DE "KONINGIN
VAN DE VRUCHTEN".
MANGISTAN.
BOOM.
De mangistan (Garcinia mangostana) ook wel bekend onder de namen; mangosteen, mangostan, mangoestan, manggis, manggistan en mangestang, is een soort uit de plantenfamilie Clusiaceae.De boom heeft een bladerenkroon in de vorm van een piramide en een donkerbruin tot zwart, schilferig schors. De binnenste deel van de bast bevat geelachtig latex.
De takken groeien steeds uit de oksels van de tegenoverstaande bladeren, zodat de boom symmetrisch is vertakt.
De bladeren zijn 9-25 x 4,5-13 centimeter groot, ovaal, gaafrandig en van onderen lichtgroen of dof.
De boom draagt gewoonlijk pas na 15 jaar twee tot drie keer per jaar vruchten.
VRUCHT.
De mangastin is een bes met een diameter van 3 tot 8 centimeter, waaraan een krans van vier houtige kelkbladeren behouden blijft.
De bes heeft een tot 1,5 centimeter dikke, stevige, taaie, leerachtige tot houtige, gladde schil, die volrijp donker purperbruin tot roodviolet van kleur is.
Onder de schil zit een krans van vier tot acht dikke, zachte, sappige, sneeuwwitte zaadmantels.
Van de zaadmantels bevatten er één tot vijf, een vlak zaad, maar er zijn ook zaadloze vruchten. De zaadmantels van de rijpe vrucht eet men rauw, waartoe men de vrucht overdwars insnijdt en openklapt. Ze zijn zoetzuur van smaak. Helaas is de mangistan maar kort houdbaar, daar ze snel van binnen schimmelt.
Een Chinees bijgeloof wil dat mangistans met vier zaadmantels geluk brengen.
De tanninerijke schil van de vrucht en het schors van de boom kan worden gebruikt voor het looien van leer, ook worden er een traditioneel medicijn van gemaakt tegen dysenterie.
De Mangistan komt van nature voor in Zuidoost-Azië en wordt in rijke neerslaggebieden van India tot Australië gekweekt. Ook is de boom reeds te vinden in het tropisch Afrika en Zuid-Amerika.
De boom werd ontdekt in Colombia en Puerto Rico.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten