zaterdag 1 maart 2014

SPIEGELSCHIP; WAT IS DAT? (DEEL 1-A)

HET SCHEEPSTYPE SPIEGELSCHIP.  (DEEL 1)



De Vereenigde Oost-Indische Compagnie gebruikte deze zeilschepen voor de vaart op het Verre Oosten in de 16e en de 17e eeuw.
Dit scheepstype, het spiegelretourschip, vervoerde lading naar de Oost en keerde terug met specerijen naar de Nederlandse thuishaven.
Een fraaie replica van dit soort schepen ligt bij de Batavia-werf in Lelystad. In de jaren '80 werd hier de replica van het schip de 'Batavia' gebouwd, waarvan hieronder een tekening. 


De naam spiegelschip werd ontleend aan de boven- en onderspiegel aan de achterzijde (de achtersteven) van het schip. Deze schepen met een lengte van 40 meter waren driemasters.


De spiegel is een plat- of bijna plat vlak, dat de achterzijde van het schip afsluit. In de ruimste zin wordt bij een groot schip het gehele achtervlak als spiegel beschouwd.
In werkelijkheid is de spiegel (3) alleen het deel van het achterschip dat onder het - 'wulf'' langs beide zijden van het achterschip ligt.
Wulf is het meest gebogen dwarsscheeps gedeelte, bij houten schepen, van het achterschip gelegen tussen het - 'hakkebord' (2) en de spiegel.
Op grotere houten oorlogschepen waren ook kanonspoorten in de wulf aangebracht.
Het hakkebord of hekkebord ligt tussen de wulf en de spiegel. In het hakkebord werden sedert de de tweede helft van de 15e eeuw en tot het einde van de 17e eeuw soms deuren en vensters aangebracht, waardoor toegang werd verkregen tot een open galerij. Deze galerij verdween einde 17e eeuw.
Einde 16e eeuw werd het hakkebord weelderig voorzien van houtsnijwerk: beelden uit de mythologie, historie, heraldische, militaire en godsdienstige motieven.
Het meestal rijk versierde bovendeel (1) van het achterschip wordt ook wel bovenspiegel genoemd. In dit deel werd vaak het wapen van stad aangebracht, wat het schip als thuishaven had.



   ( De fraaie spiegel van het replica  VOC-schip 'Amsterdam' gelegen bij het scheepvaart museum.)


De 'grote mast' (13) in het midden van het schip en de 'fokkemast' (12) voor op het bakdek (9) waren voorzien van vierkant getuigde zeilen.
De 'bazaanmast' (14) op het bovenkampanjedek (8)
was voorzien van een langsscheeps getuigd zeil.
De 'boegspriet' (11) kon indien dit nodig was, voorzien worden van twee vierkant getuigde extra zeilen.
Op het einde van de boegspriet staat vertikaal de 'blinde steng' met 'bovenblindra' voor het bovenste extra zeil van de boegspriet en het voeren van een vlag.



   
De boegspriet werd bij feestelijkheden ook gebruikt voor het 'boegspriet lopen'. Bij deze gelegenheid werd de boegspriet stevig ingesmeerd met varkensvet, waarna het een kunst was om over dit rondhout naar het einde te lopen, waar dan meestal een prijs was bevestigd voor hen die het lukten het einde van de spriet te bereiken zonder er af te glijden door het vet.
Langszij de spriet waren met meel en roet gevulde zeilen gespannen waarin de deelnemer terecht kwam bij een misstap, of de persoon viel in het water.
Dit volksspel was vooral in de havensteden populair en werd tot begin van de 19e eeuw gehouden, al was het dan niet meer op een boegspriet, maar op een ronde horizontaal gelegde ronde paal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten