zondag 1 december 2019

NOORD-INDIA EN NEPAL VERKENNEN. BOEDDHISTISCHE VLAG, ORANJE EN LOTUSBLOEM. (DEEL 14)


            DRIE KENMERKEN 

                     VAN HET

             BOEDDHISME. (14)



DE BOEDDHISTISCHE VLAG.

Vanaf de hijszijde heeft deze vlag vier verticale banen in de kleuren: blauw, geel, rood, wit en oranje.
Naast de oranje baan komen dezelfde kleuren weer voor van boven naar beneden in de zelfde volgorde.
De vlag werd in 1880 ontworpen als het symbool van het boeddhisme en vertegenwoordigd geloof en vrede en kreeg pas in 1952 officieel erkenning.
De vlag wordt nu wereldwijd gebruikt om het boeddhisme aan te geven.De vijf kleuren van de vlag vertegenwoordigen de kleuren van de aura die Boeddha omgaf toen hij verlichting bereikte.
Verklaring van de kleuren:
 Blauw staat voor; liefdevolle vriendelijkheid, vrede en universeel mededogen.
Geel staat voor; de middenweg en het vermijden van extremen.
Rood staat voor; zegeningen van beoefening, resultaat, wijsheid, deugd, geluk en waardigheid.
Wit staat voor; zuiverheid van Dharma - leidt naar verlossing, buiten ruimte en tijd.
Oranje staat voor; de leerlingen van Boeddha en wijsheid.

ORANJE IN HET BOEDDHISME.


In de Aziatische landen is het direct duidelijk wie er precies boeddhist is en wie niet, althans onder professioneel religieuzen, hetgeen wil zeggen monniken en de nonnen.

De volgelingen van Boeddha, de monniken (bhikkhu's) en de nonnen (bkikkhuni's)  droegen oorspronkelijk kleding die was weggegooid, vaak ging het om lijkwaden en andere kledingstukken die achterbleven na een crematie.
Deze kleding werd gekookt in saffraanwater of in water dat was vermengd met kasaya leem. Dit verklaard de typerende rode- of geelachtige kleur van de pijen. De haren werden afgeschoren hetgeen een teken was van rouw en dood, het uittreden van het wereldse leven.


Boeddha bereikte zijn verlichting uiteindelijk in Bodh Gaya, nadat hij eerst een gave van kwark had aangenomen van het herdersmeisje Sujata. Hij verbrak daarmee zijn periode van zware ascese.
Vervolgens wisselde hij zijn kleding met de lijkwade van een dienares van Sujata die net was overleden. Gekleed in dit doodsgewaad ging hij zitten onder de Bodhi boom en kwam hij na 49 dagen tot zijn ultieme inzicht. De 49 dagen is eveneens cruciaal in deze, daar het voor veel Aziaten 49 dagen duurt voor een persoon opnieuw incarneert na zijn dood.




Ook bij de Hindoe speelt het geel een belangrijke rol. Hun geestelijke, de sadhoe draagt gele of oranje bindi of tikala, een slinger van gele of oranje afrikaantjes bloemen,
Ook dragen zij gele of oranje gewaden.
De kleur staat hier voor; vuur, wijsheid, onthouding en discipline.  



DE LOTUSBLOEM.

 De Latijnse naam is; Nelumbo Necifera.
Geen andere bloem heeft zo'n figuurlijke rol in de religies van de Aziatische landen als de lotus.
In het Hindoe, en het Boeddhistisch geloof zien ze het als een heilig symbool en gebruiken het niet alleen in hun offers, maar ook in hun overeenkomende kunt voorwerpen en gebouwen.
In Azië kennen we de kleuren roze, wit en paars.
Anders dan de waterlelie die wij kennen en waarvan de bloemen drijven, groeien deze steeds uit vijf bloembladen opgebouwde bloem op een sterke stengel boven het water, en kan de bloem een diameter van 25 centimeter krijgen.
De enorme ronde bladeren, met een diameter van ruim 60 centimeter, zijn bedekt met een netwerk van microscopische fijne haartjes die er voor zorgen dat het blad droog blijft als het regent.
Als de bloembladen afvallen ontstaat er een afgevlakte zaadknol welke inwendig is verdeeld in compartimenten, wat aan een wespennest doet denken. De ondergrondse knol van de lotus is rijk aan viatamine C, proteïne (eiwitten) en zetmeel. De zaden gekookt in suiker zijn een lokale delicatesse. 
De bladeren worden gebruikt voor het inwikkelen van te stomen gerechten en geven het eten een aromatische smaak.



       Zie vervolg: INDIA EN NEPAL VERKENNEN. DE KLEUREN VAN INDIA. (DEEL 15)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten