NA RIJST EN TARWE,
DE DERDE VOEDSELBRON
VAN INDONESIË.
JAGUNG. (MAÏS).
Maïs of mais, Latijnse naam Zea mays en in het Indonesisch jagung, is een graan dat zijn oorsprong heeft in Midden-Amerika en behoort tot de grassenfamilie.
GESCHIEDENIS.
Maïs komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika, waar het gewas meer dan 10.000 jaar geleden door de oorspronkelijke bewoners veredeld werd tot grotere, voedzamere kolven. Uit de beste en grootste maïskolven zochten zij de beste korrels om de mais voort te planten.
Toen Columbus in 1492 de gebieden van Midden-Amerika ontdekte, maakte hij kennis met dit voedsel van de lokale bevolking en nam de maïskorrels mee terug naar Spanje, waar het gewas ook zeer goed gedijde. Wederom door de Spanjaarden kwam de maïskorrel terecht in het Verre-Oosten, waar dit gewas ook goed gedijde en als voeding werd gebruikt.
In het koudere klimaat van Europa heeft men de maïs zelf verder veredeld, waarbij de plant het ook in de koudere gebieden het steeds beter ging doen. In het huidige Europa en andere landen elders op de wereld wordt tegenwoordig de maïs meer geteeld als voer voor runderen en varkens. Dit is geen zoete maïs.
De mannelijke bloemen, vaak in meerdere takken, die wat op aren lijken. Op de stengel zitten aartjes met steeds twee bloemetjes, Een bloemetje is zittend en het andere gesteeld. De vrouwelijke bloemen zijn door bladscheden omgeven.
De aartjeszijn verborgen in de oksels van de middelste stengelbladen en ze zijn omgeven
door de bladscheden. De aartjes staan in rijen om de as van de kolf ingeplant. In elk aartje zit een vruchtbaar en een onvruchtbaar bloemetje.
De vruchtbare bloemetjes hebben 15 tot soms wel 40 centimeter lange stijlen. Ze hangen uit de top van de scheden naar buiten. De pollen van de bloemen worden door de wind meegenomen en zo vindt de bestuiving plaats. Maïs is dus een windbestuiver. De plant bloeit ( hier in Nederland) in de periode juni augustus, het is een echte zomerbloeier. Maïs kan tot vier meter hoog worden. De bladeren zijn 5 tot 12 centimeter breed.
De vruchten, de kolven, groeien totdat deze geoogst kunnen worden en de maïskorrels ervan verwijderd kunnen worden voor het maken van onder andere maïsmeel.
MAÏS IN INDONESIË.
Het dan ook niet verwonderlijk dat in de kleine dorpen een ieder wel een maïsveldje heeft.
Is het niet voor de verkoop dan wel voor eigengebruik.
Op grote zeilen worden de korrel gedroogd in zon en wind, en met een grove houtenhark worden de korrels regelmatig gekeerd.
Is de maïs gedroogd dan worden de laatste plant en stof resten door wannen met een tampi (wan) verwijderd, waarna de maïs in zakken wordt verpakt voor de verkoop. Als voer voor de kippen worden de kolven in de zon gedroogd.
Men kan ze ongeveer 10 minuten in water koken tot de korrels gaar zijn, daarna licht met zout bestrooien en afknabbelen.
Een andere manier van bereid is de jonge kolven aan een bamboespies te steken en ze boven een houtskool vuurtje te grillen. Dit laatste wordt overal langs de weg aangeboden te kopen. Verder wordt maïs in veel gerechten verwerkt als groente. De korrels worden vermalen tot meel waarvan men weer brood bakt of andere meelgerechten bereidt. Het is heden ten dagen een ware voedselbron in Indonesië.
Indonesië staat zesde op de ranglijst van de maïsproductie, wat in 2018 neer kwam op 30.253.938 ton.
ZIEKTEN.
De maïs kent ook ziekten zoals;1 - Stengelrot is meest voorkomende ziekte in maïs en wordt veroorzaakt door schimmels. Het merg van de stengelvoet verrot zodat de voet zacht wordt en de stengel knikt. De bladeren vertonen een rode kleur en geven een papierachtig gevoel. Ook de kolven kunnen worden aangetast. De ziekte treed meestal op als de plant aan het afrijpen of verzwakt is.
2 - Builenbrand, Latijnse naam Ustillago maydis, kan tijdens een warme zomer optreden.
Hierbij worden in plaats van korrels builen, vruchtlichamen van de schimmel, in de kolf gevormd.
De ontstane gallen worden in Mexico gegeten en gelden als een delicatesse die huitlacoche wordt genoemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten