dinsdag 26 november 2019

NOORD-INDIA EN NEPAL VERKENNEN. JAIPUR EN OMGEVING (2). (DEEL 9)


JAIPUR DE STAD 

          VAN DE

 MARAHADJA. (9)





             UW REIS DOOR HET LEVEN,

               WAARHEEN U OOK GAAT, 

     STAAT IN DE STERREN BESCHREVEN, 

         EN ZIJ ZULLEN U DE WEG WIJZEN.

JANTAR MANTAR.

De Jantar Mantar is een verzameling van negentien architecturale astronomische instrumenten gebouwd door de Kawchwaha Rajput-koning Sawai Jai Singh II, de oprichter van Jaipur. Het gehele bouwwerk werd voltooid in 1734. Het beschikt over s'werelds grootste zonnewijzer en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. 

( De Narivalaya Yantra, zonnewijzer in een hoek van 27 graden stellen twee halfronden voor. Ze geven de tijd aan door de zonnecyclus te volgen.)

DE NAAM.

De naam is afgeleid van jantar (yantra in het Sanskriet, "instrument machine" en matar, van mantrana, wat in het Sanskriet  "raadplegen, berekenen" betekend. Daarom is de naam Jantar Mantar letterlijk 'rekeninstrument'.

DOEL.

Jai Singh merkte op dat, wat gebruikt voor het bepalen van de positie van de hemellichamen, niet overeenkwam met de posities berekend op de tafel. Hij bouwde vijf nieuwe observatoria in verschillende steden om een nauwkeuriger positie en berekening te verkrijgen. De astronomische tabellen die hij maakte, werden een eeuw continu lang gebruikt in India. De tabellen hadden echter weinig betekenis buiten India en werden ook gebruikt om de tijd te meten.


GESCHIEDENIS.  

Van de vijf observatoria die Sawai Jai Singh II liet bouwen, is dat in Jaipur het grootste en best bewaard gebleven, de anderen staan in Delhi, Ujjain, Mathura en Varanasi.
Jai Singh, zelf een bevlogen astronoom, hieldf zich op de hoogte van de nieuwste astronomische studies en werd geïnspireerd door Mirza Ullugh Beg, de 15e eeuwse astronoom-koning van Samarkand.

( Op de voorgrond  Laghu Samrat Yantra. Deze 'kleine zonnewijzer'is gebouwd op 27 graden noorderbreedte, die van Jaipur, en geeft de lokale tijd van Jaipur aan tot op 20 seconden nauwkeurig.)

Toen Jai Singh begon met de bouw in 1728 en doorging tot 1738, waren er op het hoogtepunt minsten 23 astronomen werkzaam aan het project. Het werd vanwege het veranderde politieke klimaat groter en belangrijker dan dat in Delhi.



( Samrat Yantra. Jai Singh geloofde dat reusachtige instrumenten accuratere resultaten gaven. Deze 23 meter hoge zonnewijzer voorspelt de oogst van het komende jaar.)

Het observatorium is wel beschreven als 'het meest realistische en logische landschap in steen'. Zijn zestien instrumenten lijken op een enorme sculptuur.
Enkele worden nog altijd gebruikt om de zomerhitte, de duur van de intensiteit van de moesson en de kans op overstromingen en hongersnood te voorspellen.

Het observatorium verloor aan steun onder Isvari Singh, regerend van 1743 tot 1750. vanwege een successieoorlog tussen hem en zijn broer .
Mado Singh, regerend van (1750 tot 1768, de opvolger van Isvari Singh, ondersteunde echter het observatorium weer, maar het niet dezelfde activiteiten als onder Jai Singh.

 ( Rashivalaya Yantra. De twaalf onderdelen stellen elk een teken van de dierenriem voor en staan daarom elk op een ander sterrenbeeld gericht. Deze yantra wordt door astrologen gebruikt om horoscopen te trekken en is enig in zijn soort.)  

Het geheel raakte in verval en er werd zelfs een wapenfabriek op het terrein gebouwd.
Ram Singh, regerend van 1835 tot 1880, begon met het restaureren van de Jantar Mantar en voltooide dit werk in 1876. Hij liet zelfs enkele van de instrumenten duurzamer maken door het lood in de lijnen in de instrumenten te steken en een deel van het gips te herstellen met steen.

( Jai Prakash Yantra. OP deze twee verzonken hemisferen is de hemel in kaart gebracht. Sommige historici geloven dat Jai Singh dit instrument zelf uitvond om de nauwkeurigheid van alle instrumenten te controleren.)

Het observatorium werd echter al snel weer verwaarloosd en werd pas in 1901 volledig gerestareerd onder Madho Singh II, die regeerde van 1880 tot 1922.

In totaal staan er negentien instrumenten op het terrein, waarvan de hoogste 27 meter is.
De hindoe-chhatri (kleine koepel) bovenop wordt gebruikt als een platform voor het aankondigen van verduisteringen en de komst van de moessons.













We verlaten de Jantar Mantar en begeven ons wandelend, naar het Stads Paleis van Jaipur.



Het stadspaleis van Iapur werd tegelijkertijd met de stad opgericht door Maharadja Sawai Jai Singh II, die zijn hof in 1727 vanuit Amber naar Jaipur verhuisde.
Jaipur is de huidige hoofdstad van Rajasthan, en tot 1949 was het stadspaleis de ceremoniële en administratieve zetel van de marahadja. het paleis was ook de locatie voor religieuze en culturele evenementen, kunst, handel en industrie.

( Boven op de Chandra Mahal wappert de vlag met de kleuren van de maharadja.)

Het paleis complex ligt in het hart van de stad en is nauw verbonden met de bouw van de stad Jaipur. Marahadja Sawai Jai Singh II regeerde van 1699 tot 1744 en hij wordt gecrediteerd voor het initiëren van de van het stadscomplex omringt door een buitenmuur met toegangspoorten. Na zijn dood waren er oorlogen tussen de Rajput-koningen in de regio, maar werden er goede contacten onderhouden met de Britse Raj. Marahadja Ram Singh koos de zijde van de Britten. Man Singh II, de adopteerde zoon van Maharadja Madho Singh II, was de laatste Maharadja van Jaipur die regeerde vanuit het Chandra Mahal-paleis in Jaipur. Dot paleis bleef echter de residentie van de koninklijke familie, zelfs nadat het koninkrijk Jaipur in 1949, na de Indiase onafhankelijkheid.


( De Rajendra Pol. Aan weerszijden van deze poort staan twee enorme olifanten, gehouwen uit één enkel stuk marmer.)

Voor de poort staan nog steeds twee ceremonieel geklede wachters. 



PITRAM NIWAS CHOWK.





De Pitram Niwas Chowk is een binnenplaats, ook wel 'Hof van de geliefden' genoemd en deze biedt toegang tot de Chandra Mahal. Hier zijn vier kleine poorten, bekend als Ridhi Sidhi Pol, die zijn versierd met thema's die de vier seizoenen en de hindoegoden vertegenwoordigen.
De poorten zijn de: Noordoostelijke Pauwpoort, met motieven van pauwen die de hefst vertegenwoordigen en toegewijde heer Vishnu; de Zuidoostpoort-Lotuspoort met doorlopende bloemen en bloembladenpatroon, suggereert het zomerseizoen en is gewijd aan Shiva-Parvati; de noordwestelijke groene poort, ook wel de Leheriya-poort, wat golven betekend, heeft een groene kleur die doet denken aan de lente en is opgedragen aan Ganesha; ten slotte de zuidwest Rose poort  met herhalend bloempatroon die het winterseizoen vertegenwoordigd en is opgedragen aan Devi.


CHANDRA MAHAL.

( Een uitzicht op de Candra Mahal vanaf de binnenplaats van Sarvato Bhandra. Bovenaan staat de vlag van de koninklijke familie.)

Chadra Mahal is een van de oudste gebouwen in het paleis complex. het heeft zeven verdiepingen, een aantal dat door de Rajput-heersers als gunstig wordt beschouwd, en zijn  alle uitbundig versierd en dragen een naam die bij hun functie hoort.






De eerste twee verdiepingen bestaan uit de Sukh Niwas, het huis van plezier, gevolgd door de Rang Mahal, ook wel Shobha Niwas genoemd, met gekleurd glaswer, vervolgens Chhavi Niwas met zijn blauwe en witte decoraties.
De laaste twee verdiepingen zijn de Shri Niwa en Mukut Mandir, wat letterlijk het kroonpaviljoen van het paleis is. De Mukut Mandir, met een bangaldar-dak, heeft ten alle tijde de koninklijke standaard van Jaipur gehesen.


MUBARAK MAHAL.



De Mubarak Mahal -binnenplaats in de stadspaleis werd volledig ontwikkeld in 1900.
De gevel van het Mubarak Mahal heeft een hangend balkon en is aan vier zijden volledig identiek, de gravure in wit andhi-marmer en beige steen geeft het een illusie van delicate decoupage. Het Mubarak Mahal is gebouwd voor het ontvangen van buitenlandse gasten, maar herbergt nu de museum kantoren.





Op de begane grond is een museum van de kleding die door de marahadja en zijn vrouwen in vroegere tijden werden gedragen, toen het nog een koninkrijk was.






SARVATO BHADRA.


De Sarvato Bhadra is een uniek architectonisch kenmerk. De ongewone naam verwijst naar de vorm van het gebouw: een Sarvato Bhadra is een open vierkant mer één verdieping, met ingesloten kamers op vier hoeken.
Eén gebruik van Sarvato Bhadra was als de Divan-e-Khas, of hal van het privé-publiek, wat betekende dat de heerser het hof kon houden met ambtenaren en edelen van het koninkrijk in een meer besloten, intieme ruimte dan de grote ruimtes van de Saba Niwas op de volgende binnenplaats, die open stond voor meer mensen.
Maar het is ook een van de belangrijkste rituele gebouwen in het complex en wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor koninklijke festivals en feesten.




De hal heeft een zeer fraai plafond met kunstige verlichting en een paleis bediende houdt constant het publiek in de gaten.
Aan de wanden hangen schilderijen met originele oude wapens; zoals speren, steekwapens en voorladers.




In de hal staan twee enorme sterling zilveren vaten van 1,6 meter hoog en elk met een inhoud van 4000 liter en een gewicht van 340 kilogram. Deze vaten werden gemaakt van 14.000 gesmolten zilveren munten zonder te solderen.
Deze vaten werden gemaakt in opdracht van Marahadja Sawai Madho Singh II om het water uit de rivier de Ganges te dragen om te drinken tijdens zijn reis naar Engeland in 1901, voor de kroning van Edward VII.
Vandaar dat deze gangajalis 'Ganges-waterurns' worden genoemd.





We verlaten het stadspaleis voor een smakelijke lunch met muziek en dans.



Intussen ware we er al aangewend, dat het in India een gewoonte is om met jonge kinderen op te treden. In dit land gebeurt het nog steeds, dat de jongste jongen uit het gezin, geheel als een meisje wordt groot gebracht, in kleding, rituelen en dans. Kinderbescherming kent men daar in het geheel niet. Er moet geld verdiend worden om hongerige magen te vullen. het jong had zo'n lief kopje met een warme lach, dat hij zich kon verheugen op een rijkelijke fooi van de aanwezige gasten in het restaurant. 


( De hal met toegangsdeur, verlichting en wandversiering van de edelstenen slijperij en handel.)

Ook bij deze reis een vast bezoek aan een edelstenen slijperij met winkel en een bedrijf waar doeken met de hand geprint werden en tapijten werden geweven en verkocht. Het was dus kijken, kijken en niets kopen, hoe mooi het ook was.



Het zwaar onder betaalde werk van de printers, de spinners en de wevers in de tapijtenhandel.

Maar in het land van Ali Baba en de veertig rovers, was helaas geen vliegend tapijt te verkrijgen.

We keerden terug naar ons hotel voor een laat diner en een koud potje lokaal bier, waarna de koffers werden gepakt voor het vroege vertrek de volgende ochtend, via de verlaten stad Fatehpur Sikri en dan door naar de stad Agra.




   Zie vervolg: NOORD-INDIA EN NEPAL VERKENNEN, JAIPUR - FATEHPUR SIKRI- AGRA.                                                                             (DEEL 10)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten