vrijdag 31 maart 2023

TABAK EN ROOKGENOT IN INDONESIË.

 

   GEEN VOEDINGSMIDDEL, 

MAAR EEN ZEER ONGEZOND

          GENOTSMIDDEL.




OORSPRONG VAN TABAK EN GESCHIEDENIS.

Rodrigo de Jerez krijgt tabak een geboden door een Indiaan.
De tabaksplant, Latijnse naam Nicotiana tabacum, vindt zijn oorsprong in Midden-Amerika. De inheemse bewoners, de Indianen, gebruikten reeds tabak, en gebruikten dit om vuur mee te stoken. De rook was aangenaam en geurde sterk. Ze lieten de bladeren drogen en maakten er een rol van en staken deze aan om te inhaleren.
Het werd ook wel gepruimd of in een pijp gerookt.
Het was voor de Indianen een genotsmiddel, een medicijn en een manier om met de goden in contact te komen.
Nadat Columbus de Caribische eilanden had ontdekt en zijn latere opvolgers Midden-Amerika met de Indianen als bewoners en hun cultuur, kwamen ook de Spanjaarden met tabak in aanraking. Maar de Spanjaarden waren meer in het goud van de bewoners geïnteresseerd dan in de tabak, daar volgens de Roomse kerk het een plant was van heidenen en dus van de duivel. Aanvankelijk ging men er vanuit, dat tabaksbladeren konden helpen tegen kwalen.



De Fransman Jean Nicot die toen gezant was voor Frankrijk in Lissabon deed onderzoek naar de tabaksplant.
Naar hem is de tabaksplant, Nicotiana tabacum genoemd.

In 1560 stuurde hij de geneeskrachtige bladeren naar koningin Catherina Medici om haar te verlossen van haar hoofdpijn.
Het enigste wat zij hoefde te doen was het blad tegen haar voorhoofd te houden en gelijktijdig de geur ervan op te snuiven.

Na de Spanjaarden kwamen ook de Engelsen in Noord-Amerika met de tabak in aanraking. Daarna werd het gebruik van tabak gaandeweg ook populair in Noord-Europa. Het werd gepruimd, gesnoven of als pijp gerookt.  Ook de pijpen werden steeds populairder, van gebakken witte klei gemaakt, tot fraaie porseleinen met Delfsblauw.
In de 17e eeuw waren er reeds 7000 tabakshuizen in Londen. Het was koning Karel I die belasting ging heffen op tabak en daarmee de uitvinder werd van de nationale accijns heffing. Pas rond 1800 deed de sigaar zijn intrede in Europa. In 1828 ontdekte chemici de stof in de plant die zorgt voor de effecten van tabak, welke da naam "Nicotine", vernoemd naar de Fransman Jean Nicot. De uitvinding van de sigarettenmachine deed de productie verhogen en ook het gebruik. Toch bleven sommige rokers bij het draaien van hun saffie.

TABAK IN INDONESIË.

Tabak is in alle vormen in Indonesië te koop. Op de markt in grote hoeveelheden om er zelf een peuk van te draaien of om te pruimen, maar ook verpakt door de bekende sigarettenmerken.  Als er een land is op deze wereld, waar veel gerookt wordt, dan is het wel Indonesië.
Het zijn niet alleen de volwassenen die een sigaretje opsteken, maar erg genoeg zelfs kleine kinderen. Het is zonder meer verbijsterend hoeveel minderjarigen er roken.
Als de school uitgaat en ze het schoolterrein verlaten wordt er eerst een peukje opgestoken.

Je vraagt je af waarom ze zo vroeg aan dit slechte genotsmiddel verslaafd kunnen geraken. Is het om je meer volwassen te voelen, of om stoer te doen tegenover je klasgenoten? Als je het ze vraagt weten ze zelf het antwoord niet eens. Helaas is tabak niet alleen voor de staat, maar ook voor de boeren en andere arbeidskrachten in deze industrie een bron van inkomsten.


DE TEELT EN FABRICAGE.



                        (Tabakplantage, bloemen van de tabaksplant en het toppen van de bloemen.)

De tabaksplant is een eenjarige plant waarvan tabak gewonnen wordt. De teelt is een eenjarige teelt die op grote plantages plaats vindt. Tijdens het groeiproces van de plant worden de planten getopt, de bloemen worden eruit gesneden, waardoor alle voedingstoffen aan de bladeren ten goede komen.
Aangezien niet alle bladeren gelijktijdig rijp zijn, worden ze een voor een met de hand geplukt.
De bladeren moeten na het oogsten gedroogd worden, dat wordt op verschillende manieren gedaan; liggend in de zon, in ovens of hangend onder een afdakje.


De geoogste bladeren worden door vrouwen, maar helaas ook door kinderen, gebundeld, waarna ze in de zon te drogen worden gehangen en ze langzaam gaan verkleuren naar bruin. Ook worden ze vaak onder een speciaal afdak te drogen gehangen. De vochtigheid speelt hierbij een grote rol.

Het drogen kan een tijdsbestek van drie tot vierweken duren.
De gedroogde bladeren worden nu op een stapel gelegd. Hierdoor gaat de tabak broeien en fermenteren. Dit proces kan 10 weken duren. De tabak die nu is ontstaan is bitter van smaak. Om de smaak te verbeteren worden verschillende tabakssoorten met elkaar gemengd en worden er naargelang de toepassing allerlei geur- en smaakverbeteraars aan toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn; suikerstroop, honing, chocolade en pepermunt.
Wanneer dit proces achter de rug is, worden de bladeren gesorteerd op kwaliteit, grootte, dikte en kleur.


In de fabriek worden de tabaksbladeren versneden, waarna ze in vloeipapier worden gerold.
In deze fabrieken werken wel honderden vrouwen, die na het rollen de overtollige tabak verwijderen, eventueel een filter aanbrengen en de sigaretten verpakken in doosjes met het handelsmerk er op van de fabrikant. 

Zo verdiend een ieder een deel aan de productie van het zo ongezonde genotsmiddel de sigaret.
Gelukkig is het in de meeste restaurants, warenhuizen en openbaarvervoer  niet meer toegestaan te roken.
Helaas is de grootste eigenaar en aandeelhouder van de sigaretten productie in Indonesië de Indonesische staat zelf en zal het nog heel lang duren voordat het rookbeleid zal veranderen.


KRETEK SIGARET.

Een kretek is een sigaret met de kruidnagel als kenmerkend toevoegsel aan de tabak.
Traditioneel bevat de kretek-sigaret twee delen tabak en één deel kruiden.
De kretek-sigaretten danken hun naam aan het feit dat ze door de etherische olie knetteren wanneer ze worden aangestoken.
De combinatie van de etherische olie met kruidnagel geeft de brandende sigaret een kenmerkende geur.



Het was een inwoner uit de plaats Kudus, Haji Jamhari, op Midden-Java, die de eerste kreteks maakte in het begin van de jaren 80 van de 19e eeuw.
Aanvankelijk  werden de kreteks met de hand gerold in huis of in een kleinschalig bedrijf en was de productie in de handen van Javaanse Indonesiërs.





Chinese ondernemers speelden al snel een sleutelrol bij de grootschalige productie van de kreteks met merken als Djarum, Bentoel, Gudang Garam, Sampeona en Djie Sam Soe, wat 234 in het Hokkien Chinees betekend. Vanaf 1968 werd de productie gemechaniseerd, al blijft een groot deel van de productie handwerk.






Vrouwen zijn sterk vertegenwoordigd in de productie van de kreteks, zo ook bij de gewone sigaretten.
Ruim 90% in deze sector is vrouw. Meer dan 300.000 mensen zijn betrokken bij de productie, waarvan 94% bij de handmatige productie en 6% bij de machinale productie.
Kreteks worden door de belasting relatief laag belast omdat ze zo een belangrijke rol spelen in de werkgelegenheid van laaggeschoolden.
De handgerolde kreteks worden 20-33% van de minimumverkoopprijs  belast op tabakaccijns, die machinaal gemaakt worden 45 tot 51%.


Ondanks de meest afgrijselijke afbeeldingen die op de pakjes sigaretten verschijnen, om op deze manier het roken terug te dringen om gezondheidsredenen, blijft de kretek-sigaret bijzonder populair in Indonesië.
De productie, is vrijwel gelijk aan de consumptie; in 2005, 203 miljard geproduceerd waarvan 92% is gebruikt.

Een pakje Sapoerna bevat 16 sigaretten die volgens de gegevens op het pakje 14 mg teer en 1,9 mg nicotine bevatten. De prijs is 30.500 rp, wat omgerekend 2 Euro is. 

 


Volgens de statistieken telde Indonesië in 2015 73,6 miljoen rokers, dat is 40 % van de volwassen bevolking. Hierbij is de rokende jeugd niet meegeteld. Het zijn vooral mannen die roken, want het aandeel rokende vrouwen was in dat zelfde jaar 7%


Net als gewone sigaretten bevatten kreteks ook nicotine en veel kankerverwekkende chemicaliën die schadelijk zijn voor zowel de rokers als niet-rokers. Het roken hiervan kan leiden tot nicotine verslaving en kan longkanker en andere longaandoeningen veroorzaken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten