EEN VROEGERE
KONINGSSTAD,
EN POTTENBAKKERS. (28)
Deze ochtend van de 17e november 2019 vertrokken enkele uit de reisgroep in aller vroegte naar het vliegveld van Kathmandu om met Buddha Air een rondvlucht te maken over de Himalaya. Kosten $ 200 per persoon.
Ongeacht de kosten, zij die het er voor over hadden waren er dol enthousiast over, met zelfs een kort bezoek in de cockpit.
Wat de toeristen aantrekt is dat, wat is overgebleven van het koninklijk verleden van de stad. Samen met Kathmandu en Patan was het één van de belangrijkste koningssteden van Nepal.
Men spreekt dan ook over de 'Stad van de gouden tempels', waar traditie en geloof hoog in het vaandel staan, maar het drukst bezochte deel van de stad is het Taumadhi-plein. Wandelend naar dit plein door smalle straatjes vindt je overal kleine tempeltjes, maar je krijgt meer het gevoel van door een openluchtmuseum te wandelen.
De gehele oude stad met haar rijke verleden staat tegenwoordig op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
EVEN TERUG NAAR 2015.
Ook dezxe oude stad heeft door de zware aardbeving in 2015 veel te lijden gehad en werd er veel schade in de stad aangericht. Volledige straten met traditionele huizen zijn verloren gegaan of onbewoonbaar verklaard.
'Gelukkig' werden er slechts een paar tempels vernietigd of beschadigd, maar heden is men druk bezig deze schade te herstellen.
Het belangrijkste deel van de oude stad is het Taumadhi-plein ook wel Durbar Square genaamd, maar dit niet te verwarren met het Durbar Square in Kathmandu.
Vergeleken met Kathmandu is het rustig wat het verkeer aangaat, waardoor je er rustig kan wandelen en om je heen kijken.
Een van de grootste gebouwen op het plein is het Bhairaynath Mandir met een fraaie versiering op de top van het dak en rond de tempel die ervoor is gelegen.
Een ander opvallend gebouw is het paleis met de 55 ramen, dat naast de ingang, de Gouden Poort, van het voormalige koninklijke paleis ligt.
Boven in midden het 18e eeuwse paleis van de 55 ramen, deze zijn allemaal van kunstig houtsnijwerk voorzien met openingen om lucht en licht door te laten. Het paleis is van baksteen opgetrokken.
Het voormalige koninklijk paleis kan men betreden via de Sun Dhoka (links) een van de fraaiste architectonische kunststukjes met daarboven fraaie versieringen op het vergulde dak van de ingang (midden onder), met ornamenten in de vorm van leeuwen en olifanten.
De Gouden Poort werd in 1753 in opdracht van Jaya Ranjit Malla gebouwd, en getuigd van het niveau van vakmanschap van de lokale ambachtslieden. In de vergulde koperen omlijsting zijn talrijke goden afgebeeld.
Achter de Sun Dhoka ligt een deel van het koninklijk paleis dat nog rest na de aardbeving van 1934. Passeert men de poort, dan ziet men eerst twee wachter naast een fraai bewerkte deur.
Lopen we verder via een paar lage doorgangen waarbij je moet bukken (voor het respect voor de koning) uit op een binnenhof van de Taleju Chowk.
Verder kom je hier niet, daar het het voor niet hindoes hier de toegang verboden is, want deze chowk en de Kumari Chowk erachter zijn heilig.
Het bleek dat het maken van afbeeldingen er ook verboden was, maar toch een afbeelding gemaakt van een fraai versierde daksteunbalk (rechts).
Terug op het plein zien we de Chayasilin Mandap. Het achthoekige paviljoen werd in 1934 verwoest, maar is in 1987-1990 met Duitse steun gerestaureerd. Het paviljoen heeft zeer fraai houtsnijwerk, waar het verschil tussen oud en nieuw nauwelijks zichtbaar is.
Dank zij de stalen binten in het interieur heeft het de aardbeving van 2015 doorstaan. Bij de restauratie is zo veel m ogelijk hout uit de oorspronkelijke bouwperiode opgespoord en in het paviljoen geïntegreerd.
We lopen nu in de oostelijke richting verder op het plein en zien de stenen Siddhi Laxmi Mandir oftewel Lohan Dega (Stenen Tempel). Het gebouw torent overal bovenuit.
De opgang naar deze shikhara met traptreden wordt bewaakt door beelden van dieren en twee edelen, elk met een naakt kind en een hond aan de hand.
We komen uit op een ander plein in het hart van de oude stad, het Taumadhi Tol, het is welk het sfeervolste deel van Bhaktapur.
Twee tempels die hier het zicht bepalen werden gerestaureerd in de jaren negentig van de vorige eeuw met behulp van het geld dat toeristen moeten betalen.
De Nyatapola Mandir is met ruim 30 meter de hoogte tempel van Nepal. De tempel telt vijf verdiepingen: nyata is Nepalees voor 'vijfvoudig'.
Pilaren met houtsnijwerk schragen het getrapte dak en vormen een balkon rond het binnenste heiligdom. De gelaagdheid van de tempel wordt prachtig weerspiegeld in de vijf vierkante, getrapte verhogingen waarop hij prijkt.
De steile centrale trap wordt geflankeerd door enorme stenen wachters.
Volgens de vertellingen, zou elk paar tienmaal zo sterk zijn als het paar op de onderliggende verhoging. De twee beroemde Malla-worstelaars aan de voet van de trap zijn dus tienmaal zo sterk als gewone stervelingen, de olifanten erboven tienmaal zo sterk als de worstelaars en zo maar door voor de leeuwen, griffioenen en de godinnen.
Boven aan de trapculmineert die metafysische kracht in de gesloten ruimte waarin de geheime godin van Nyatapola huist: Siddhi Lakshmi, de tantrische godin voor wie koning Bupathindra Malla de tempel in 1702 liet bouwen
De Bhairvnath Mandir, die niet op een platform rust, biedt met zijn rechthoekige grondplan en drievoudige dak een volmaakt tegenwicht aan de opwaartse bouwstijl van de Nyatapola, waar hij haaks op staat.
Deze tempel is gewijd aan de beschermgod van de stad, Bhairav, wiens macht eveneens een tegengewicht vormt voor die van de tantrische godin. Een typische manier om twee spirituele verschrikkingen in evenwicht te houden.
Op het plein staan twee fraai zuilen met daarop een afbeelding van een leeuw en een zittende boeddha onder een parasol.
Beide figuren zijn afgebeeld op een voetstuk voorstellende de lotusbloem.
Ten oosten van Durbar Square bevindt zich Dattatraya Square, waarop de Dattatraya Mandir tempel staat.
De grote Dattatraya Mandir uit 1427, is oorspronkelijk een gemeenschapscentrum. het is de enige aan Dattatraya gewijde tempel in de vallei van Kathmandu.
Deze god wordt vereerd door volgelingen van Shiva en Vishnu, maar ook door boeddhisten, die hem als een verwant van Boeddha beschouwen.
Voor de ingang van de tempel staan twee enorme stenen beelden die deze godheid symboliseren.
Naast ieder beeld staat een fraaie vergulde standaard.
Links een symbool uit het boeddhisme en rechts naast de drietand van Shiva een afbeelding van een schelp.
Via kronkelige straatjes bereiken we het pottenbakkersplein, gelegen in de wijk van de pottenbakkers, die hun product dat ze in hun werkplaatsen rond het plein vervaardigen te drogen leggen.
Vochtige klei wordt op schijven tot kannen, koppen en kommen gedraaid of er worden met de hand kleine snuisterijen geboetseerd om na het drogen gebakken te worden onder hopen stro afgedekt met een dikke laag zand.
Veel van dit rood gekleurde aardewerk wordt nog dagelijks gebruikt in het Nepalese huishouden.
Zie vervolg: INDIA EN NEPAL VERKENNEN. ZONSOPGANG HIMALAYA FILMPJE.
(DEEL 29)
Ongeacht de kosten, zij die het er voor over hadden waren er dol enthousiast over, met zelfs een kort bezoek in de cockpit.
KONINGSSTAD BHAKTAPUR.
Bhaktapur, ook Bhadgaon of Khwopa genoemd is een grote stad gelegen in de provincie Bagmati en het district Bhaktapur. De huidige stad ligt op een hoogte van 1312 tot 1338 meter boven de zeespiegel. De stad ligt enkele kilometer ten zuidoosten van Kathmandu.Wat de toeristen aantrekt is dat, wat is overgebleven van het koninklijk verleden van de stad. Samen met Kathmandu en Patan was het één van de belangrijkste koningssteden van Nepal.
Men spreekt dan ook over de 'Stad van de gouden tempels', waar traditie en geloof hoog in het vaandel staan, maar het drukst bezochte deel van de stad is het Taumadhi-plein. Wandelend naar dit plein door smalle straatjes vindt je overal kleine tempeltjes, maar je krijgt meer het gevoel van door een openluchtmuseum te wandelen.
De gehele oude stad met haar rijke verleden staat tegenwoordig op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
EVEN TERUG NAAR 2015.
Ook dezxe oude stad heeft door de zware aardbeving in 2015 veel te lijden gehad en werd er veel schade in de stad aangericht. Volledige straten met traditionele huizen zijn verloren gegaan of onbewoonbaar verklaard.
'Gelukkig' werden er slechts een paar tempels vernietigd of beschadigd, maar heden is men druk bezig deze schade te herstellen.
Het belangrijkste deel van de oude stad is het Taumadhi-plein ook wel Durbar Square genaamd, maar dit niet te verwarren met het Durbar Square in Kathmandu.
Vergeleken met Kathmandu is het rustig wat het verkeer aangaat, waardoor je er rustig kan wandelen en om je heen kijken.
Een ander opvallend gebouw is het paleis met de 55 ramen, dat naast de ingang, de Gouden Poort, van het voormalige koninklijke paleis ligt.
Boven in midden het 18e eeuwse paleis van de 55 ramen, deze zijn allemaal van kunstig houtsnijwerk voorzien met openingen om lucht en licht door te laten. Het paleis is van baksteen opgetrokken.
Het voormalige koninklijk paleis kan men betreden via de Sun Dhoka (links) een van de fraaiste architectonische kunststukjes met daarboven fraaie versieringen op het vergulde dak van de ingang (midden onder), met ornamenten in de vorm van leeuwen en olifanten.
De Gouden Poort werd in 1753 in opdracht van Jaya Ranjit Malla gebouwd, en getuigd van het niveau van vakmanschap van de lokale ambachtslieden. In de vergulde koperen omlijsting zijn talrijke goden afgebeeld.
Achter de Sun Dhoka ligt een deel van het koninklijk paleis dat nog rest na de aardbeving van 1934. Passeert men de poort, dan ziet men eerst twee wachter naast een fraai bewerkte deur.
Lopen we verder via een paar lage doorgangen waarbij je moet bukken (voor het respect voor de koning) uit op een binnenhof van de Taleju Chowk.
Verder kom je hier niet, daar het het voor niet hindoes hier de toegang verboden is, want deze chowk en de Kumari Chowk erachter zijn heilig.
Het bleek dat het maken van afbeeldingen er ook verboden was, maar toch een afbeelding gemaakt van een fraai versierde daksteunbalk (rechts).
Terug op het plein zien we de Chayasilin Mandap. Het achthoekige paviljoen werd in 1934 verwoest, maar is in 1987-1990 met Duitse steun gerestaureerd. Het paviljoen heeft zeer fraai houtsnijwerk, waar het verschil tussen oud en nieuw nauwelijks zichtbaar is.
Dank zij de stalen binten in het interieur heeft het de aardbeving van 2015 doorstaan. Bij de restauratie is zo veel m ogelijk hout uit de oorspronkelijke bouwperiode opgespoord en in het paviljoen geïntegreerd.
We lopen nu in de oostelijke richting verder op het plein en zien de stenen Siddhi Laxmi Mandir oftewel Lohan Dega (Stenen Tempel). Het gebouw torent overal bovenuit.
De opgang naar deze shikhara met traptreden wordt bewaakt door beelden van dieren en twee edelen, elk met een naakt kind en een hond aan de hand.
We komen uit op een ander plein in het hart van de oude stad, het Taumadhi Tol, het is welk het sfeervolste deel van Bhaktapur.
Twee tempels die hier het zicht bepalen werden gerestaureerd in de jaren negentig van de vorige eeuw met behulp van het geld dat toeristen moeten betalen.
De Nyatapola Mandir is met ruim 30 meter de hoogte tempel van Nepal. De tempel telt vijf verdiepingen: nyata is Nepalees voor 'vijfvoudig'.
Pilaren met houtsnijwerk schragen het getrapte dak en vormen een balkon rond het binnenste heiligdom. De gelaagdheid van de tempel wordt prachtig weerspiegeld in de vijf vierkante, getrapte verhogingen waarop hij prijkt.
De steile centrale trap wordt geflankeerd door enorme stenen wachters.
Volgens de vertellingen, zou elk paar tienmaal zo sterk zijn als het paar op de onderliggende verhoging. De twee beroemde Malla-worstelaars aan de voet van de trap zijn dus tienmaal zo sterk als gewone stervelingen, de olifanten erboven tienmaal zo sterk als de worstelaars en zo maar door voor de leeuwen, griffioenen en de godinnen.
Boven aan de trapculmineert die metafysische kracht in de gesloten ruimte waarin de geheime godin van Nyatapola huist: Siddhi Lakshmi, de tantrische godin voor wie koning Bupathindra Malla de tempel in 1702 liet bouwen
De Bhairvnath Mandir, die niet op een platform rust, biedt met zijn rechthoekige grondplan en drievoudige dak een volmaakt tegenwicht aan de opwaartse bouwstijl van de Nyatapola, waar hij haaks op staat.
Deze tempel is gewijd aan de beschermgod van de stad, Bhairav, wiens macht eveneens een tegengewicht vormt voor die van de tantrische godin. Een typische manier om twee spirituele verschrikkingen in evenwicht te houden.
Op het plein staan twee fraai zuilen met daarop een afbeelding van een leeuw en een zittende boeddha onder een parasol.
Beide figuren zijn afgebeeld op een voetstuk voorstellende de lotusbloem.
Ten oosten van Durbar Square bevindt zich Dattatraya Square, waarop de Dattatraya Mandir tempel staat.
Deze god wordt vereerd door volgelingen van Shiva en Vishnu, maar ook door boeddhisten, die hem als een verwant van Boeddha beschouwen.
Naast ieder beeld staat een fraaie vergulde standaard.
Links een symbool uit het boeddhisme en rechts naast de drietand van Shiva een afbeelding van een schelp.
Vochtige klei wordt op schijven tot kannen, koppen en kommen gedraaid of er worden met de hand kleine snuisterijen geboetseerd om na het drogen gebakken te worden onder hopen stro afgedekt met een dikke laag zand.
Veel van dit rood gekleurde aardewerk wordt nog dagelijks gebruikt in het Nepalese huishouden.
Zie vervolg: INDIA EN NEPAL VERKENNEN. ZONSOPGANG HIMALAYA FILMPJE.
(DEEL 29)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten