.png)
SCHEEPVAARTVERBINDING
TUSSEN DE STATES EN EUROPA.
UNITED STATES LINES Inc.
Met dezelfde schepen, de vroegere Duitse 'George Washington' van 23.788 brt en 'America' van 21.114 brt en nog enkele kleinere schepen, werden de diensten op West-Europa voortgezet.
In het daarop volgende jaar werd de vloot uitgebreid met twee passagiersschepen, die als standaardschepen tijdens de Eerste Wereldoorlog waren gebouwd en die werden aangeduid als type 535, gevolgd door vijf idem van het type 502. Deze cijfers gaven de lengte over alles van deze schepen aan.
In juli1923 werd de 'Leviathan' van 59.956 brt met veel publiciteit in de vaart gebracht, wat in de periode 's werelds grootste schip was.
Begin 1924 werden vijf schepen van het type 502 overgedragen aan de Dollar Steam Ship Company; daarentegen werden vijf schepen van het type 'American Merchant', elk 7430 brt, op de route New York - Londen geplaatst onder de naam American Merchant Lines (AML). Aangezien de financiële resultaten ernstig tegen vielen bij de verwachtingen, werd de vloot in maart 1929 verkocht aan P.W. Chapman & Co. Dit betrof vijf schepen van de USL en vijf van de ANL; de naam werd veranderd in U.S. Lines Inc. of Delaware.
Hierbij was gecontracteerd dat beide diensten niet langer dan tien jaar zouden worden uitgeoefend en dat twee passagiersschepen van 45.000 brt zouden worden gebouwd.
Deze werden nooit gebouwd, maar wel twee van 24.000 brt, die in 1930 op stapel werden gezet: de latere 'Manhattan' en 'Washington'. Maar ook de Chapman Comp. kon de financiële resultaten verbeteren en in oktober 1931 werden vier schepen, alsmede de beide in aanbouw zijnde, verkocht aan de U.S. Lines Co of Nevada., die op 23 september 1931 was opgericht en die werd beheerd door de Intern. Mercantile Marine Company (IMM).
In 1932/33 kwamen de nieuwe 'Manhattan' en 'Washington', elk 24.289 brt, in de vaart als kajuitklasseschepen.
In januari 1938 werd de 'Leviathan' voor de sloop verkocht.
Van eind 1931 tot eind 1934 werden de schepen van de USL beheerd door de Roosevelt Steam Ship Company. maar toen nam de IMM het beheer over.
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de neutraliteit van de Verenigde Staten, op dat moment werden de diensten op Europa onderbroken; de 'Manhattan' en de 'Washington' voeren tussen New York en Genua tot juni 1940, toen Italië aan de oorlog deel nam.
(ss. 'America'.)
Het schip werd weldra ingericht als troepentransportschip, evenals de 'Manhattan' en de 'Washington'.
In mei 1943 werd de USL of Nevada opgenomen in de IMMM Co of New Jersy.
In 1945/47 kwamen 25 vrachtschepen van het C-2 type met beperkte passagiersaccommodatie in gebruik, in 1948 gevolgd door zes Victory-schepen; voorts werden nog vier transportschepen van het C-4 type gecharterd en op de trans-atlantische route in gebruik genomen.
Op 14 november 1946 ving de in 1940 voltooide 'America' haar eerste reis aan als passagiersschip, in februari 1948 gevolgd door de gedeeltelijk herbouwde 'Washington'.
In februari 1950 werd de kiel gelegd voor een nieuw passagiersschip, de 'United States'.
In 1962/63 kwamen 11 vrachtschepen van het type 'American Challenger', aanvankelijk van 11.185 brt, maar later 8151 brt, in de vaart, die met een stoomturbine van 16.500 apk een dienstsnelheid hadden van 21 knopen. De USL begon zich meer toe teleggen op de vrachtvaart.
In 1964/65 werden drie schepen van het type 'American Racer', aanvankelijk van 11.250 brt, maar later 7509 brt in de vaart gebracht, die later gedeeltelijk voor containervervoer werden ingericht.
In augustus 1964 werd de 'America' naar Griekenland verkocht aan de Chandris Line.
In 1968/69 kwamen zes containerschepen voor 1178 containers van 20 voet van het type 'American Lancer' van 18.764 brt, met stoomturbines van 27.300 apk in de vaart; eind 1969 werd de 'United States' uit de vaart genomen en opgelegd wegend grote financiële tekorten.
Begin 1972 telde de vloot 27 schepen met 363.253 brt; daarbij bevond zich het enige opgelegde passagiersschip, de 'United States'. In de jaren tachtig waren het al 43 schepen.
De prijzen van de olie voor de schepen bleven stijgen, maar de line leende veel geld om een nieuwe klasse van zuinige containerschepen te bouwen, bekend als de Jumbo-klasse, die met 57.000 brt de grootste vrachtschepen waren ooit gebouwd.
gebukt onder de schuld die was opgebouwd door de uitbreiding van de vloot vroeg het bedrijf op 24 november 1986 faillissement aan, een van de grootste in die tijd van de Verenigde Staten. De schepen werden verkocht en op 5 juli 1988 werd een reorganisatieplan ingediend.
Het reorganisatieplan werd in 1989 ddor de rechtbank goedgekeurd, en werd de United States Lines Inc. geherstructureerd als Janus Industries Inc. in november 1990.
De naam United States Lines werd in 200 en 2001 kort een nieuw leven ingeblazen als een merknaam van American Classic Voyages, die cruises op Hawaiï exploiteerde met een enkel schip de ms. 'Patriot' , voorheen de 'Nieuw Amsterdam' van de Holland America Line.
In 2000 werd begonnen met de bouw van een zusterschip van 72.000 ton, de 'Pride of America', maar in oktober 2001 vroeg het bedrijf faillissement aan en werden alle activiteiten stil gelegd.
Het bedrijf kondigde op 6 december 2016 aan dat US Lines zou worden afgebouwd en omgedoopt tot ANL.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten