GEBOUWD VOOR ONDIEP
WATER.
Een hekwieler is een raderboot waarvan het scheprad aan het hek is aangebracht. Ten gevolge van de zeer geringe diepgang is de hekwieler bij uitstek geschikt voor de vaart oever ondiepe rivieren en kalme wateren.
(Hekwieler. Stoomsleepboot ontworpen door Jonathan Hulls. Afbeelding uit 1737 te Londen.)
Het eerste ontwerp (zie afbeelding boven) voor een stoomsleepbootje, voortbewogen door een hekwiel, was van de Engelse werktuigkundige Jonathan Hulls, die in 1736 hierop patent verkreeg.
Zijn ontwerp is zo ver bekend nooit uitgevoerd.
De eerste in de vaart gebrachte hekwieler was de stoomsleepboot 'Charlotte Dundas', die in 1802 in gebruik werd gesteld op de Clyde in Engeland. Het schip had een dubbelwerkende machine van het type Watt van 10 pk met 1 horizontale cilinder, die direct via de zuiger een drijfstang in beweging bracht.
Reeds spoedig verschenen hekwielers in Amerika waar zij zich bijzonder goed leenden voor de vaart op rivieren en een zeer belangrijk en populair middel van vervoer werden, vooral op de Mississippi rivier.
Een hekwiel bood boven zij-raderen het voordeel dat de scheepsbreedte aanzienlijk kleiner was en dat andere vaartuigen over de gehele lengte langszij konden liggen.
(De 'Negara' uit 1901 van de Kon. Pakketvaart Maatschappij.)
Het eerste ontwerp (zie afbeelding boven) voor een stoomsleepbootje, voortbewogen door een hekwiel, was van de Engelse werktuigkundige Jonathan Hulls, die in 1736 hierop patent verkreeg.
Zijn ontwerp is zo ver bekend nooit uitgevoerd.
De eerste in de vaart gebrachte hekwieler was de stoomsleepboot 'Charlotte Dundas', die in 1802 in gebruik werd gesteld op de Clyde in Engeland. Het schip had een dubbelwerkende machine van het type Watt van 10 pk met 1 horizontale cilinder, die direct via de zuiger een drijfstang in beweging bracht.
Reeds spoedig verschenen hekwielers in Amerika waar zij zich bijzonder goed leenden voor de vaart op rivieren en een zeer belangrijk en populair middel van vervoer werden, vooral op de Mississippi rivier.
Een hekwiel bood boven zij-raderen het voordeel dat de scheepsbreedte aanzienlijk kleiner was en dat andere vaartuigen over de gehele lengte langszij konden liggen.
(De 'Negara' uit 1901 van de Kon. Pakketvaart Maatschappij.)
De Koninklijke Pakketvaart Maatschappij heeft in het toenmalig Nederland Oost-Indië een zestal van deze schepen bezeten, zoals de 'Negara' van 87 brt in 1901 en de 'Kapoeas' van 82 brt uit 1905.
Ook de Gouvernementsmarine heeft de beschikking gehad over een hekwieler de 'Tamiang' (1895), die dienst deed op de gelijknamige rivier. In 1901/02 heeft dit schip dienst gedaan bij de Koninklijke Marine op de Djambi rivier te Sumatra. Voorts heeft de Koninklijke Marine in Nederland een vijftal zogenaamde hekwielersloepen in dienst gehad (1886), die tot in de WO I dienst hebben gedaan.
(Hekwieler, omstreeks 1920 gebouwd te Antwerpen voor de vaart op de Congo rivier in Afrika.)
Bij John Cockerill te Hoboken en bij Chantiers et Ateliers de l' Escaut te Antwerpen in België werden destijds veel hekwielers gebouwd voor de riviervaart in de toenmalige Belgische Congo.
Nog steeds treft men hekwielers aan op grote rivieren in Amerika, Afrika en op de Rijn in Duitsland. Tot 1949 was de grootste van de zogenaamde duwboten op Mississippi, een hekwieler van de Standard Oil Company (Esso). Dit schip, de 'Sprague', kon een vloot van niet minder dan 56 lichters, waarin een lading van 54.000 ton werd vervoerd voortduwen. Deze 'Sprague', ook wel 'Big Mamma' genoemd mat 84,2 x 18,6 x 2,26 meter. Het hekwiel had een diameter van 12,2 meter en werd aangedreven door een stoommachine van 1600 pk. Het aantal omwentelingen van het rad was 8 per minuut. Het schip is nu als River Museum opgelegd te Vicksburg Mississippi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten