EILAND VAN DE GODEN
EN HUN TEMPELS.
DEEL 8.
BALI.
SINGARAJA.
Singaraja is de hoofdstad van het district Buleleng in het noorden van Bali, aan de Bali Zee, en was reeds in de 14e eeuw onderworpen aan de vorsten van Gelgel. De autochtone vorsten maakten zich echter zelfstandig en hun macht reikte zelfs tot aan Kintamani.
In het jaar 1882 begonnen de Nederlanders van hieruit de verovering van Noord-Bali en Singaraja werd zowel de hoofdstad van dit Nederlandse koloniale gebied, maar was ook de zetel van de gouverneur van Bali. Singaraja bleef tot aan 1953 ook het Indonesische bestuurscentrum van Nusa Tenggara, de provincie van de kleine Sunda Eilanden.
In Singaraja bevindt zich ook de bibliotheek met de oude lontar-manuscripten. Behalve deze manuscripten bevinden zich er ook de zo genaamde prasatis, metalen platen die beschreven zijn in het oud-Balinees.
Rond de stad in andere plaatsen bevinden zich bezienswaardige tempels, die zowel wat de plattegrond als wat stijl betreft enigszins afwijken van de tempels in Zuid-Bali. Hier zijn geen meru's, maar des te meer beeldhouwwerken en reliëfs met voorstellingen van goden, dieren, arabesken en spiralen, zodat men door de decoraties de oorspronkelijke lijnen niet meer kan herkennen.
PURA BEJI (SANGSIT).
De Pura Beji is opgedragen aan de rijstgodin Dewi Sri en wordt vooral vereerd door de boeren uit de omgeving. Deze subak-tempel is een voorbeeld van de noordelijke Balinese architectuur met zijn relatief zwaardere versieringen en zijn bladachtig houtsnijwerk.
Het woord Beji heeft dezelfde betekenis met de Balinese tempelvijver, vergelijkbaar met die van Pur Tirta Empul. Aan de oostkant is zelfs een voormalige vijver ontdekt die zogenaamd gevoed werd door een oude bron. Vanwege de associatie met de waterbron, vereerden de boeren rond het dorp Sangsit Pura beji als "pura subak", subak is een term voor het Balinees padie-irrigatiesysteem dat in 1074 werd geïntroduceerd tijdens de Marakata. Hierdoor staat de tempel ook bekend als Pura Subak Beji en wordt hij zeer vereerd door de boeren die hem eerden in ruil voor de vruchtbaarheid van hun rijstvelden.
De fundamenten van de heiligdommen en de witte zandstenen muren rondom de tempel zijn bedekt met bladachtig houtsnijwerk, zoals wijnranken of bloemenfiguren, een kenmerk dat alleen in het noorden van Bali te vinden is. In deze gravures zijn sporen van kleuren ontdekt, die er op wijzen dat de tempel ooit beschilderd was.
De nog intacte beelden van demonen en voogd-naga's, geïnspireerd op hindoeïstische heldendichten, sieren de stenen trappen en de muren.
Bij de afbeeldingen van deze noordelijke tempel ziet men ook de iknvloed van de moderne tijd in een in zee stortend vliegtuig, een schip dat door een zeemonster wordt aangevallen of een roofvogel.
De restauraties worden met grote zorg uitgevoerd om de oorspronkelijke stijl van de tempel te behouden.
Vooral het zandsteen is erg onderhevig aan de weersomstandigheden, wat men tegenwoordig tracht te conserveren met moderne materialen.
PURA MEDUWE KARANG (KUBUTAMBAHAN).
De tempel is gewijd aan de god van van de grond, Batara Meduwe Karang.
Ook dit is een subak-tempel.
De tempel staat bekend om zijn beelden en bloemrijke decoratiestijl die kenmerkend is voor Noord-Bali.
Pura Meduwe Karang heeft ook heiligdommen gewijd aan de zonnegod Surya en aan Moeder aarde, allemaal gerelateerd aan het concept van bescherming van de vruchtbaarheid van het land.
Het tempelcomplex is omgeven door een muur, die met tussenpozen wordt verstrekt door pilaren met daarop gebeeldhouwde bloemdecoraties.
Bij de ingang van de tempel staat een rij van 36 stenen figuren die personages uit het Indiase epos Ramayana voorstellen.
Het hoogste punt van het binnenste heiligdom is het Betara Luhur Ing Angkasa heiligdom
De sculpturen bevinden zich op drie niveaus, 13 in de onderste rij, tien in de middelste rij en 13 in de achterste hoogste rij, die wordt geflankeerd door twee toegangstrappen.
De centrale figuur is Kumbhakarna, terwijl hij omringt wordt door de apentroepen van Sugriwa.
De dubbele trappen leiden naar het entreeterras.
Het is versierd met wandsculpturen met onderwerpen uit de Balinese legende.
Het belangrijkste heiligdom wordt geflankeerd door twee heiligdommen links en rechts, een gewijd aan Ratu Ayu Sari, een manifestatie van de moeder aarde Ibu Prtiwi, de andere is aan Ratu Ngurah Sari , de beschermheer van de opbrengst van de aarde, gewijd.
Het reliëf is een afbeelding van de Nederlandse kunstenaar Nieuwenkamp die in 1904 Bali verkende met zijn fiets.
Het is niet de enige afbeelding van een westerling in een Balinese tempel. Ook in de Pura Dalem komen deze voor.
De tempel is typisch Noord-Balinees. De Pura dalem Segara Madhu is meer sierlijk uitgehouwen dan zijn zuidelijke tegenhanger Pura Dalem Jagaraga is gesneden met afbeeldingen van gebladerte, bloemen, naga's en menselijke figuren.
De pura Pulaki ligt ten westen van Seririt.
Aan het einde van de 15e eeuw arriveerde Dang Hyang Nirartha, een hindoe-priester of brahmaan uit het Majapahit-koninkrijk Java, op Bali om het Shaivite-priesterschap op Bali te introduceren. Nirartha bouwde verschillende tempels op Bali, waaronder de Pura Pulaki in 1489, het jaar dat beschouwd wordt als de oprichtin van deze tempel.
PURA DALEM (JAGARAGA).
Pura Dalem Madhu ook bekend als Pura Dalem Jagaranga ligt ongeveer 15 kilometer van Singaraja. Het zijn in feite twee tempels.
Het dorp Jagaraga staat van oudsher bekend als de plaats waar de Nederlandse koloniale overheid getuige was van een puputan of Balinese massazelfmoord na hun militaire aanval op het koninkrijk Bali in 1849.
De tempel werd in de 12e eeuw opgericht door Raja Sri Aji Jayarage. Tijdens de Nederlandse interventie van Bali in 1849 werd het hele [paleis en het tempelcomplex verwoest door het leger.
De herbouw van de pura begon in 1865, het gebouw dat er nu nog steeds staat. De pura is ontworpen als een combinatie van Pura Prajapati en Pura Dalem, elk gewijd aan Durga en Shiva. De combinatie van beide tempels is mogelijk omdat de goden nog steeds één familie vormen.
Pura Dalem Segara Madhu is een van de weinige tempels op Bali met houtsnijwerk dat de westerse wereld verbeeldt. Gravures in de omtrekmuur van de tempel zijn voorzien van ongebruikelijke 20e-eeuwse figuren, zoals het beeldhouwwerk van een vliegtuig dat in zee stort en het beeldhouwwerk van een auto uit het begin van de 20e-eeuw. Ook deze tempel is als alle Balinese tempels in drie delen verdeeld. De tempel is gewijd aan de hindoegod van de dood en verderf, Shiva, wat wordt geassocieerd met doodsrituelen en is zo versierd met sculpturen van monsterlijke aard.
We reden terug naar Singaraja en maakten een stop in Lovina voor de Pura Segara, waarna we de noordelijke kustweg naar Gillimanuk volgen tot de Pura Pulaki en de Pura Melanting.
PURA SEGARA (LOVINA).
Het was zo te zien een niet belangrijke tempel, daar er geen teken van leven was op het tempelcomplex.
Even het terrein opgegaan door de openstaande poort om binnen een plaatje te schieten.
Opvallend aan deze poort was de afbeelding van swastika en oud symbool uit het hindoeïsme en boeddhisme, en niet te verwarren met de swastika welke werd gebruikt door het nazi-regiem gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Verder was er geen informatie over deze tempel.
PURA PULAKI (BULELENG).
De pura Pulaki ligt ten westen van Seririt.
De tempel ligt op een stuk vlak land met rotspartijen als achtergrond Pura Pulaki is een pura segare of Balinese zeetempel, die rond het eiland zijn geplaatst om een keten van tempels te vormen die het eiland beschermen.
Pura Pulaki ligt aan het strand Pantai Gondol.
De tempel werd in de 16e eeuw gesticht door Nirartha om de goden van de zee te eren.
(Het binnenste heiligdom van de tempel.)
Volgens delegende werd Nirartha bij zijn aankomst door de makaken uit het bos naar de plek gebracht waar de Pura Pulaki zou worden gebouwd.
Daarna werd Pura Pulaki verlaten. In 1920 verhuurde de Nederlandse koloniale overheid het gebied aan een Chinese handelaar Ang Tek What.
Het gebied, inclusief de tempel, is in 1950 door de Indonesische regering overgenomen, gerestaureerd en beschermd.
(Een poort die toegang geeft tot een tgrap naar de zee.)
De Pura Pulaki bestaat uit drie gedeeltes, net als al de andere Balinese tempels,
Opvallend zijn de zeedraken in deze tempel, die het evenwicht in de kosmos handhaven.
(Enkele gebouwen op de binnenplaats van de tempel.)
PURA MELANTING (BULELENG).
De Melanting Tempel ligt in het dorp Banyupoh in het district Buleleng op een afstand van 50 kilometer van Singaraja.
De tempel ligt in een bos aan de voet van de Pemuteran-heuvel en de toegang is een zeer lange trap.
De Melanting tempel is een van de Kahyangan Jagat-tempels op Bali.
Ook deze tempel zijn geschiedenis is nauw verbonden met de reis van de priester Dang Hyang Nirartha van Java naar Bali om het hindoeïsme te verspreiden.
Niet alle gebieden van deze tempel zijn vrij toegankelijk, en zeker niet als er een ceremonie gaande is.
Ondanks dat het een zeer druk bezochte tempel is, voor zowel de gelovigen Balinezen, als veel buitenlandse toeristen, is de toegang gratis.
Opvallend dat er veel zitplaatsen zijn en vuilnisbakken.
PURA PABEAN (BULELENG).
De tempel is gelegen op een kleine heuvel vanwaar je de uitgestrektheid van de blauwe zee kan zien, in een kalme en vredige sfeer.
De Pabean-tempel is opgedragen aan Dewi Ayu Manik Mas Subandar of ook bekend als Geriya Konco Dewi.
Pura Pabean bewaart verschillende verhalen van de zeelieden die op deze plek kwamen bidden en werd zo een nostalgische tussenstop voor zeevaarders van buiten Bali.
(Lovina Beach.)
We besluiten om terug te rijden naar Lovina om daar weer te overnachten, inplaats van dezelfde dag nog naar het zuiden af te reizen naar het zuiden, met een bezoek aan de Pura Lahur Batukan op de helling van de berg Batukan met een hoogte van 2276 meter. Gewoon zwemmen in zee en rustig op het strand liggen.
Zie vervolg: BALI. EILAND VAN DE GODEN EN HUN TEMPELS. INDONESIË. DEEL 9.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten