maandag 21 oktober 2019

DUNBRODY (1847) IERS EMIGRANTENSCHIP.


     HONGER WAS DE OORZAAK 

     OM HET LAND TE VERLATEN.



HONGERSNOOD.

Deze hongersnood trof Ierland van 1841 tot 1851, en kreeg de naam Irish Patato Famine of in het Iers An Gorta Mór. 
Voor hun voedsel voorziening waren de Ieren grotendeels afhankelijk van de aardappeloogst. Ruim negentig procent was mislukt door de aardappelziekte, veroorzaakt door de pseudo-schimmel Phytopthora infestans en bracht door de monocultuur een ware ravage teweeg.
Eerst was het de aardappelziekte die de oogst de mislukken, maar later de grote droogte. In 1847 werd het land getroffen door buiktyfus. In 1848 werd getracht de oogst weer op een verhoog peil te brengen, maar door een onverwachte natte periode trad weer de aardappelziekte op. Het land kreeg te maken met een hongersnood door de voedselschaarste, waardoor meer dan een miljoen Ieren stierven. Zij die het overleefden vluchtten al dan niet gedwongen naar Noor-Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en maar mondjes maat naar Groot-Brittannië.


DUNBRODY.

Een van de schepen waarmee de Ieren de hongersnood in hun land trachten te ontvluchten van de driemastbark  Dunbrody.
De Dunbrody was een klassiek voorbeeld van de bark, en werd in 1845 gebouwd te Quebec, door Thomas Hamilton Oliver, een Ierse immigrant uit County Derry. 
Het vaartuig met een tonnage van 451 ton werd in minder dan zes maanden gebouwd onder toezicht van John Baldwin die ervan 1845 tot maart 1848 gezagvoerder zou zijn en was een van de acht bestellingen van de familie Graves. 
De Graves vormden een familie van handelaren uit New Ross in het zuidoosten van Ierland die zich had gericht op het vervoeren van ladingen van en naar de Amerika's, met de nadruk op hout uit Canada, katoen uit de zuidelijke staten van de VS en guano uit Peru. 


(Replica van de Dunbrody te New Ross.)

De Dunbrody had een lengte van 53,6 meter over alles, lengte van de romp 36,6 meter, breedte 8,5 meter en een diepgang van 3,5 meter. Het schip bijna 940 m² zeil en was ook ingericht voor het vervoeren van passagiers, voor het merendeel Ierse emigranten.
Vanaf 1845 tot 1851, steeds tussen april en september bracht het op zijn uitreis passagiers naar Canada en de VS, als standaard 176 zielen, maar bij één gelegenheid waren dit er 313.
Het schip was uitgerust met stapelbedden en per maximaal vier personen was er een ruimte toebedeeld van 6 voet².
Hoewel de Dunbrody bij verschillende aankomsten in Canada in Quarantaine werd gelegd bij Grosse Îlle, was het aantal sterfgevallen aan boord bijzonder laag, wat hoofdzakelijk te danken was aan de goede zorgen van zijn kapiteins, eerst Balldwin en later John W. Williams. Emigranten die naar familie in Ierland schreven prezen dikwijls hun toewijding.


De Dunbrody bleef 24 jaar in het bezit van de familie Graves en werd in 1869 verkocht om een in Groot-Brittannië geregistreerd schip te worden. In 1874 was het schip onderweg van Cardiff naar Quebec toen haar kapitein besloot om niet op de loods te wachten om de Sint Lawrence-rivier op te varen, maar door deze beslissing liep het schip aan de grond.
Het was een geluk dat de bergingsmaatschappij het schip kocht en repareerde en weer doorverkocht.
In 1875 liep het schip weer aan de grond en nu was het geluk niet met het schip. Op weg naar Liverpool met een volle lading hout werd het vaartuig door een hevige storm gevaarlijk ver van zijn koers en naar de kust van Labrador weggezet. De juiste omstandigheden zijn niet bekend, maar er wordt aangenomen dat de nu al bejaarde Dunbrody, bij het aan de grond lopen openbrak en redelijkerwijs niet meer gerepareerd kon worden.

ANNO 21E EEUW. 

Een natuurgetrouwe zeegaande replica van de Dunbrody werd door de Ross Drydock voor het Dunbrody-project  met de financiële hulp van de J.F. Kennedy Trust, gebouwd.
Sinds mei 2001 is het schip open voor het publiek. In 2010 werd het schip van een hulpmotor voor de voortstuwing voorzien.

Het tuigage werd in 2001 gedaan met houten masten, topmasten en rondhouten met stalen fittingen. In 2006 werden de ondermasten veranderd in stalen masten, maar de topmasten en de rondhouten bleven het zelfde.










Het schip ligt afgemeerd in New Ros bij het 'Dunbrody Museum', wat herinnert aan de tijd dat de Ieren van honger het land verlieten om een nieuw leven en toekomst elders op te bouwen.
OP de kade waar het schip ligt aangemeerd staat een monument ter nagedachtenis met op de voet vermeld; "The Emigrant Flame".

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten