vrijdag 19 april 2019

NOTRE-DAME-de- PARIS. (DEEL 2)

         DE KATHEDRAAL VAN DE 

 KLOKKENLUIDER EN DE KRONING 

   VAN NAPOLEON BONAPARTE TOT 

         KEIZER VAN FRANKRIJK.


                        CATHÉDRALE DE NOTRE DAME DE PARIS .(2)

                                          DE NOORDELIJKE GEVEL.

PORTAAL VAN HET KLOOSTER (5).

Het noordelijke gedeelte van de kerk heeft een bijzonder fraaie ingang, het Portail du Cloître, die in de middeleeuwenleidde naar het klooster naast de kathedraal.
De gevel wordt beheerst door het prachtige roosvenster, met een doorsnede van 13 meter
(drie meter meer dan de rozet van de westelijke gevel),



De arcaden onder het roosvenster vormen in samenspel met deze rozet een lichtopening van 18 meter.

De grote puntgevel boven het portaal, door twee kleine geflankeerd, heeft een decoratie die afsteekt bij het geheel.







Het timpaan boven de ingang geeft in het onderste gedeelte scènes uit Jezus zijn jeugd te zien, o.a. de vlucht naar Egypte.
Daarboven is de geschiedenis uitgebeeld van Theophilus, die zijn ziel aan de duivel verkoopt. 
Maria ontrukt hem het koopverdrag, dat in het bovenste gedeelte van het timpaan door de bisschop aan het volk wordt getoond. 




Hieruit blijkt eens te meer, dat de diverse afbeeldingen in de timpanen een lerende functie hadden voor het volk dat niet kon lezen en schrijven.

In de deurpost van het klooster portaal staat een prachtig beeld van Maria, het enige dat pertinent origineel is; er spreekt een vrome sereniteit uit de gelaatstrekken van dit kunstwerk.



PORTE ROUGE (6).

Aan de zelfde zijde van de kathedraal ligt de Porte Rouge.  















In het timpaan staat de gekroonde Maria tussen de knielende Lodewijk de Heilige en zijn vrouw Margareta van Provence. Opmerkelijk zijn de bas-reliëfs, die in de kerkmuur zijn aangebracht; bijzonder mooi is vooral het reliëf, dat de dood van Maria voorstelt. 

SQUARE JEAN-XXIII.






Vanuit het parkje achter de kathedraal, square Jean-XXIII, heeft men een mooi uitzicht op de apsis.
Het is een zeer specifieke constructie: het meest opvallend zijn de enorme luchtbogen, die als een krans om dit gedeelte van de kathedraal heen staan. Ze hebben een spanwijdte van 15 meter.
Vanaf deze plaats is ook de kleine spits te zien: deze kleine neo-gotische dakruiter past heel mooi bij de oorspronkelijke gotische stijlvorm.




DE ZUIDELIJKE GEVEL.

PORTAAL ST. ETIENNE. (7)


Het middelste gedeelte van het transept mondt uit in het Portail St.-Etienne.
Deze ingang was gereserveerd voor de aartsbisschop. 
We moeten overigens wel bedenken dat Parijs eerst in 1622 een aartsbisdom werd.

In het timpaan is het leven van deze heilige afgebeeld. Zijn kruisiging en graflegging vormen het middelste gedeelte.
De achttien mannenfiguren in het onderste gedeelte van het timpaan getuigen van een groot vakmanschap van de beeldhouwer, voorstellende episoden uit het leven van St. Etienne.
Opmerkelijk zijn de bas-reliëfs geheel terzijde van de ingang. De siergevel geflankeerd door twee kleine, alsmede de grote rozet zijn bijzonder fraai van uitvoering.



NOTRE-DAME INWENDIG.

Bij het betreden van de kathedraal is het aanvankelijk alsof je een duisternis binnenstapt. het blijkt dat de hoge ramen en de drie roosvensters voor te weinig licht zorgen, maar na verloop van tijd raakt men aan het licht gewend en vallen de machtige rozetten pas goed op. 



De rozet in het noordelijke transept, de enige die origineel is, is met zijn paars-blauwe kleuren een juweel van middeleeuwse glazenierskunst. Het is daarom van belang wat langer in de kathedraal te verblijven om een goede indruk van dit bouwwerk te krijgen, met een lengte van 130 meter, een breedte van 48 meter en een hoogte van 35 meter.

Men betreedt de kerk via de narthex (8), het gedeelte van de kerk dat zich tussen de ingang en het schip bevindt, het wordt vooral beheerst door twee zware pilaren van de torens.
Onder de noordertoren bevindt zich een bas-reliëf dat een voorbeeld is van de zogenaamde 'romantische' middeleeuwen: het 15e eeuwse kunstwerk beeldt het in ontbinding zijnde lichaam van een geestelijke uit.
Het schip met zijn zeer specifieke dubbele zijbeuken maakt een machtige indruk; boven de zware pilaren, afgewisseld door zuilen, bevinden zich een galerij en de zeer opmerkelijke, hoge ramen.
Tussen de steunberen van de zijbeuken en het koor is in de 13e eeuw een ononderbroken serie kapellen aangelegd; ze waren bestemd voor de verschillende gilden en rijke families, die door giften aan de kerk zo een eigen altaar en begraafplaats reserveerden.


Voor een pilaar in het rechter dwarsschip staat het beroemde beeld Notre-Dame-de Paris (9). Als we dit beeld vergelijken met de 14e eeuwse Mariafiguur uit het St. Annaportaal, dan valt op dat het eerste genoemde kunstwerk een jonge elegante verschijning uitbeeldt, terwijl het laatstgenoemde een specimen is van middeleeuwse kunst: strak en zonder enige uitdrukking.












Het koor bevat een aantal voorwerpen van grote kunsthistorische waarde. Van de oorspronkelijk stenen afscheiding zijn slechts enkele bas-reliëfs (10-11), het leven van Christus voorstellende, over. In het koor (12) bevinden zich enkele kunstwerken, die de gelofte van Lodewijk XIII aan de heilige Maagd uitbeelden: in 1638 kwam hij namelijk in de Notre-Dame om Maria te smeken hem een zoon te schenken. Violett-le-Duc restaureerde dit gedeelte van het interieur; er bleven slechts een aantal zitplaatsen, een piëta van Ncolas Constou en de knielende koningsfiguren van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV over.

KERKSCHATTEN. (13)



Bijzonder interessant is de ruimte waar de kerkschatten bewaard worden.
Hier liggen onder andere zaken zoals een kruis dat bij de keizerskroning van 1804 is gebruikt en het kruis van Anjou. In de Stille Week voor Pasen worden de meest waardevolle stukken tentoongesteld, onder andere de Doornenkroon (rechts) en een stuk van het Christus kruis.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten