donderdag 17 januari 2019

CAICQ OF CAIQUE. (VAARTUIG)

    EEN NAAM VOOR EEN

        VAARTUIG UIT 

VERSCHILLENDE LANDEN

  AAN DE MIDDELLANDSE

                     ZEE.

CAICQ OF CAIQUE.

1. Benaming voor een roeiboot van een galei, geroeid door zes riemen.


2. Een roeiboot van de Bosporus, voortbewogen door drie paar riemen en gebruikt voor personen vervoer.
Een smal, slank vaartuig zonder merkbare stevens met een over de gehele lengte gebogen kiel, scherp in voor- en achterschip.
Gedeeltelijk gedekt en voorzien van een met kussens belegde kuip.
Afmetingen: lengte tot 14 meter; breedte 1,24 meter en holte 0,69 meter. 



De 'baluk caique' is een roeiboot van de Bosporus voor het vervoeren van vracht en personen.
Het vaartuig heeft een uitgesproken zeeg en een gebogen voor- en achtersteven. Het is voor- en achter gedekt en in het ruim voorzien van 3 doften.
Afmetingen: lengte 12,12 meter; breedte 2,52 meter en holte 1,3 meter.


De 'Pasar Caique' is een eveneens voor vrachtvervoer ingerichte boot met een rechte kiel en gebogen stevens, waarvan de voorsteven naar achteren ombuigt.
Het vaartuig heeft volle rompvormen en een uitgesproken zeeg met hoge kop en achterschip.
Het is voor en achter gedekt en voorzien van drie doften.
Afmetingen: lengte 14,66 meter; breedte 2,52 meter en holte 1,11 meter.






3. Kleine Turkse kustvaarder met gebogen voor- en achtersteven en een sterke zeeg.
Hierdoor heeft het midscheeps een laag vrijboord, dat met een zeildoeks schanskleed kan worden verhoogd.
Het vaartuig is geheel gedekt, maar achter de mast bevindt zich een luikhoofd.
De tuigage bestaat uit een paalmast met een groot sprietzeil, een breefok en een topzeil, terwijl ook een stagfok en een kluiver gevoerd worden.


4. Griekse kustvaarder met gebogen voor- en rechte achtersteven en grote zeeg.
Dit schip heeft een laag vrijboord, wat met een zeildoeks schanskleed of houten schotten kan worden verhoogd.
De tuigage varieert sterk per schipper. Een veel voorkomend type voert twee masten, elk getuigd met een loggerzeil. Op een boegspriet kan ook een vliegende fok worden uitgezet.
Gemiddelde afmetingen: lengte 50 voet en breedte 10 voet.


5. Portugees vissersvaartuig voor de zeevisserij langs de kusten van Algarve, Setubal, Lissabon en ook langs de kust van Markko.

(Twee caiquetypes van Algarve; het eerste getuigd met een sectie- en een gaffelzeil, het tweede met twee sectiezeilen.)

Het schip heeft een lichtgebogen, vallende voorsteven en een overhangend achterschip met platte spiegel. het heeft een uitgesproken zeeg met hoge kop. De romp is gedekt en voorzien van vier luiken.
Het schip kan zowel gereid als gezeild worden. De tuigage bestaat uit twee masten, waarvan de voorste naar voren en de achterste naar achteren helt. Beide zijn getuigd met een sectie zeil.
Aan de bezaanmast wordt ook wel een gaffelzeil zonder boom gevoerd. Het voorschip is meestal beschilder en versierd met een oculus (oog).
Afmetingen: lengte 18 meter; breedte 5,5 meter en holte 1,5 meter.

6. Een open boot, ook 'camin' genoemd, in de vaart te Yport en Etreat, Normandië, Frankrijk.
De boot heeft een korte, volle romp die door een los dek kan worden gesloten.
De tuigage bestaat uit twee hoge paalmasten met logger- en een loggertopzeil en uit een druilmast met loggerzeil. Type heeft een korte boegspriet.
Afmetingen: lengte 24 voet; breedte 9 voet en holte 5 voet.
Kleinere typen met twee masten meten tussen  de 17 en 20 voet.

7. Staatsievaartuig van de Turkse sultans, sterk gelijkend op een galei. Dergelijke caiqs worden bewaard in het Bahruje  mûze ve Kütüphanesi, Maritiem Bibliotheek en Museum, te Istanboel.



Deze caicqs hadden een scherp voor- en achterschip, maar een vol groot spant. De romp was aan beide zijden uitgebouwd met een breed boven water hangend platform. Het voorschip had een lange, scherpe ramsteven. De achtersteven was gebogen en vallend. De boorden van het achterschip vielen boven water in een korte bocht terugwijkend tegen de achtersteven aan.


Het achterkasteel eveneens tot een platform uitgebouwd, was overdekt met een zonnetent, rijk met snijwerk en mozaïek versierd. Sommige caicqs werden geroeid door 28 riemen aan ieder boord, met drie roeiers aan elke riem. De middenklasse had 28 riemen met één roeier per riem. De tuigage bestond uit een tweemasttuig met latijnzeilen.
Afmetingen: van de grootste soort: lengte 42,11 meter; breedte 5,70 meter en holte van 2,4 meter.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten