deed dat zelfde met de nootmuskaat. Hij plantte deze bomen in de Jardin du Roi, de tegenwoordige Sir Seewoosagur Ramgoolam Botanical Garden, op Mauritius.
Van daaruit werden ze in 1818 op Zanzibar en Pemba geïntroduceerd en na 1820 ook op Madagaskar.
Hiermee verloor de VOC haar monopolie op de specerijen.









 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten