vrijdag 22 november 2019

NOORD-INDIA EN NEPAL VERKENNEN. DE INDIASE VALUTA. (DEEL 3)


            GROTE BEDRAGEN 

       MET WEINIG WAARDE. (3)


INDASE RUPEE.

De Indiase rupee is onderverdeeld in 100 paisa. De meest gebruikte munten zijn die van 50 paisa en 1, 2, 5, en 10 rupee. De bankbiljetten zijn er in coupures van Rs 5, 10, 20, 50, 100, 500 en 1000.
Op de voorzijde van de bankbiljetten staat rechts de afbeelding van Gandhi en  linksonder het Ashokaleeuwenkapiteel. Op de achterzijde staan verschillende afbeeldingen.









Het bedrag van 1 rupee staat op een wisselkoers van  € 0.013.
Het maximum bedrag dat men per keer uit de ATM kan pinnen is 10.000 rupee. Dus om enig geld op zak te hebben moet men verscheidene keren dit bedrag pinnen.
Munten worden nog zelden gebruikt en al de bankbiljetten die in omloop zijn, zijn vies en vuil. Zelfs uit de geldautomaten komen zelden nieuwe biljetten te voorschijn.
Oppassen is bij het terugkrijgen van deze biljetten dat ze niet gescheurd zijn op beschadigd, daar ze dan vaak niet meer worden geaccepteerd.



Een van de mooiste biljetten is die van 10 rupee met op de achterzijde een fraaie afbeelding van de Aziatische neushoorn (links) de Indiase olifant (rechts) en de tijger (onderin).







Zie vervolg: NOORD-INDIA EN NEPAL VERKENNEN. INDIA VLAG EN WAPENEMBLEEM.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten