DE SMAAK LAAT JE
SPEEKSELKLIEREN WERKEN.
KAFFIRLEMOEN.
De kaffirlimoen, Latijnse naam Citrus hystrix. ook wel de Mauritius papeda genoemd, in het Indonesisch jeruk purut, uitgesproken als djeroek poeroet, en in het Balinees juuk purut.
Kaffirlemoen, deze alternatieve benaming komt uit Zuid-Afrika, waar kaffer een scheldwoord is, maar wordt ook in Amerika gebruikt.
Het is een groenblijvende citrusboom die een hoogte van twaalf meter kan bereiken en inheems is op het Indonesische eiland Sumbawa.
De jonge stengels zijn kantig en afgevlakt en dragen in de bladoksels korte, stugge doornen.
De afwisselend geplaatste bladeren zijn eirond, fijn gekarteld en vijftien tot zes centimeter groot.
De bloemen staan met een tot vijf stuks in bladokselstandige bloeiwijzen en heen een zachte zoete geur.
De papeda is een vrucht, die tot zeven centimeter groot wordt.
Rijp is de vrucht groen tot groengeel van kleur.
Afgezien van de pokdalige schil lijkt de vrucht op een citroen. Het vruchtvlees is in tien tot twaalf partjes verdeeld en smaakt zuur, iets bitter en fruitig.
Als voedsel gebruikt men de papeda net als de limoen.
het sap, de geraspte schil en hele gekookte vruchten gebruikt men als zeep en shampoo.
De gedroogde en gestampte bladeren van de plant gebruikt men als kruiderij.
Limoenblad wordt gebruikt in Zuidoost-Aziatische keukens, zoals de Indonesische, Thaise en Cambodjaanse keuken, met name om er vis- en gevogeltegerechten mee te parfumeren; het neutraliseren van de geur van het gerecht. Het blad zelf is te hard om op te eten.
Op Bali is de vrucht vooral gebruikt in medicamenten.
De papeda wordt in Zuidoost-Azië, Mauritius en op Sri Lanka gekweekt.
In Nederland wordt de vrucht verkocht onder de naam "Thai Lemon" en wordt vooral gebruikt als ingrediënt voor frisdrank. De Belgen spreken over de "wilde limoen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten