DE VERGANE GLORIE VAN EEN ZEEVAART NATIE.
In de tijd dat de zeeschepen bijna in het hart van de stad Rotterdam en Amsterdam afmeerden en hun ladingen vanuit de gehele wereld losten, passagiers uit verre landen aankwamen of vertrokken, was het kleurrijk te zien al de verschillende schoorstenen met hun maatschappij logo en de maatschappijvlaggen in top van de mast.
Wereld wijd werden er passagiers en lading vervoerd onder de Nederlandse vlag. Een vlag die kwaliteit, vertrouwen, kennis en garantie vertegenwoordigde op de wereldzeeƫn.
Aan de naam van veel schepen kon je de maatschappij herkennen. Zo kende de VNS schepen met 'kerk' in hun naam, zoals Lekkerkerk, Kerkdriel. De HAL had voor haar vrachtschepen 'dijk' in de naam, zoals Kinderdijk, Kerkedijk, en voor haar passagiersschepen 'dam', zoals Amsterdam, Rotterdam, Veendam.
De schepen van de Shell-vloot waren allemaal vernoemd naar schelpen. Ook werden de bekende Nederlanders niet vergeten, zoals Willem Ruys en Johan van Oldenbarneveld.
Aan de naam van veel schepen kon je de maatschappij herkennen. Zo kende de VNS schepen met 'kerk' in hun naam, zoals Lekkerkerk, Kerkdriel. De HAL had voor haar vrachtschepen 'dijk' in de naam, zoals Kinderdijk, Kerkedijk, en voor haar passagiersschepen 'dam', zoals Amsterdam, Rotterdam, Veendam.
De schepen van de Shell-vloot waren allemaal vernoemd naar schelpen. Ook werden de bekende Nederlanders niet vergeten, zoals Willem Ruys en Johan van Oldenbarneveld.
Nieuwe zeehavens werden aangelegd buiten de stad en zo verdwenen ook de zeeschepen uit het hart van de twee havensteden en zo ook de schoorstenen en de vlaggen. Daar waar eens de overslagloodsen stonden staan nu woonappartementen. Een enkel kantoor werd gespaard en werd een hotel.
Maar in die tijd, rond de zestige jaren vorige eeuw. verdwenen ook de rederijen. Er weren fusies aangegaan om te overleven in de opkomende wereld concurrentie en het varen onder goedkope vlag.
De groten slokten de kleintjes op. Uiteindelijk wonnen de grootsten en ook in de nieuwe zeehavens verdwenen de schoorstenen en vlaggen van de Nederlandse reders.
Een voorbeeld hiervan is de VNS, Vereenigde Nederlandse Scheepvaart Maatschappij, opgericht in 1920 in Den Haag.
De VNS was een samenwerkingsverband van de volgende rederijen:
Holland Amerika Lijn (Rotterdam), Stoomvaart Maatschappij Nederland (Amsterdam), Rotterdamsche Lloyd (Rotterdam), Kon. Pakketvaart Maatschappij (Amsterdam), Java-China-Japan Lijn (Amsterdam), Van Nieveld Goudriaan (Rotterdam), Kon. Ned. Stoomboot-Maatschappij (Amsterdam) en de Stoomvaart Maatschappij 'De Maas'. (Phs. van Ommeren) te Rotterdam.
In de zestige jaren van de twintigste eeuw kwamen de eerste problemen voor de VNS. het aantal passagiers op de vaart liep zwaar terug door de versnelde opkomst van de luchtvaart welke de reisduur enorm verkorte. Ook de kosten stijging in het internationale vrachtvervoer namen toe. Om met de tijd mee te gaan bracht de rederij het eerste Nederlandse containerschip in vaart in 1971, de 'Abel Tasman.' Verder was reeds in 1970 een fusie aangegaan met vier andere rederijen , waardoor de maatschappij NSU, Nederlandse Scheepvaart Unie, ontstond welke in 1977 opging in de Nedlloyd.
In 2000 ging de Nedlloyd na een fusie samen met P and O onder de naam
P and O-Nedlloyd wat later Royal P and O-Nedlloyd zou worden.
Dit samenwerkingsverband werd in 2005 in zijn geheel overgenomen door de Deense rederij Maersk.
De weinige Nederlandse rederijen die dit alles overleefden vallen niet eens meer op tussen de vlaggen van de buitenlandse naties en hun rederijvlagen.
De pakketvaart maakte plaats voor de vrachtvaart en deze weer voor de volledige container- en bulkvaart.
Lijndiensten met namen waarvan je ging dromen van verre reizen naar onbekende streken verdwenen als sneeuw voor de zon. Hiermee verdween ook langzaam Nederlands glorie als een zeevarende natie.
Van de ruim zestig Nederlandse rederijen uit de helft van de vorige eeuw is maar een handje vol overgebleven.
Ook een reden was dat veel maatschappijen onder een buitenlandse vlag gingen varen vanwege een gunstiger belasting klimaat en hun hoofdkantoor ook elders in het buitenland plaatste.
Zelfs een van de bekendste rederijen uit de passagier vaart vertrok uit haar thuishaven Rotterdam en week met haar cruise schepen uit naar het buitenland.
Mochten we elders op de wereld nog Nederlandse schepen aan het werk zien, zoals in het baggerwerk of het zware zeetransport dan is het enigste wat aan Nederland herinnerd de maatschappijvlag, want op de achtersteven stad nu een buitenlandse havenstad vermeld.
(Als kind kwam ik vaak in Rotterdam bij de ouders van mijn vader en moeders kant. In beide families had men wel een band met de zeevaart en dat gold ook voor mijn ooms van beide zijde. Zo leerde ik al snel de schoorstenen en de vlaggen van de rederijen en de namen van de schepen die daarbij hoorden. Zo 'stroomde' het zeewater al vroeg door mijn aderen.)
De VNS was een samenwerkingsverband van de volgende rederijen:
Holland Amerika Lijn (Rotterdam), Stoomvaart Maatschappij Nederland (Amsterdam), Rotterdamsche Lloyd (Rotterdam), Kon. Pakketvaart Maatschappij (Amsterdam), Java-China-Japan Lijn (Amsterdam), Van Nieveld Goudriaan (Rotterdam), Kon. Ned. Stoomboot-Maatschappij (Amsterdam) en de Stoomvaart Maatschappij 'De Maas'. (Phs. van Ommeren) te Rotterdam.
In de zestige jaren van de twintigste eeuw kwamen de eerste problemen voor de VNS. het aantal passagiers op de vaart liep zwaar terug door de versnelde opkomst van de luchtvaart welke de reisduur enorm verkorte. Ook de kosten stijging in het internationale vrachtvervoer namen toe. Om met de tijd mee te gaan bracht de rederij het eerste Nederlandse containerschip in vaart in 1971, de 'Abel Tasman.' Verder was reeds in 1970 een fusie aangegaan met vier andere rederijen , waardoor de maatschappij NSU, Nederlandse Scheepvaart Unie, ontstond welke in 1977 opging in de Nedlloyd.
In 2000 ging de Nedlloyd na een fusie samen met P and O onder de naam
P and O-Nedlloyd wat later Royal P and O-Nedlloyd zou worden.
Dit samenwerkingsverband werd in 2005 in zijn geheel overgenomen door de Deense rederij Maersk.
De weinige Nederlandse rederijen die dit alles overleefden vallen niet eens meer op tussen de vlaggen van de buitenlandse naties en hun rederijvlagen.
De pakketvaart maakte plaats voor de vrachtvaart en deze weer voor de volledige container- en bulkvaart.
Lijndiensten met namen waarvan je ging dromen van verre reizen naar onbekende streken verdwenen als sneeuw voor de zon. Hiermee verdween ook langzaam Nederlands glorie als een zeevarende natie.
Van de ruim zestig Nederlandse rederijen uit de helft van de vorige eeuw is maar een handje vol overgebleven.
Ook een reden was dat veel maatschappijen onder een buitenlandse vlag gingen varen vanwege een gunstiger belasting klimaat en hun hoofdkantoor ook elders in het buitenland plaatste.
Zelfs een van de bekendste rederijen uit de passagier vaart vertrok uit haar thuishaven Rotterdam en week met haar cruise schepen uit naar het buitenland.
Mochten we elders op de wereld nog Nederlandse schepen aan het werk zien, zoals in het baggerwerk of het zware zeetransport dan is het enigste wat aan Nederland herinnerd de maatschappijvlag, want op de achtersteven stad nu een buitenlandse havenstad vermeld.
(Als kind kwam ik vaak in Rotterdam bij de ouders van mijn vader en moeders kant. In beide families had men wel een band met de zeevaart en dat gold ook voor mijn ooms van beide zijde. Zo leerde ik al snel de schoorstenen en de vlaggen van de rederijen en de namen van de schepen die daarbij hoorden. Zo 'stroomde' het zeewater al vroeg door mijn aderen.)
Beste Kees,
BeantwoordenVerwijderenIk ben op zoek naar het rederij embleem van N.V. R. Buisman's Koninklijke Fabriek van Gebrande Suikerpoeder, Zwartsluis.(Ja, ze hadden ook schepen varen). m.s. Geertje Buisman IMO nr.: 5127035 had dat embleem aan de schoorsteen. Een rond wit bord met een iets kleinere zwarte cirkel, daarbinnen een zwarte letter B op vier kwadranten 2 Rode (linksboven en rechtsonder)en 2 Witte (linksonder en rechtsboven).Van 1958 tot 1970 was dit schip van Buisman, Zwartsluis.
Vriendelijke groet. Johan Spek, Anna Paulowna. (kwinsel@hotmail.com).