zaterdag 4 december 2021

BOOTH LINE. (GB).

 

  DE ZEESCHEEPVAART 

      ZIT IN DE FAMILIE.




ALFRED BOOTH AND COMPANY.

Alfred Booth and Company was een Britse handels- en scheepvaartmaatschappij opgericht in 1866 en welke meer dan een eeuw handel dreef. Het bedrijf werd opgericht in Liverpool, Engeland, door de broers Alfred en Charles Booth. Het groeide uit tot een belangrijke koopvaardijrederij met het hoofdkantoor in Liverpool en belangen in de Verenigde Staten en Zuid-Amerika.

 Alfred en Charles Booth waren neven van Willam James Lamport, mede oprichter van de Liverpoolse rederij Lamport and Holt Line en werkten op het kantoor van het bedrijf. 
In 1851 werden Lamport minderheidsbelangen in een lading van het stoomschip Nile overgenomen en tevens enige medewerkers als Charles Booth en George Holt. In 1854  namen Lamport, Holt, Booth en Holt senior allemaal minderheidsaandelen in een nieuw schip, de Orontes. In die tijd was het gebruikelijk dat een koopvaardijschip in 64 aandelen in handen was van een aantal eigenaren.
In 1863 richtten de gebroeders Bootrh een maatschappij op, Alfred Booth and Company, om Engels licht leer te exporteren naar de Verenigde Staten, die midden in de Burgeroorlog zat. Het bedrijf had nu een hoofdkantoor in Liverpool en één in New York City.

In 1865 werden twee nieuwe schepen besteld, die Augudtinus en Jerome werden gedoopt, naar de heilige Augustinus van Hippo en de heilige Hiëronymus, twee van de grote kerkleraren. Het werd een traditie in het bedrijf de schepen te vernoemen naar opmerkelijke bisschoppen en andere historische figuren.
In 1866 begon Booth met een regelmatige stoomschependienst tussen Liverpool en havens in het noorden van Brazilië en op de Amazone-rivier.
In 1881 werd de rederij een naamloze vennootschap, Booth Steamship Co Ltd. 

( Lanfranc was een hospitaalschip tussen 1915 en 1917.)

In 1914 had de vloot meer dan 30 schepen. Elf werden gevorderd voor oorlogsdienst en door vijandelijke actie zonken er negen waaronder twee oceaanstomers, de zusterschepen Antony en Lanfranc. In 1919 waren er nog 18 schepen over van de vloot.


Ondanks het verlies van negen schepen in de Eerste Wereldoorlog kocht Booth de eerste negen jaar na de wapenstilstand in 1918 geen nieuwe schepen. Tussen 1928 en 1935 vernieuwde het een deel van zijn vloot met zeven nieuwe schepen en een tweedehandse , Dunstan. 

(ss. Clement.)

Booth verloor in de Tweede Wereldoorlog verschillende schepen, waaronder het stoomvrachtschip Clement, dat in 1934 te water was gelaten en in september 1939 door de Duitse kruiser admiraal Graf Spee tot zinken werd gebracht. het troepen transportschip Anseln, dat in 1940 werd gevorderd, werd in juli 1941 door een torpedo tot zinken gebracht met het verlies van 254 levens.
In 1946 verkocht Alferd Booth & Co de activiteiten van Booth Steamship Co aan de Vestey Group, welke al een eeigen scheepvaartdochter Blue Star Line had opgericht in 1911.
Onder Vestey's begon Booth in 1955 met de handel in het Caribisch gebied met een dienst tussen Brazilië en Canada. In de jaren 40 tot 60 hebben Vestey's talrijke schepen tussen Booth's, Lamport & Holt en Blue Star overgebracht. In 1975 nam Vestey's de twee vloten op in de Bleu Star line.
In 1964 vond er een splitsing plaats in Booth and Company. het werd een naamloze vennootschap in 1974, en in 1981 gekocht door Garnar-Scotblair. In 1986 werd Alfred Booth & Co verkocht.


 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten