dinsdag 8 oktober 2019

JAMES COOK ZIJN SCHEPEN. (HMS ENDEAVOUR - DEEL 1)

   

              HMS ENDEAVOUR. 

HET SCHIP VAN DE EERSTE REIS. (1)



JAMES COOK.

James Cook FRS (Fellow of the Royal Society) RN (Royal Navy) was een Britse zeevaarder en cartograaf, die bekend werd vanwege zijn ontdekkingsreizen naar het Grote Oceaan gebied.
James werd geboren op 7 november 1728 te Marton in het Verenigd Koninkrijk.
Als zoon van een arme boer ging hij tot zijn 14e  in dienst bij een kruidenier, maar de zee trok hem meer en trad in dienst als scheepsjongen.
Hij maakte snel promotie en kreeg in 1755 zijn eerste eigen commando over een schip.
Hij maakte in totaal drie ontdekkingsreizen en overleed op 14 februari 1779 te Kealakekua Baai te Hawai.
Hij maakte zijn reizen met het HMS Endeavour en  het HMS Resolution.


HMS ENDEAVOUR.

Het HMS Endeavour, voorheen Earl of Pembroke en later La Liberté, was een driemast 'katbark' kolenschip en na de ombouw een volgetuigd marineschip met een tonnage van 369 ton.
Het schip had een lengte van 29,7 meter, breedte 8,9 meter en een diepgang van 3,4 meter. Ze had een bewapening van zes 4-pounds kanonnen en acht draaibussen. Een bemanning van 85 - 94 koppen.

DE REIS MET DE  HMS ENDEAVOUR.

In de loop van 1768 kreeg luitenant-ter-zee James Cook van de Royal Navy de uitnodiging een wetenschappelijke expeditie naar de Stille Oceaan te leiden, een expeditie die onder auspiciën stond van het eerbiedwaardige instituut dat Royal Society heet.
De sociëteit had de opdracht eigenlijk aan Alexander Dalrymple willen geven, een man die als employé van de East India Company naam had gemaakt als cartograaf van oostelijke wateren en later de eerste hydrograaf van de marine zou worden toen die dienst in 1795 in het leven werd geroepen.
De admiraliteit gaf de voorkeur aan Cook. Er zou een dubbel doel worden nagestreefd, waarvan de eerste een bezoek aan Tahiti was om er om er een observatie te verrichten over de passage van Venus langs de zon op 3 juni 1769, 'een fenomeen . . . dat grotelijks zou bijdragen aan de verbetering van de astronomie, waarop de navigatie voor z'n belangrijk deel van afhankelijk is'.
De tweede doelstelling van de expeditie, hetzij positief, hetzij negatief, of er een groot, zuidelijk continent was destijds Terra Australis genoemd, zoals in eerdere tijden was beweerd door Portugese en Nederlandse ontdekkingsreizigers.


(Een opengewerkte tekening van de romp van HMS Endeavour. Aan de wijde, ruime romp is duidelijk te zien dat het schip oorspronkelijk  een vrachtvaarder was.)

De keuze van de admiraliteit voor het schip dat zou uitvaren voor wat de eerste van drie expedities naar de Stille Oceaan zou blijken te zijn, was niet een aangepast fregat als de aangeprezen marineschepen Rose en Tryal. Op aanraden van de Marineraad werd besloten een voor de Noordzee bestemde 'catbuilt bark' in te zetten.
Het verkozen vaartuig had een volle voorsteven en was ook verder stoer en sterk. het was in 1764  in Fishburn bij Whitby in Yorkshire gebouwd als kolenschip Earl of Pembroke. Cook kende de eigenschappen van deze soort schepen omdat hij daarop voor het eerst naar zee was gegaan. Hij wist dat ze niet snel, maar wel ruimtelijk waren en daarbij stoer en manoeuvreerbaar genoeg om de wateren van de Stille Oceaan, die berucht waren om hun riffen, veilig te kunnen bezeilen. Het schip werd omgedoopt tot Endeavour en hertuigd tot volschip met vierhoekige zeilen aan alle drie de masten: toch wordt er altijd aan gerefereerd als 
His Majesty's Bark Endeavour om het te onderscheiden van alle andere volschepen van de Royal Navy die dezelfde naam hebben gedragen.


Het schip zeilde op 25 augustus 1768 Plymouth uit met aan boord een groep wetenschappers van uitzonderlijk kaliber, onder wie de naturalisten Joseph Banks en Daniël Solander, en een bemanning onder wie de luitenant-ter-zee John Gore en Charles Clerke, veteranen van HMS Dolphin die vis Kaar Hoorn in de Stille Oceaan al twee eerdere ontdekkingsreizen hadden gemaakt.
De Endeavour zeilde via Madeira, Rio de Janeiro en de Bahia Grande naar Straat Le Maire om die door te stek en zo in de Stille Oceaan te komen.
Op 13 april bereikte Cook Tahiti, waar zijn bemanning een goede verstandhouding opbouwde met de lokale bevolking, die een jaar eerder ook gastvrij was geweest voor de bemanning van twee Franse ontdekkingsschepen La Boudeuse en L´Etoile onder leiding van graaf Louis Antoine de Bouganville. Cook en zijn mensen bleven drie maanden op het eiland.
Toen het de Endeavoer weer uitzeilde, was de bemanning twee zielen rijker geworden in de personen van een Tahitiaan genaamd Tupaia en diens bediende Taiata.

Na even binnengelopen te zijn geweest op wat toen de Gezelschapseilenden werden genoemd omdat ze zo dicht bij elkaar lagen, vervolgde de Endeavour zijn zuidelijke  en later westelijke koers om op 9 oktober het Noordereiland van Nieuw-Zeeland te bereiken.



In de loop van de zes maanden die de Endeavour het gebied doorkruiste, werd vastgesteld dat Nieuw-Zeeland uit twee hoofdeilanden bestond, die beide door het schip werden gerond en die van elkaar gescheiden waren door wat bekend zou worden als Straat Cook, een naam die werd gesuggereerd door Banks. 

Het zoeken naar Terra Australis werd nu gestaakt en de Endeavour verliet Nieuw-Zeeland op 31 maart 1770 en zette koers naar het westen, door de Tasmanzee en via Van Diemensland (tegenwoordig Tasmanië) in de hoop zo in de Indische Oceaan te geraken.
De Endeavour raakte echter door de komst van winterse stormen uit zijn koers en op 19 april bereikte zij de kust van Nieuw Holland, wat nu Australië is.  Negen dagen later liep het scip, juist ten zuiden van wat nu Sydney is, een baai binnen waaraan de naam Botany Bay werd gegeven vanwege de massale aanwezigheid van onbekende planten die de natuurwetenschappers in de loop van de daaropvolgende week verzamelden.


De Endeavour haalde op 6 mei de ankers op en volgde de  Australische kust tot 10 juni, toen het bij Cape Tribulation op het Great Barrier rif  liep en lek sloeg. Om vlot te komen werden de ankers vrij gezet en later al het zware geschut, maar het schip werd wel lichter maar kwam niet vlot door het water dat zich in het ruim bevond. het was het idee van een van de bemanningsleden het gat te dichten door een zeildoek onder het schip door te trekken opgevuld met breeuwwerk en ander vezelig materiaal, en dit gelukte. Na dagen lang pompen kwam het schip vlot en zag kans één anker veilig te stellen. Het geschut bleef achter op de bodem van de zee.
Negen dagen later hierna bereikte het schip, nog steeds water uit het ruim pompend, land wat nu Cookstown heet en daar werden reparaties uitgevoerd die zes weken in beslag namen.
Cook eiste New Holland op voor koning George III en zeilde vervolgens door Straat Torres, legde aan bij het eiland Savu ten westen van Timor  en bereikte tenslotte de Hollandse handelspost Batavia, het huidige Jakarta.


Al met al was het verblijf in Batavia echter niet gelukkig, want de romp van het schip behoefde veel meer reparatie dan verwacht en onder de bemanning heerste ziekte en ook verdriet om het verlies van zeven mannen onder wie de beide Tahitianen. Ook van de Hollanders kon Cook weinig medewerking verwachten, die de Engelsen zagen als concurrenten op de wereldzeeën.
In Batavia werd een belangwekkend en geslaagd experiment uitgevoerd met wat een 'elektrische ketting' werd genoemd, een bliksemafleider die ervoor zorgde dat de Endeavour bij een blikseminslag tijdens een storm zonder schade bleef, terwijl een Hollandse Oost-Indiëvaarder zware averij opliep. 
Door dit alles vertrok de Endeavour pas op 26 december 1770 uit Batavia, maar het noodlot had ze niet achter zich gelaten, want tijdens de oversteek van de Indische Oceaan overleden nog 23 bemanningsleden door ziekte. De Endeavour bereikte Kaapstad bij de zuidelijke punt van Afrika op 15 maart 1771 en bleef er tot 14 april liggen alvorens naar het eiland Sint Helena te zeilen, waar het drie dagen, tot 4 mei bleef liggen.



Tenslotte bereikte het op 12 juli 1771 de Downs in de buitenste monding van de Theems. het schip had de wereld rond gereisd in twee jaar, negen maanden en 14 dagen.
Cook bleef niet lang in zijn vaderland. Hij liet de tijdens de reis verzamelde 'curiosa' in handen van Joseph Banks achter, die ze later aan het Britisch Museum naliet. 




De Endeavour werd gerestaureerd op Woolwich Dockyard en ondernam nog drie reizen naar de Falkland Eilanden en teug voordat de marine er uiteindelijk in 1774 afscheid van nam. het schip werd op 7 maart van het volgende jaar verkocht en vervulde nog vijftien jaar zijn oude rol van Noordzee-kolenschip. In 1790 werd het nogmaals verkocht, nu aan Franse reders, die het herdoopten tot La Liberté en het tot 1793 inzetten in de walvisjacht. In dat jaar liep het schip bij Newport, Rhode Island, aan de grond en daar werd het later gesloopt.


(Replica van de HMS Endeavour.)


Wetend welke belangrijke rol de Endeavour in de Australische geschiedenis heeft gespeeld, is het nauwelijks verrassend dat de Australische stad Freemantle in 1994 de opdracht gaf voor de bouw van een replica ervan.



Cook voer in juli 1772 nogmaals naar de Stille Oceaan. Hij was inmiddels gepromoveerd tot kapitein-luitenant-ter-zee, voerde het bevel over de HMS Resolution en had de HMS Adventure als begeleider.





         Zie vervolg: JAMES COOK ZIJN SCHEPEN. (HMS RESOLUTION - DEEL 2)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten