OUD RELIGIEUSE TEMPELS
IN OOST-JAVA
ROND STAD MALANG.
DEEL 2.
(Rood - Candi Tegawangi; Geel - Candi Jawi; Groen - Candi Singasari; Blauw - Candi Kidal en Jaco; Zwart - Candi Panataran.)
We maakten deze dag gebruik van een auto met chauffeur, die we de avond hiervoor voor een redelijke prijs gecharterd hadden. We zouden dan ook niet meer terug keren naar Malang, maar hoopten aan het einde van de dag het plaatsje Pandaan te bereiken voor een overnachting. We verlieten Malang naar het zuiden en reden naar de plaats Wlingi om vandaar naar onze eerste stop ten noorden van de stad Blitar, de Candi Penataran te rijden.
De weg met de gebruikelijke drukte en verkeerschaos, volgde de spoorwegroute van Malang naar Surabaya.
CANDI PANATARAN.
Het Candi Panataran-complex ligt 10 kilometer ten noorden van de stad Blitar op de lagere hellingen van de vulkaan Kelud.
Het is de grootste Hindoe-tempel op Oost-Java daterend uit de periode tussen 1197 en 1454. De hoofdtempel dateert van 1347. De reliëfs vertellen het Ramayana-verhaal.
De tempel is gewijd aan de god Shiva en is minstens 300 jaar in gebruik geweest, van de 12e tot de 15e eeuw.
De meeste gebouwen die nu nog te zien zijn , zijn echter gebouwd in de gouden eeuw van Majapahit, de 14e eeuw.
De indeling van de tempel is vergelijkbaar met die van de hedendaagse Balinese pura. Een aantal kleine gebouwen staan verspreid binnen een gewijde, ommuurde binnenplaats, met de grootste en belangrijkste tempel achter het complex.
Indeling van het Panataran-complex:
A. Ingang met de schilwacht beelden.
B - D. Terrassen.
C. Terras met beeldhouwwerk.
E. Tempel uit 1369.
F. Naga-tempel.
G. Grote tempel uit 1347.
H. Herbouwde kern van de tempel.
I. Baden uit 1415.
K. Omsluitende muur.
De grootste en indrukwekkendste tempel na de Borobudur is de Panataran gelegen op een hoogte van 450 meter. De tempel bestaat uit drie achter elkaar gelegen tempelhoven, waarop vroeger meer stempels hebben gestaan dan heden het geval is. Van sommige resteren nog gedeelten van het fundament.
De manier van indelen doet erg sterk denken aan de Balinese tempels. Ook de ongelijke verdeling van de gebouwen over de door eens door muren gescheiden hoven, zien we tegenwoordig nog bij de tempelbouw op Bali. De constructie van de hoofdtempel komt overeen met die van het Balinese balé agung; die bestaat uit een sterke onderbouw, waar boven zich dan de tempelopbouw van vergankelijk materiaal verhief.
Bewaard gebleven en goed gerestaureerd is de kleine, en helemaal uit steen geconstrueerde 'Tempel der Jaartallen'; deze is zo genoemd omdat er een datum is gevonden uit het Caka-jaar 1291, wat gelijkstaat als 1369 n. Chr.
Het is een fraai voorbeeld van tempelbouw op Oost-Java.
Evenals de Tempel der Jaartallen werd de Naga-tempel gerestaureerd in 1917-1918.
Twee raksasa's flankeren de ingang naar de tweede hof, waarin aan de linkerkant de Naga-tempel staat.
De terrasvormige constructie op de achtergrond is de hoofdtempel.
Op de sokkel van de Naga-tempel bevindt zich een bandreliëf van een reuzenslang, de naga.
Doorpriesters gedragen kronkelt zij zich langs de bovenrand van de reliëfstenen.
Net als bij de Tempel der Jaartallen in de eerste hof is bij de hoofdtempel in de derde hof het tumpal-motief zeer duidelijk aantoonbaar.
De hoofdtempel, die uit drie verdiepingen bestaat, is zo goed mogelijk gerestaureerd, hetgeen betekend dat de onderbouw met zijn steeds kleiner worden terrassen geheel herbouwd is.
De onderste galerij heeft een afmeting van 24 bij 24 meter en springt aan drie zijden 16 meter uit.
Aan de westkant, de belangrijkste gevel van de tempel, is in elk van de beide smalle zijvleugels een trap gebouwd.
Het middelste terra heeft slechts een trap in het midden tussen de uitspringende delen.
De sterk verdiepte rij panelen met ver overhangende kroonlijsten aan de basis van het heiligdom toont op schitterende wijze een gedeelte van de Ramayana-vertellingen.
De vooruit springende pijlers op de hoeken zijn eveneens rijk versierd. Hier ziet men afwisselend scènes uit de Ramayna-epos en medaillions, waarop dieren tussen gebladerte staan afgebeeld.
De reliëfs verhalen van de tocht van Hanuman naar het paleis van Ravana op het eiland Langka (Sri Lanka), zijn gevangenneming, zijn vlucht en tenslotte het enorme bloedbad, dat eindigt met de dood van de reus Kumbakharna.
Zulke levensechte voorstellingen bestonden niet in de reliëfkunst op Midden-Java.
Merkwaardige fabelfiguren, zoals gevleugelde leeuwen, griffioenen en garuda's, die zich zeer plastisch losmaken van de achtergrond, tonen de muren van het derde terras.
Het rechthoekige bassin bestaat uit tegels en een muur van vulkanisch gesteente, waarop dierenfabels zijn afgebeeld.
Enige kon men niet thuisbrengen; andere zijn echter bekend, zoals die van de schilpadden, die hun eerste luchtreis maken; of de fabel van de buffel en de krokodil.
De pijlers van deze hoefijzervormige muur, waarop fabel-reliëfs zijn aangebracht, zijn versierd met mensenfiguren. In het heldere water zwemmen nu vissen.
Verder staan er op het terrein nog verspreid beelden, namelijk Parwati Ardhenari, Garuda met een menselijk lichaam en de resten van een kleine tempel in de zuidoostelijke hoek.
Het lag in de bedoeling, dat we na het bezoek van de Panataran-tempel naar Pare zouden reizen, maar tot onze verbazing was onze chauffeur, die even zou gaan tanken, niet teruggekomen. Gelukkig hadden we hem nog niet voluit betaald. Blitar staat ook bekend als de 'Soekarno-stad' , daar hier de tombe staat van de overleden eerste president van Indonesië. Het is een soort bedevaart plaats en zo ontmoeten we een grote groep jongens en meisjes die een klimtocht gingen maken op de vulkaan Butak.
Hun vervoer bestond uit pick-up's en ze waren zo vriendelijk ons mee te nemen na overleg met de chauffeur, welke ons voor een redelijke vergoeding in Pare af zou zetten. We reden terug naar Wlingi en namen de weg die tussen de beide vulkanen door liep, Butak van 2868 meter en Kelud van 1731 meter. Een wegdek vol met 'caldera's.
Volledig door elkaar geschud bereikten we uiteindelijk Pare voor ons bezoek aan de Candi Tegowangi.
CANDI TEGOWANGI.
De Candu Tegowangi ligt in het gelijknamige dorp Tegowangi in het subdistrict Plemahan op ongeveer 4 kilometer van de stad Pare.
De tempel heeft een hoogt van ongeveer 4,35 meter en meet 11,2 bij 11,2 meter. Het complex ligt in een zeer goed onderhouden groene omgeving.
Zoals vermeld in het Paraton-boek, is de Tegowangi-tempel een plaats voor het geven van donaties aan Bhre Matahun.
In het Negarakertagama-boek wordt uitgelegd dat Bhre Matahun stierf in 1310, wat overeenkomt met 1388 n. Chr. Naar schatting werd de tempel gebouwd in 1400 tijdens het Majapahit-tijdperk.
De fundering is gemaakt van stenen, de voet en een deel van de opbouw is gemaakt van andesiet.
De rand van voet is afgerond en versierd.
Aan iedere zijde van de voet bevinden zich drie rechtopstaande panelen versierd met reuzen van gana in een gehurkte stand, met hun handsen omhoog alsof ze het geheel ondersteunen.
Op basis van de gevonden beelden en de aanwezigheid van Yoni in de tempelkamer heeft deze tempel een hindoeïstische religieuze achtergrond.
De tempel is een van de oudste tempels goed bewaarde tempels in de regio Kediri.
Bij de toegangspoort van het complex staat een bijenboerderij van lokale bewoners die daar ook hun producten verkopen.
Het was na het bezoek uiteraard weer zoeken naar vervoer en na heel veel gepraat, uitleg en gepingel wisten we vervoer te regelen naar de Candi Wringin Lawang via een landerijke route. Eigenlijk stond dit niet in onze planning, maar het kwam goed uit om meer noordelijk te komen om de Candi Jawi te bezoeken bij Padaan ten zuiden van de stad Pasuruan.
CANDI WRINGIN LAWANG.
Het is op het eerste moment een verrassing dit bouwwerk te zien staan ten zuiden van de hoofdweg in Jatipasar.
Het doet denken aan een gespleten deurpoort zoals deze ook op Bali voorkomen.
In het Javaans betekend Wringinlawang 'De Bayan Deur'.
Deze enorme poort is gemaakt van rode balsteen met een basis oppervlak van 13 bij 11 meter en een hoogte van 15,5 meter. Men gaat er van uit dat het gebouwd is in de 14e eeuw in het Majapahit tijdperk.
Historici gaan er vanuit dat de poort eens toegang gaf tot een belangrijk gebouwen complex.
(De rijk versierde top van een van de muren.)
De diepe filosofische betekenis achter het bouwwerk uit het verre verleden kunnen zijn:
1. De vorm van de poort, die de vorm heeft van een bergtop, symboliseert de berg Mahameru. De berg Mahameru wordt beschouwd als de begraafplaats van de goden in die tijd.
2. De poort werd in tweeën gesplitst. Dit kan worden geïnterpreteerd als een dualisme-concept of een paar dat altijd in de wereld bestaat, zoals links en rechts, omhoog en omlaag, licht en donker, man en vrouw en vele andere. De gespleten vorm wordt ook geïnterpreteerd als een symbool van vruchtbaarheid.
3. De kleine poort bevindt zich op het hoofdgedeelte. Deze kleine poort wordt beschreven als een poort die eigendom is van de mensen, het gewone volk. De grote poort is het eigendom van de koning. Dit kan weer worden geïnterpreteerd als de wijsheid van de koning die groter is dan de macht van het volk, maar het volk staat volledig onder bescherming van de koning.
Ook het reizen per openbaar vervoer is hier een openbaring als je ziet wat de mensen allemaal meeslepen in de autobus; manden met groeten, fruit en kippen, balen met rijst en diverse kruiden, en zelfs een klein vastgebonden varken.
Alles heeft daarbij z'n eigen geur. Ook dat heeft zijn charme moet je maar denken en daarbij hadden we belangstelling in overvloed.
CANDI JAWI.
De oorspronkelijke naam van de Candi Jawi is Jajawa. Het is een hindoe-tempel gelegen op de oostelijke helling van de berg Welirang, het dorp Kecamatan ongeveer 31 kilometer ten westen van de stad Pasuruan of 41 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Surabaya.
De tempel ligt op een soort eiland dat door een gracht is omgeven en was gewijd als dodentempel ter ere van koning Kertanegara, de laatste koning van de Singhasari-dynastie.
Het tempelcomplex had een afmeting van 40 bij 60 meter, omsloten door een rode balstenen muur, welke weer omgeven door een gracht vol bloeiende lotusplanten.
De tempel heeft een hoogte van 24,5 meter en een basis van 14,2 bij 9,5 meter. De tempelstructuur is lang en slank met het hoge terugwijkende dak bekroond met een combinatie van kubus en stupa.
De hoofdtrap en de ingang van de cella liggen op het oosten.
Jawi was rijk aan beelden, maar deze zijn allemaal opgeslagen in het Mpu Tantular Museum in Surabaya.
De tempel had twee keer restauratieprojecten ondergaan, de eerste werd uitgevoerd tussen 1938 tot 1941 en de tweede was in 1975 tot 1980. Het gehele project was voltooid in 1982.
De tempel had twee keer restauratieprojecten ondergaan, de eerste werd uitgevoerd tussen 1938 tot 1941 en de tweede was in 1975 tot 1980. Het gehele project was voltooid in 1982.
We wisten een lift te krijgen op een kleine truck terug naar Pasuruan, waar we wat rondkeken om vandaar met een taxi via de weg-38 naar Tongas te rijden om daar af te slaan naar de plaats Sukapura, waar we een hotelkamer hadden geboekt.
Jaren terug hadden we de zonsopkomst bij de vulkaan de Bromo met een hoogte van 2329 meter gelegen in het National Park Bromo -Tengger - Semeru, met een reisgezelschap meegemaakt, maar nu ging onze aandacht uit naar de hindoe-tempel die in deze enorme caldera is gelegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten