zondag 31 juli 2022

BALINESE CREMATIE.

 

     AFSCHEID VAN HET AARDSE

                   TRANENDAL; 

DE WEG NAAR EEN BETER LEVEN.



CREMATIE OP BALI.

Niet de tempelfeesten, maar de uitgebreide ceremoniën bij de crematie of lijkverbranding (ngabén) vormen voor de Balinezen de belangrijkste religieuze gebeurtenissen.
Door de verbranding wordt de ziel definitief van het lichaam gescheiden; de ziel treedt in in een hogere wereld en kan door middel van reïncarnatie een beter leven beginnen.
Daarom ook is een crematie voor de Balinezen geen treurige maar een zeer vreugdevolle gebeurtenis.
Op Bali zijn de crematies pas tijdens het rijk Majapahit onder hindoeïstische invloed gekomen.
Dit moet ongeveer in de 13e eeuw zijn geweest; ook voordien bestond reeds het animistische geloof dat de ziel onsterfelijk is  en na de dood in een ander lichaam terugkeert. Dit geloof bestaat nog steeds bij de Bali-Aga, die zeer geïsoleerd in de bergen leven en het oude animistische geloof in ere hebben gehouden. Zij verbranden hun doden niet, maar plaatsen deze op een rots of in een boom; daar laten zij aasdieren hun werk doen, want eerst als de beenderen geheel van het vlees zijn ontdaan is de ziel vrij om een nieuw leven in een ander gedaante te beginnen. Deze dorpen zijn Tanganan, Sambiran en Terunyan aan de oever van het Batur-meer.

VOORBEREIDINGEN, HOE EN WAT?

Bij de voorbereidingen tot aan de crematie van de overleden persoon of personen speelt ook nu weer het kaste systeem een grote rol. Vooral wanneer het een crematie van een vorst of een lid van de triwangsa (de drie adellijke kasten) betreft. Hoe hoger de kaste, hoe meer geld, pracht en praal.
Dikwijls wordt hieraan een geheel vermogen besteed, die vaak de nabestaanden tot de bedelstaf leiden.
Het komt zelfs voor dat honderden, zelfs duizenden rupiahs, in één keer ten overstaan van een jubelende menigte in de vlammen worden geworpen, terwijl toch ieder aanwezige dagelijks elke cent twee keer moet omdraaien om rond te komen. Zij hopen dan ook dat de wind de biljetten meeneemt opdat zij die kunnen grijpen. Het is vaak zo dat de oudste zoon zijn leven lang moet sparen om voor zijn ouders een waardige crematie te kunnen organiseren.
Om alle onderdelen van de ceremonie voor de crematie op te noemen, zou dit nog vele epistels aan dit verslag doen toevoegen; vandaar dat hier dan ook alleen maar de belangrijke elementen worden vermeld.

DE LAGERE KASTE.

Wanneer het spaargeld van de familie nog niet toereikend is wordt de crematie gewoon uitgesteld en wordt de overledene nog op de zelfde dag op een begraafplaats ter aarde besteld.
Een holle bamboestengel wordt boven de mond in de grond gestoken, opdat zijn ziel of haar ziel een uitgang heeft. Parasols worden geplaatst tegen de hitte en op een klein overdekt bamboe-altaartje worden nog 42 dagen na de dood offers gebracht. Dikwijls laat men ook nog voedsel en drank door de open gemaakte bamboesteel in het graf zakken.
Bij de lagere kaste wordt door de gemeenschap gezamenlijk gespaart voor de crematie van de overledenen. Is er voldoende geld bijeen gebracht, dan is het aan de priester de dag van de crematie vast te stellen.

De beenderen van de overledenen worden opgegraven en gewassen, waarna ze in witte doeken worden gewikkeld, voorzien van een naamband.
Op een speciaal terrein waar het begin van de gehele ceremonie plaats gaat vinden, wordt een overkapping gebouwd, waaronder voor iedere overledene een soort pop wordt geplaatst met de offeranden die hij op zijn weg naar een 'nieuw' leven nodig zal hebben.
Onder een afdak zit een gamelanorkest, dar drie dagen lang regelmatig speelt. Ook 's nachts worden de plechtigheden met schimmenspel en muziek voortgezet. Het stuk grond is een heilige religieuze plaats voor de gemeenschap. Hier zal nooit een woning gebouwd worden, daar de demonen er heersen.

De stoffelijke resten en de offergaven worden gezamenlijk in een levensechte zwarte stier verpakt, die fraai versierd is, en op een bamboedraagstel door de bevolking naar de crematie plaats wordt gedragen. 
Het is geen triest gebeuren, maar een vrolijk uitbundig gebeuren, want uiteindelijk kan de reis gaan beginnen naar een beter leven.
Het geheel wordt vooraf gegaan door dansers en muziek.
Ook achter de buffel loopt een groep met trommels, waarop geslagen wordt om de boze demonen op een afstand te houden.
Ook wordt het draagstel regelmatig rond gedraaid, dan linksom, dan rechtsom, zodat de demonen de weg kwijt raken. 
Soms moet een dergelijke groep kilometers lopen eer ze bij de crematieplaats zijn aangekomen, en dat is meestal ergens aan de kust op een strand.


Op de crematieplaats heeft men reeds een soort bak gemaakt uit de stammen van bananenplanten, daar deze door hun vochtigheid niet zullen verbranden.
De buffel wordt hier bovenop geplaatst met zijn inhoud en zal in vlammen opgaan.
Vroeger werd voor de verbranding hout gebruikt, maar tegenwoordig olie- of gasbranders, om zeker te zijn dat er geen resten onverbrand achter blijven.

Tijdens de verbaranding dat weer door speciale mannen wordt gedaan, zit de gemeenschap gezellig bij elkaar met eten en drinken en gamelan muziek. 

Na de verbranding en een strenge controle wordt de as opgeslagen in speciale aardewerken potten om deze na twaalf dagen, met een speciale ceremonie, uit te strooien boven de zee. Verder worden alle versieringen die gebruikt zijn voor de crematie verbrand.

Het uitstrooien boven de zee, moet een zuiverende werking hebben voor de ziel om later terug te keren in een nieuw leven. 



DE HOGERE KASTE.

Wanneer leden van de hogere kasten om een of andere reden op hun crematie moeten wachten worden zij gebalsemd en in een speciaal paviljoen, de balé lagon, opgebaard, totdat de voor de crematie gunstige dag is aangebroken. Dit wordt bepaald door de priester, die immers tot taak heeft de mysterieuze kosmische orde te verklaren.
Deze voorbereidingen kunnen dagen in beslag nemen. De balé bandung, de afgesloten ruimte waar de stoffelijke resten van de rijke leden van de triwangsa worden opgebaard, wordt met veel zorg in gericht. 

Voorwerpen die de dode bijzonder dierbaar waren, worden hier geplaatst, zoals bijvoorbeeld fraaie stoffen, sieraden, zijn kris, talloze bloemen en bonte linten. Daarnaast natuurlijk voorwerpen die boze geesten moeten verdrijven zoals lotusbloemen (padma) en een bamboespruit als symbool van de wedergeboorte. Over de opgebaarde dode wordt een net gelegd, gemaakt van garen en talloze kepengs, een oud Chinees muntje, dat vroeger de kleinste muntsoort op Bali was. Dit net genaamd ukur, wordt ook in  de kist gelegd.

In de oogkassen worden omgekeerde spiegeltjes gelegd, zodat hij bij zijn terugkeer heldere ogen zal hebben en op de weg naar het hiernamaals niet wordt verleid door het zien van slechte dingen.
De mond en de neus worden afgedekt met bloemen, zodat er geen kwade geesten naar binnen komen en de geur van de bloemen zullen de ziel versterken.
Verder krijgt de dode in zijn kist geld, kleding en sigaretten mee.
Allerlei plechtigheden maken verder nog deel uit van de voorbereiding tot de eigenlijke crematie. Hiervoor moet de priester het juiste tijdstip bepalen.



Is uiteindelijk alles gereed, dan wordt het lichaam in een kist gelegd, welke weer is geplaatst in een fraaie draagstoel van een hindoepriester. Voor dag en dauw komen de belangstellenden naar het sterfhuis. Daar staat een bouwsel vol symbolische versieringen dat op een onderstel van lange bamboepalen rust. Door deze lengte kunnen veel mensen tegelijk helpen de toren naar de eigenlijke crematie plaats te dragen.
Deze stellage wordt badé genoemd. De vorm wordt weer bepaald door de kaste waartoe de overledene behoorde. Symbolisch bevindt de dode zich nu tussen hemel en aarde, het pagode dak en de basis. De bloemen waarmee de   badé is versierd, zijn een symbool van de levensboom, terwijl demonenkoppen de boze geesten moeten verdrijven en de gelouterde ziel op de garuda de hemel binnengedragen zal worden. Deze torens worden met een oneindige liefde en geduld opgebouwd, ondanks dat ze ook meeverbrand zullen worden. De kist met de dode wordt boven in de badé geplaatst
en daarboven neemt een priester plaats.


Het vervoer van de badé naar de plaats van crematie is een heel gebeuren. Als de stoet zich in beweging zet, wordt ze begeleid door beeldschoon geklede meisjes en vrouwen, die vaten met gewijd water, bloemen en vruchten als offers voor de dode op het hoofd dragen. ook een draagbare gamelan angklung en vaandeldragers lopen mee.
Aan een lang wit doek en enige tientallen meter lengte wordt symbolisch het geheel voortgetrokken, een weg terug is er niet meer.
Tijden deze tocht klimmen kleine jongens op de badé met levende witte duiven, die ze omhoog in de lucht gooien, als symbolische teken 'om de ziel te leren vliegen'. Tijdens deze laatste reis van de dode wordt de badé regelmatig rond gedraaid op iedere wegkruising, om de demonen de richting kwijt te doen raken. De stoet wordt afgesloten door een drumband die met veel lawaai de demonen op een afstand moet houden.

Ook bij de aankomst op het strand, waar de crematie plaats zal vinden worden het ronddraaien en de luide trommelmuziek steeds herhaalt.

Op de crematie plaats is reeds een 'crematieoven' gebouwd van stammen van de bananenplant.
De kist wordt uit de badé gehaald en open om deze stelling geplaatst, waarna de laatste giften voor de reis naar het hiernamaals in de kist worden gelegd door de belangstellenden.
De familie en belangstellenden verzamelen zich bij de overdekte stalletjes voor eten en drinken.

Dan gaat de vlam er in, en alles wat bij de dode in de kist lag zal worden mee verbrand.
Tijdens de crematie speelt het gamelan orkest en worden er dansen uitgevoerd.
Ook de badé en al de versieringen gaan na de crematie op in vlammen.
Van de dode wordt de as verzameld in kokosdoppen die op een later vastgesteld tijdstip, met een kleine ceremonie uitgestrooid worden boven zee of een rivier.

Vroeger stortte de weduwe zich ook in de vlammen en volgde vrijwillig haar echtgenoot in de dood, maar aan dit gebeuren is een einde gemaakt.

Geen gelegenheid wordt met zoveel pracht en praal begeleid als dit grootse feest van de crematie, waarbij eerst de ziel door het vuur wordt gelouterd en later door het reine water schoongewassen. Geen grotere wens zal een Balinees ooit hebben dan zo snel mogelijk met de morgendauw weer neer te dalen op zijn paradijselijk eiland Bali en een nieuw leven te beginnen.



Volgens een gezegde; 'de een zijn dood, is voor de ander zijn brood', en dat gaat ook bij deze feestelijke crematies op. Zodra de familie en genodigden een plaatsje gevonden hebben om de zitten, verschijnen de venters met hun waren, zoal drinkwater in flessen, zoetigheden, vers fruit, pinda's  longtong (kleefrijst) in bananenblad en saté met pindasaus. De inwendige mens leeft voort.


























 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten