HIMALAYA. (25)
De Himalaya strekt zich uit Azië, over een lengte van 2400 kilometer en is tussen de 150 en 280 kilometer breed. Het gebergte loopt van het noorden van Pakistan tot het zuidoosten van China.
Het verhaal van de Himalaya begint met een gigantische botsing tussen twee continentale platen, waarbij grote delen van de aardkorst over elkaar schoven.
Met hoeveel geweld dit gepaard ging blijkt uit het feit dat de top van de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld deels is opgebouwd uit kalksteen dat ooit op de bodem van een zee werd afgezet.
Het is dan wel de hoogste berg van deze wereld , maar in feite de jongste.
Een verwoestende aardbeving in april 2015 maakte eens te meer duidelijk dat de onvoorstelbare geologische krachten waaruit het Nepalese landschap is ontstaan, nog steeds niet zijn uitgewerkt.
De Mount Everest is geleidelijk ontstaan door bodem verheffingen die de berg nog steeds deed groeien. Tegelijk met de bodemverheffingen kwam een tegengesteld proces opgang: dat van erosie.
Terwijl het gesteente door de continentale drift van de Indo-Australische op de Euraziatische plaat, werd geplooid en opgestuwd, gingen wind en regen aan de slag om het weer af te slijpen.
Moderne geografen menen dat de drie grote Zuid-Aziatische rivieren; de Indus, Ganges en Brahmaputra, al bestonden voordat de bergen zich begonnen te verheffen. Deze rivieren ontspringen namelijk niet in de Himalaya. logischerwijs de natuurlijke waterscheiding, maar daarachter, in het Tibetaans Hoogland. Toen de landmassa aan de voet van het plateau omhoog kwam, hielden de rivieren hun zuidelijke koers zo goed mogelijk aan.
Ze slepen diepe kloven uit de jonge bergen en voerden het bezinksel mee naar nieuwe oceanen.
Op sommige plekken hielden de bergruggen de rivieren enige tijd gevangen en ontstonden grote meren, tot het water een uitweg vond.
De Vallei van Kathmandu was zo'n meer.
Ook ijs heeft een eroderende werking. het netwerk van de gletsjers dat de Himalaya in de jongste ijstijd overdekte, strekte zich uit tot in het laaggebergte, richting het laagland van India.
De ondergrens van de gletsjerzone lag toen 1500 meter lager dan nu.
Hoewel de gletsjers zich hebben terug getrokken, is hun schurende werking nog merkbaar: elk jaar komt er een nieuwe laag sneeuw bij, die met de oude lagen wordt samengeperst tot een ijspakket van enkele honderden meters. De onderrand van de gletsjer schuift door het gewicht omlaag, waarbij puin wordt afgeschraapt en dalen worden uitgesleten. Intussen beuken moesson regens tegen de zuidflanken van de bergen. Door de afwisseling van vorst en dooi ontstaan er scheuren in de rotsen en verweren de buitenste lagen sneller.
Toch wint de platentektoniek het nog steeds: de Himalaya wordt elk jaar nog 5 mm hoger.
Maar na de aardbeving in 2015 willen de geografen opnieuw metingen doen, daar het vermoeden bestaat dat het gebergte wat in elkaar gezakt is. De juiste bevindingen zijn nog niet bekend.
Zie vervolg: INDIA EN NEPAL VERKENNEN. ZONSOPGANG, POKHARA - KATHMANDU.
(DEEL 26)
De Mount Everest is geleidelijk ontstaan door bodem verheffingen die de berg nog steeds deed groeien. Tegelijk met de bodemverheffingen kwam een tegengesteld proces opgang: dat van erosie.
Terwijl het gesteente door de continentale drift van de Indo-Australische op de Euraziatische plaat, werd geplooid en opgestuwd, gingen wind en regen aan de slag om het weer af te slijpen.
Moderne geografen menen dat de drie grote Zuid-Aziatische rivieren; de Indus, Ganges en Brahmaputra, al bestonden voordat de bergen zich begonnen te verheffen. Deze rivieren ontspringen namelijk niet in de Himalaya. logischerwijs de natuurlijke waterscheiding, maar daarachter, in het Tibetaans Hoogland. Toen de landmassa aan de voet van het plateau omhoog kwam, hielden de rivieren hun zuidelijke koers zo goed mogelijk aan.
Ze slepen diepe kloven uit de jonge bergen en voerden het bezinksel mee naar nieuwe oceanen.
Op sommige plekken hielden de bergruggen de rivieren enige tijd gevangen en ontstonden grote meren, tot het water een uitweg vond.
De Vallei van Kathmandu was zo'n meer.
Ook ijs heeft een eroderende werking. het netwerk van de gletsjers dat de Himalaya in de jongste ijstijd overdekte, strekte zich uit tot in het laaggebergte, richting het laagland van India.
De ondergrens van de gletsjerzone lag toen 1500 meter lager dan nu.
Hoewel de gletsjers zich hebben terug getrokken, is hun schurende werking nog merkbaar: elk jaar komt er een nieuwe laag sneeuw bij, die met de oude lagen wordt samengeperst tot een ijspakket van enkele honderden meters. De onderrand van de gletsjer schuift door het gewicht omlaag, waarbij puin wordt afgeschraapt en dalen worden uitgesleten. Intussen beuken moesson regens tegen de zuidflanken van de bergen. Door de afwisseling van vorst en dooi ontstaan er scheuren in de rotsen en verweren de buitenste lagen sneller.
Toch wint de platentektoniek het nog steeds: de Himalaya wordt elk jaar nog 5 mm hoger.
Maar na de aardbeving in 2015 willen de geografen opnieuw metingen doen, daar het vermoeden bestaat dat het gebergte wat in elkaar gezakt is. De juiste bevindingen zijn nog niet bekend.
Zie vervolg: INDIA EN NEPAL VERKENNEN. ZONSOPGANG, POKHARA - KATHMANDU.
(DEEL 26)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten