vrijdag 6 oktober 2017

VLIEGENDE HOND OF VOS. SRI LANKA RONDREIS.

SRI LANKA RONDREIS.






VLIEGENDE HOND OF VOS.

Tijdens onze vaartocht in de delta van de Maduwa rivier, zagen we hoog in de bomen de vliegende honden hangen.
Deze ook wel 'vleerhonden' (Pteropodidea) genaamd bestaan uit een familie van 200 soorten in ongeveer 45 geslachten.
Het soort dat voorkomt op Sri Lanka staat bekend onder de naam 'vliegende vos' of 'Indische reuzenkalong' (Pteropus giganteus).
Deze dieren kunnen een spanwijdte hebben tussen de 24 en de 180 centimeter.

Hun gewicht kan oplopen tot een kilo voor de grootste soort de kalong.
De kleinste soorten verschillen qua grootte nauwelijks van de vleermuissoorten die niet tot deze familie behoren.
Er zijn kleine soorten, zoals de 'kleine epaulettenvleerhond' die tussen de 15 en 20 gram wegen.
Vleerhonden danken hun naam aan hun typerende kop, die overeenkomsten vertoont met die van een hond of een vos.
Ze hebben spitse oren en relatief lange nekharen.
Vleerhonden hebben relatief grote ogen aan de voorkant van hun kop, zodat ze zien met een stereoscopisch beeld. Daardoor kunnen ze de afstand precies inschatten.

Omdat ze niet op jacht hoeven, zoals de andere vleermuizen, missen de meeste vliegende honden het orgaan dat echolocatie mogelijk maakt. het zijn nachtdieren die zich oriënteren middels hun gezichts- en reukvermogen.

Vleerhonden komen voor in Afrika, Azië en Australië.
Ze leven in tropische en subtropische bosrijke gebieden.
 De meeste vleerhonden zijn frugivoor, dat wil zeggen dat ze hoofdzakelijk van fruit leven.
Ze kunnen een ware plaag zijn voor de mango- en bananenplantages.
Kleinere soorten leven van nectar en stuifmeel.
De voortplanting geschiedt hangend in de boom, waarbij het vrouwtje door de vleugels van het mannetje wordt omringt. Na een zwagerschap van zes maanden wordt er één hooguit twee jongen geboren. Bijzonder aan deze familie is dat de zogende vrouwtjes in aparte groepen bij elkaar hangen. Na de geboorte blijft de moeder nog een maand bij het jong, maar na deze periode zal ze jong achterlaten in de verblijfplaats om voedsel te gaan zoeken. Na twee maanden kan het jong zelf vliegen, maar het zal dan nog een maand duren eer het zelf meegaat op zoek naar voedsel. Tussen 4 en zes maanden is het geheel onafhankelijk, maar wordt pas na 18 maanden vruchtbaar.
Natuurlijke vijanden zijn arenden, grote uilen, boomslangen, varanen en de mens. De laatste wegens bescherming van zijn fruitoogst, maar ook om ze op te eten, wat in Afrika veel voorkomt.
Vleerhonden kunnen ziekte veroorzakende bacteriën en virussen overdragen aan de mens en zijn huisdieren, zonder dat zij zelf symptomen hebben van die ziekte, maar hebben wel veel antistoffen in hun bloed. Zo waren er vleerhonden positief bevonden op het ebolavirus in Afrika.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten