ZOWEL DE VRUCHT
ALS HET HOUT VAN DE BOOM
ZIJN GELIEFD.
SAWO KECIK.
De sawo kecik is een boom met een hoogte tot 25 meter, waarvan de stam een diameter kan bereiken van een meter.
De bladeren verzamelen zich aan het uiteinde van de stengel.
Het oppervlak onder de bladeren zijn witachtig glad als fluweel met een steel van bladeren die niet dikker worden, lange bloembladen van zeven millimeter en bloemknoppen ovaal van vorm.
De Latijnse naam is Manilla kauki, in het Indonesisch sawo en in het Balinees sawokecik of sawo Bali.
BOOM MET FILOSOFIE.
De Sawo Kecik wordt vaak Sawo jawa genoemd en is een fruitproducerende plant uit de familie sawo-sawoan die nu zeldzaam is en nog zelden voorkomt in Indonesië. Sawo kecik die volgens de Javaanse filosofie vaal wordt geïdentificeerd met sarwo becik (allemaal goed). In Yogyakarta soms gebruikt als teken dat de planter een paleisdienaar is. Het planten van fruitbomen waarvan de stengels hard en sterk hou hebben dat zeer geschikt is voor bouwmaterialen, meubilair, en zelfs gebruikt wordt voor het maken van kunstvoorwerpen zoals sculpturen, houtsnijwerk en zelfs muziekinstrumenten zoals viool en rebana (tamboerijn).
Het hout wordt verkocht onder de naam 'rosewood'.
De boom zou zijn oorsprong hebben in India en zich vandaar over Azië tot in tropisch Amerika zijn verspreid. De boomvormige plant fungeert op Bali meestal als sier- en beschermende tuinplant.
De boom is te vinden in de laagland gebieden.
De boom levert haar fruit in mei en rijp in augustus, het seizoen duurt niet lang, maar levert een kleurrijk fruit van rood tot oranje en is dan op de lokale markten te koop.
De vruchten licht ovaal rond, de schil is dun en zacht en bevat zacht wit vruchtvlees met een suikerachtige smaak.
Het binnenste van het fruit is verdeeld in vijf verticale compartimenten, met elk een langwerpig lang zaad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten