EEN KEIHAARDE VRUCHT
MET VEEL NEVENPRODUCTEN.
KOKOSNOOT.
Reizend over de Indonesische eilanden, je blijft ze tegen komen, de kokospalm, een van de meest voorkomende palmensoort.
Of je nu door het landschap reist of naar het strand gaat de kokospalm zal aanwezig zijn. Veelal kaars rechtop of hangend over het strand en wat schaduw gevend.
Je kan er vanuit gaan de Balinese civilisatie is ontstaan met de cultivatie van vier planten: bamboe, bananen, rijst en kokosnoten.
Ze gebruikten de oude droge kokosnoten als veevoer en de productie van olie door ze uit te persen, voor het bereiden van eten, maar ook voor in de oude tijd als verlichting.
De kokospalm, in Latijn Cocos nucifera, in het Engels coconut tree, en het Indonesisch pohon kelapa, wordt ook wel de klapperboom genoemd.
De boom is een lid van de palmenfamilie; de Palmae of Arecaceae.
het is het enige soort in het geslacht Cocos, een zogeheten monotypisch geslacht. Het endocarp van de vrucht, met kiemopeningen, lijkt op het gezicht van een aap, die in het Portugees coco wordt genoemd.
De palmboom kan tot dertig meter hoog worden en heeft vier tot zes meter lange bladeren. De oude bladeren vallen af, maar de bladvoeten blijven zitten en vormen zo de stam.
De tam is een schijnstam. omdat deze niet op de gewone wijze gevormd wordt zoals bij een boom , maar door stapeling van bladvoeten.
HERKOMST, VERSPREIDING EN GROEI.
Over de herkomst van de palm zijn de geleerden het nog steeds niet eens. Volgens sommige ligt de oorsprong in India en anderen spreken over het noordwesten van Zuid/Amerika.
Op diverse plaatsen op de wereld heeft men van de palm fossiele vondsten gedaan: In Nieuw-Zeeland resten van een op de palm gelijkende fossielen meer dan 15 miljoen jaren oud, nog oudere vondsten zijn gedaan in Rajasthan in India.
Een feit is zeker, de palm komt in bijna alle tropische gebieden voor.
De verspreiding is vooral op natuurlijke manier, als door de zeevarenden gedaan. De vruchten kunnen drijvend enorme afstanden afleggen door de zeestromingen en zijn zelfs gevonden voor de kust van Noorwegen. Eenmaal aangespoeld op een strand zal de noot zich openen en wortel gaan schieten. In Hawaï is de kokospalm waarschijnlijk geïntroduceerd door de Polynesiërs uit de Zuidelijke-Pacific.
De kokospalm groeit op zandgrond en is zeer tolerant voor zout en daarom langs de stranden te vinden.
De palm groeit bij voorkeur in de volle zon, maar heeft behoefte aan een regenval van 750 tot 2000 millimeter per jaar, wat zeer hoog is, daarbij is voor de optimale groei een luchtvochtigheid van 70 tot 80% noodzakelijk.
De palm heeft geen vaste bloei periode, maar bloeit het gehele jaar. In de bloeiwijze komen zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen voor. In het algemeen is de kokospalm een kruisbevruchter, maar er komen ook zelfbevruchtende dwergrassen voor.
KOKOSNOOT.
Een kokosnoot of klapper is eigenlijk geen noot maar een steenvrucht van de kokospalm, waarvan het vruchtvlees niet vlezig maar vezelig is.
Daarbinnen zit het harde endocarp, dat het zaad omgeeft met drie duidelijk zichtbare kiemopeningen.
Bij de kieming komt de kiem door een van deze openingen naar buiten. De drie kiemopeningen zijn de overblijfselen van de in aanleg uit drie vruchtbladen bestaande vrucht.
De palm is een eenzaadlobbige en het zaad bestaat uit één kiemlob, dat het transport van het reservevoedsel naar de kiemende plant verzorgt. het reserve voedsel in het zaad bestaat uit kiemwit, dit heeft een witte kleur en een vette vezelige structuur. Dit is de kokos die onder andere gedroogd als kokosmeel in de handel komt. Verder is er het vloeibare kiemwit, kokoswater of klapperwater genoemd, een half troebele vloeistof. Bij een volledig rijpe vrucht bestaat al het kiemwit uit vezelig kiemwit.
Het oogsten van de rijpe vruchten is een kunst op zich.
Zonder enige hulpmiddelen klimt de eigenaar op een speciale manier langs de stam van de palmboom omhoog om de rijpe vruchten met een kapmes los te hakken, en ze naar beneden te laten vallen.
In sommige landen, zoals in het zuiden van Thailand gebruikt men de Makaken-apen, die hiervoor speciaal worden getraind.
De vrucht bevindt zich in een groene bolster. Deze wort na de oogst verwijderd, waarna de harige, houten noot verschijnt die in de winkels wordt aangeboden
In veel landen wordt de kokosnoot vers en jong verkocht langs de straat en op de markt. Met een kapmes heeft de verkoper handig de top van de ruwe noot afgekapt en pas als deze wordt verkocht slaat hij de top er af, plaats er een rietje in, en men kan het klapperwater er uit drinken, koel en verfrissend. Genoeg gedronken dan kan men de vrucht verder laten openen en het zachte vruchtvlees eruit lepelen.
Ook in kokosnoten zijn verschillende soorten en kwaliteiten, de oranje gekleurde 'koningskokosnoot', die een zoetere smaak heeft, en de bijnaam heeft "rode dwerg", en afkomstig is uit Sri Lanka.
GEBRUIK VAN BOOM EN VRUCHT.
De vrucht, de kokosnoot, wordt voor verschillende doeleinden gebruikt.
Op Bali wordt de gedroogde kokosbast gebruikt bij het bakken, voor de fabricage van de rode bakstenen voor de bouw van de tempels. De olie zal zich in baksteen als een soort lijm voegen, waardoor er bij de bouw geen cement wordt gebruikt, maar de stenen vochtig op elkaar geschuurd worden en gestapeld. Na het drogen zijn ze vastgekleefd.
* Het vruchtvlees wordt vers of gedroogd gebruikt in de keuken.
* In de Oosterse gerechten wordt 'kokosmelk' gebruikt. Dit is een vloeistof die wort verkregen door geraspt, vers of gedroogd vruchtvlees te mengen met warm water en het geheel volgens uit te knijpen.
In de Aziatische toko's en supermarkten is het ingeblikt te koop.
* Uit het vruchtvlees wordt kokosolie gewonnen, wat een laurinezuurrijke olie is.
* Van kokosvezels worden onder andere touw, matten, en borstels gemaakt. Ook wordt het materiaal gebruikt in de industrie als filtermateriaal.
* Het hout van de kokospalm heeft een heel aparte fijne structuur van nerven en wordt gebruikt in de meubelindustrie voor tafelbladen. Schalen en bestek. Hiervoor worden alleen die palmen gekapt die niet meer goed produceren.
* De harde kern waarin het vruchtvlees en het klapperwater zich bevindt, wordt na het glad maken en politoeren gebruikt als schaaltjes of het maken van bestek. Reeds in de 16e tot 18e eeuw waren dit geliefde verzamel curiositeiten, zoals drinkbekers vaak voorzien van een zilverendeksel.
* Het restant van de vezelindustrie wordt opgeslagen of gecomposteerd. Het product wat hierdoor ontstaat, cocopeat, wordt gebruikt als hernieuwbaar alternatief voor veen en turf in de tuinbouw.
* Uit de palm kan ook palmsuiker en palmwijn worden gewonnen.
* Ook worden uitgeholde noten als klankkast gebruikt bij muziekinstrumenten.
Niet te vergeten is het gebruik van de kokosnoot gevuld met zaden en vet als extra voeding voor de vogels in de koude wintermaanden.
Zo kan een natuurproduct uit de tropische landen onze vogels helpen aan extra voeding. Ook een halve noot met daarin het gedroogde kokosvruchtvlees is bij de vogels geliefd.