vrijdag 6 januari 2023

KANONSKOGELBOOM EN VRUCHTEN.

 

             EEN HARDE VRUCHT, 

  MAAR NIET GESCHIKT ALS MUNITIE

          OM MEE TE SCHGIETEN.






KANONSKOGELBOOM.

De kanonskogelboom, in het Latijn Couroupita guianensis, en in het Engels Canonball tree, is een plant uit de familie Lecythidaceae.
De boom kan een hoogte bereiken van 35 meter, en heeft een afgeronde kroon.
De oorsprong van de boom ligt in het noordelijke deel van Zuid-Amerika en werd in Azië veel aangeplant in Botanische tuinen en parken.

De bladeren zijn afwisselend geplaatst, tot 30 centimeter lang, smal-elliptisch tot omgekeerd eirond en staan aan de uiteinden van de twijgen dicht opeen.
De boom verliest meerdere keren per jaar zijn bladeren.

De bloeiwijzen zijn lange trossen die direct op de stam onder de kroon en op oudere takken worden gevormd.
De bloemen zijn bijna het gehele jaar aanwezig.
Ze zijn 6 tot 10 centimeter groot en hebben zes roze tot dieprode, van buiten geelachtige kroonbladeren.
In het midden van de bloem bevinden zich bovenin de vruchtbare meeldraden en in het midden honderden , vergroeide, wit of roze met gele meeldraden, de stamknopen
De bloemen geven alleen 's nachts een wee-zoete geur af, die vleermuizen aantrekt als bestuivers.



De bloemstelen blijven steeds aan het einde bloemen en vruchten dragen totdat ze de grond bereiken en ze gaan wortelen. De boom krijgt hierdoor een visueel onderscheidend uiterlijk.
De kanonskogelbomen kunnen in één keer meer dan 150 vruchten produceren, en als ze in bloei staan kunnen de bomen bedekt zijn met meer dan 1000 bloemen.
De bomen hebben hun naam te danken aan hun ruwe, bruine en ronde vruchten, 15 tot 24 centimeter groot, die een harde schaal hebben, en lijken op een kanonskogel.
De legende gaat wanneer de vruchten op de grond vallen , ze een luidde plof veroorzaken die naar verluidt klinkt als een vallende kanonskogel.




                                                           (Van bloemknop tot vrucht.)

De kanonskogelvrucht heeft een harde wand, en het vruchtvlees is brijig, onwelriekend en bevat zeer veel zaden.
De vruchten zijn alleen eetbaar als ze rijp zijn en mogen niet onrijp gegeten worden, aangezien sommige mensen een allergische reactie kunnen krijgen. De rijpe vruchten vallen meestal van de boom en barsten open, waardoor het scherpe vruchtvlees zichtbaar wordt en het door de zuren, citroenzuur, appelzuur en wijsteenzuur, die in het vlees zitten blauw gaat kleuren. Hoewel het vruchtvlees van een rijpe kanonskogel-vrucht rauw als eetbaar wordt beschouwd, wordt het voornamelijk gegeten in tijden van hongersnood, omdat het vruchtvlees een ranzige, bedorven geur heeft.

In Zuid-Amerika wordt het vruchtvlees gebruikt om wonden te desinfecteren en wordt het gebruikt als hoestonderdrukker.
In India wordt het vruchtvlees gemengd in drankjes en gebruikt als een natuurlijk medicijn tegen ziekte.

GODHEID SHIVA.

Kanonskogelbomen staan in India bekend als Shiv Kamal of Kailashpati en worden beschouwd als een symbool van de Shiva, de bekende godheid die deel uitmaakt van het hindoeïstische driemanschap.
Shivan wordt vaak afgebeeld in afbeeldingen met een cobra om zijn nek, en er zijn veel verschillende betekenissen van de symbolische slang, variërend van een manifestatie van ego tot Shiva's liefde en heerschappij over dieren.
Veel hindoes geloven dat de kanonskogel-bloemen lijken op een cobra met een kap, een symbool van Shiva, en de bomen worden vaak geplant in tempels gewijd aan Shiva in heel India.
Als de bomen in bloei staan, worden de bloemen ook aan Shiva geofferd en als versiering rond de heilligdommen gebruikt.

Wereldwijd worden de vruchten soms gebruikt als veevoer voor varkens en kippen.
In Jamaica worden de vruchten soms gebruikt om wijn te maken.

VERSPREIDING.

De kanonskogelbomen komen oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika en groeiden al eeuwen in het wild. De oude vruchten werden in hun geheel opgegeten door prehistorische dieren en de zaden in de ingenomen vruchten werden op natuurlijke wijze verspreid via de dierlijke uitwerpselen, waardoor de natuurlijke habitat van de variëteit werd uitgebreid.
We kunnen er ook vanuit gaan dat deze harde vruchten door de vroege migrerende volkeren naar tropische gebieden over heel de gehele wereld werden vervoerd.
In 1775 maakte de Franse botanicus Jean Baptiste Christophore Fusee Aubiet melding van deze boom.
Tegenwoordig komt men de kanonskogelboom tegen in landen als Thailand, Sri Lanka, Singapore, Indonesië, Maleisië, India, Jamaica, Costa Rica, Bolivia, Venezuela, Peru, Panama, Ecuador, Honduras, Colombia, Hawaii en de Amerikaanse staat Florida.


   EEN GEWAARSCHUWD MENS TELT VOOR TWEE, DUS OPPASSEN GEBLAZEN.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten