maandag 21 februari 2022

MALTA, MYSTERIEUS VERLEDEN. (DEEL 3)



MALTA, MYSTERIEUS VERLEDEN. (3)






EINDE VAN DE TEMPELBOUW.

Een zo georganiseerde maatschappij kan grote dingen verrichten, maar daarbij moet wel een goed evenwicht worden gehandhaafd, zowel binnen de gemeenschap als met andere gelijkvormige gemeenschappen in de omgeving.
Op Malta ging het mis rond 2500 voor Christus. De tempels werden verwoest. Sporen daarvan zijn nog terug te vinden op de steenblokken. Wat er is gebeurd, is niet duidelijk: ontstond er voedsel tekort, misschien wel omdat de bevolking zo voorspoedig groeide en brak er vervolgens oorlog uit tussen de verschillende gemeenschappen? Was er onenigheid binnen de gemeenschappen en stortte daardoor het zo goed functionerende systeem in? Wij weten het heden nog steeds niet. kennelijk was het eiland zelfs een lange tijd onbewoond. Rond 2000 voor Christus arriveerden de nieuwe bewoners.
Met hun komst brak de Bronstijd aan op Malta.

TEMPEL VAN BORG IN-NADUR.

Borg in-Nadur is een archeologische vindplaats in open veld bij de St. George Baai.
Hier staan de resten van een megalithische tempel uit de Tarxiem-fase en de overblijfselen van een dorp uit de bronstijd dat de vroegste vesting van Malta omvat.

Rond 2500 voor Christus werd in het gebied deze tempel gebouwd tijdens de Tarxien-fase van de Maltese prehistorie en de laatste fase van de tempelperiode.
De architectuur toont een typisch plan met vier apsissen, hoewel de muur van megalieten vrij laag is. 
De ingang van de tempel heeft twee rechtopstaande megalieten die nog steeds te zien zijn.
Een grote overdekte nis staat dicht bij de ingang, maar de deksteen is helaas in drie grote stukken gebroken.

De tempel mist de artistieke versieringen die horen bij dergelijke tempels uit die tijd, zoals de Tarxien-tempels van Hagar Qim. Een kleine begraafplaats ligt ca. 9 meter afstand van de hoofdtempel.



(De verdedigingsmuur.)

In de bronstijd koloniseerde een bloeiend dorp de plaats van de voormalige tempel en het omliggende gebied, dat sindsdien verlaten was.
De tempel werd omgebouwd tot een groep 
woningen en er werden verschillende hutten gebouwd in het gebied eromheen. De fundamenten van de hutten bestaan nog steeds, maar ze zijn vandaag de dag niet te zien omdat ze werden herbegraven nadat ze waren uitgegraven en bestudeerd. Rond de tempel werden verscheidene potscherven gevonden waarvan enkele van Myceense oorsprong, wat aangeeft dar er direct of indirect contact was tussen deze Maltese bevolking en de Egeïsche beschaving.
De inwoners versterkten hun nederzetting met een D-vormig bastion van 4,5 meter hoog, om de toegang tot het dorp te versperren. De muur was naar het binnenland gericht, war suggereert dat de mensen die in het dorp woonden meer bezorgd waren over aanvallen vanaf het land dan vanuit zee.
Er wordt aangenomen dat het de oudste nog bestaande vesting van Malta is, en het best bewaarde van de zes locaties op Malta die zijn geïdentificeerd aks versterkte nederzettingen uit de Bronstijd.


HAL SAFLIENI HYPOGEUM.



Hal Saflieni Hypogeum is een ondergronds complex, een hypogeum dat als begraafplaats en waarschijnlijk als tempel dienst heeft gedaan.
Hypogeum is Grieks en betekend "onder de aarde". Het complex is door de mens aangelegd in de periode tussen 400 - 2500 voor Christus en is daarmee ouder dan de Egyptische piramiden en ook ouder dan bijvoorbeeld de Minoïsche beschaving op Kreta. Het diepste punt van het complex lig 10.6 meter onder het aardoppervlak en het heeft een oppervlakte van 500 m².

Sommige delen van het hypogeum zijn 6000 jaar oud en dateren uit de beginfase van het neolithicum. Dat is de periode waarin de landbouw zich ontwikkelde en de mensen zich meer in groepen gingen vestigen en organiseren. Deze bewoners moesten behoefte hebben gehad een gezamenlijke begraafplaats te hebben. Van de bovengrondse delen zijn weinig resten overgebleven.

 Het middelste niveau ligt 4 tot 8   meter  onder het aardoppervlak Het is   zeer complex en bestaat uit tientallen   ronde ruimtes met zeer verschillende   afmetingen, onderling verbonden   door  gangen. Er zijn ook   schilderingen aangetroffen met rode   oker.
 Het zijn abstracte figuren, spiralen en   cirkels. De betekenis daarvan is     onbekend.

Het onderste niveau ligt 10 meter onder het aardoppervlak en bestaat uit tientallen ruimtes. 
Dit niveau bevat een trap met zeven treden, die echter halverwege de vloer eindigt. Veel ruimtes van het hypogeum hebben een verzonken vloer. Men denkt dat de holtes ooit aarde bevatten, waarin overleden personen begraven werden. Deze aarde is echter verdwenen. Alle ruimtes van het hypogeum ontvingen in meerdere mate licht van buitenaf.
Men gaat er van uit dat de locatie van de openingen tussen de ruimtes gekozen zijn om het licht optimaal naar binnen te laten treden.
Dit complex werd bij toeval ontdekt, toen in 1902 een bewoner bij zijn huis een gat boorde voor een waterput, en op het labyrint stuitte.

GHAR DALAM.

Ghar Dalam, "Grot van Duisternis" is een 144 meter lange freatische buis en grot, of doodlopende weg, gelegen in de buitenwijken van het plaatsje Birzebbuga, Malta. 

De 144 meter lange diepe grot is de oudste prehistorische verzamelplaats van Malta. Slechts de eerste 50 meter zijn uit oogpunt van veiligheid toegankelijk voor bezoekers.
In de grot zijn bij opgravingen booten van mensen gevonden, waarvan onderzoek heeft uitgewezen, dat deze mensen uit Sicilië kwamen.




Buiten menselijke botten werden er geraamten van verschillende reeds uitgestorven diersoorten ontdekt zoals de kleine olifant en het kleine nijlpaard. Tevens botafzettingen van herten en beren. De nijlpaarden stierven ongeveer 10.000 jaar geleden uit. Ook werd de grot zo'n 7000 jaar geleden al bewoond.
De periode waarin de eerste mensen op Malta leefden, tot 4500 v. Chr, wordt ook wel de Ghar Dalam-fase genoemd.

(Gevonden botresten van de kleine olifant vergeleken met een heden daagse olifant.)

Veel van de gevonden botresten, aardewerk en andere vondsten zijn tentoongesteld in het  Ghar Dalam Museum.





Tevens hebben onderzoeken van de grot en haar vondsten uitgewezen dat Malta 12.000 jaar geleden verbonden was met Sicilië en nog vroeger mat het Afrika. In de periode dat de Middellandse Zee nog geen zee was maar een diepe vallei met bergen, wat heden de eilanden zijn.

GESCHIEDENIS VAN DE OPGRAVINGEN.

De kleine eilanden van de Maltese archipel liggen op nog geen 100 kilometer van Sicilië op een strategische plaats in de Middellandse Zee.
In de zeer vroege oudheid was Malta veel meer begroeid met bomen dan tegenwoordig.
Toen de eerste bewoners zich in nederzettingen vestigden en het land in cultuur brachten verdwenen de bossen, voor hutten bouw en brandhout. Deze intensieve houtkap heeft het eiland een bar en kaal uiterlijk gegeven.
De goudgele kalksteenlagen liggen dicht aan het oppervlak. Deze kalkstenenlagen zijn ontstaan in het zogenaamde Tertiar, tussen 65.000.00 en 2.000.000 jaar geleden, toen er door eencellige kalkdiertjes een dikke kalklaag ontstond. Van de verschillende kalksteensoorten is de gele globigerine-kalksteen een goed bouwmateriaal. De tempels uit het vierde en derde millennium voor Christus werden er al van gebouwd.

De eerste ontdekkingen begonnen al in de 17e eeuw als ruïnes worden opgemerkt door reizigers zonder dat men zich realiseerde dat het om prehistorische gebouwen ging.
In de eerste helft van de 19e eeuw werden er serieuze opgravingen ondernomen die deels werden vastgelegd in aquarellen van de kunstenaar Charles Brochtorff die zich in 1820 op Malta vestigde.
ook bij het cultiveren van de grond voor landbouw leverde vaak onverwachte vondsten op die tot opgravingen leidde.

DE JONGE STEENTIJD.


De oudste sporen van menselijke beschaving op Malta dateren uit het Neolithicum (Jonge Steentijd), het eind van het zesde millennium voor Christus. In deze periode gingen mensen die wellicht van Sicilië afkomstig waren, zich vestigen op vaste plaatsen. Zij leefden veelal in grotten en hielden zich bezig met landbouw en een beetje veeteelt. Botten van geiten zijn teruggevonden, wijzen daarop.
De plaats die in deze vroege periode een rol speelt, is Skorba. Uit deze vroege periode is aardewerk bewaard gebleven dat met lijnpatronen is versierd en dat duidelijke overeenkomsten vertoont met Siciliaans aardewerk.
Men beschikte over stenen werktuigen, gemaakt van lokale steensoorten of van geïmporteerd vuursteen of obsidiaan. Deze bleven lang in gebruik totdat metaal de plaats van steen innam.


                                   Zie vervolg: MALTA, MYSTRIEUS VERLEDEN. (DEEL 4)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten