HET EILAND VAN DE GODEN
EN HUN TEMPELS.
DEEL 3.
BALI. TEMPELS EN GODEN.
Op Bali zijn de goden overal aanwezig. Er bestaat geen wet of plicht die niet door de goden is voorgeschreven en er bestaat geen vreugde, die niet van goddelijke oorsprong is.
Van het begin waren zij er, deze goden, in de bronnen en in de bomen; ze tronen in de hoogste bergen van het eiland en komen van hun tronen af om zich om het welzijn van de mensen te bekommeren. Daarom ook is het de eerste plicht van een dorpshoofd een tempel voor de god te bouwen, onder wiens bescherming men het dorp wil stellen.
Bij het huisaltaar van ieder gebouw worden de mooiste bloemen, struiken en planten geplant, die steeds de heerlijkste bloemen voor de noodzakelijke offers verschaffen.
Hoe talrijk de goden ook zijn, in werkelijkheid zijn het slechts verschillende verschijningsvormen van de trimurti, de hindoeïstische drie-eenheid, waarin Brahma en Vishnu de behoedende en scheppende goden zijn, terwijl Shiwa, in het Sanskriet 'genadigde', de materiële vorm van het zijn weer vernietigd.
Ieder dorp bezit gewoonlijk drie tempels: de pura desa, de dorpstempel, waarin de feesten plaats vinden; de pura puseh die voor de goden van het heelal openstaat en de pura dalam, de tempel voor de godin van de dood Durga en de zielen van de doden.
Hier vangen ook de ritten van de lijkverbrandingen aan.
Tempels zijn er overal: op de bergen, op de rijstvelden voor Dewi Sri en aan zee voor de zeegoden en geen enkele tempel lijkt op de andere.
Iedere Balinees heeft wel in zijn tuin een kleine tempel of een nog kleinere in een hoekje van zijn winkel.
Evenals de Panataran op Oost-Java zijn ook de Balinese tempels terrasvormig van opbouw. Een uniforme lijn ontbreekt. In plaats hiervan ie er een overvloed aan versieringen en ornamenten, waaronder de verschillende delen van het tempelcomplex lijken te bezwijken. Er is geen ruimte waar de gelovigen plechtig jun riten kunnen vieren. Bij een Balinese tempel wordt in de vrije buitenlucht gebeden. Men vindt er altaren en paviljoens, overdekte verhogingen en de pagodeachtige meru's, maar geen beelden, die aanbeden kunnen worden.
In enkele tempels vindt men nog beelden uit de oude tijden; die zijn er neergezet als geschenk voor de goden of het zijn erfstukken van de voorouders. De goden zelf zijn onzichtbaar eb ongrijpbaar.
Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt verlieten we Sanur in de zuidelijke richting.
Onze chauffeur stond reeds op ons te wachten.
De inscriptie met een hoogte van 195 cm en een diameter van 60 cm vertelt het verhaal van Sri Kesan Warmadewa's uitbreiding naar woeste gebied en Suwa, een Blanjong-site dat ooit een havengebied was.
Het is de planning om vandaag de tempels op onze route naar het schiereiland Bukit Badung in het zuiden van Bali te bezoeken en de tempels op het schiereiland. Ook hier de meest bekende tempels.
Bukit Badung is een groot stenig landschap dat uit de zeebodem in het verre verleden werd opgedrukt.
Vooral in het westen en zuiden is de kust rotsachtig en steek tietallen meter boven het zeeniveau uit.
De Indonesische regering heeft de ontwikkeling van het gebied gestimuleerd. Zo werd er de Udayana Universiteit gebouwd en verschenen er luxe hotels boven op de kliffen.
Het gebied is zeer geliefd bij de surfers.
PURA BLANJONG.
Over het ontstaan van de tempel gaat een sage: Een Nederlandschip strandde in het verre verleden voor de kust. Door de omwonenden wordt het voorval van het gestrande schip ook herdacht door de bouw van een heilige plaats genaamd Pura Blanjong.
Het blijft een sage. De lokale gemeenschap vertrouwd het echter vrij goed als de oorsprong van de tempel. Bovendien komt Blanjong zelf van de woorden "Belahan"wat fragmenten betekend en "Ngenjung" wat vissersboot betekend.
Tegenwoordig is de tempel een heilige maar ook historische plaats.
Op die plaats bevindt zich ook een inscriptie met dezelfde naam als de erfenis van koning Sri Kesari Warmadewa en bevestigd in 835 Saka.
De inscriptie met een hoogte van 195 cm en een diameter van 60 cm vertelt het verhaal van Sri Kesan Warmadewa's uitbreiding naar woeste gebied en Suwa, een Blanjong-site dat ooit een havengebied was.
Er wordt beweerd dat het Nederlandse schip dat voor de kust van Sanur was gestrand, een vorm werd van het overwinningsmonument van Sri Kesan Warmadewa. Dit monument is cilindrisch van vorm voorzien in Oud-Balinese tekst en Sankriet geschreven in Kawi letters.
Naast de inscriptie staat er in deze tempel ook een Ganesha beeld van 107 cm hoog, 65 cm breed en 44 cm dik. Het beeld gemaakt uit massief grijze steen is afgebeeld in zittende positie.
In deze tempel zijn ook twee fallussen in perfecte staat gevonden met een hoogte van 46 cm en een dikte van 15 cm.
In het hindoeïstische geloof dient de fallus als een medium voor het aanbidden van Lord Shiva.
Een waar stukje Balinese kunst is de deur die toegang geeft tot een volgende ruimte op het tempelterrein. Prachtuig uit hout uitgesneden motieven van bloemen en dieren en beschilderd in rood en bladgoud.
De zuilen van de deur worden geflankeerd door twee gevleugelde leeuwen.
We vervolgen onze weg richting Kuta, laten Tuban rechts liggen en rijden via een sterk heuvelachtig gebied het schiereiland op. Rijden door de dorpen Mumbul, Bualu en Pande naar de kust en Kaap Gegar met de daarop gelegen Pura Gegar.
PURA GEGAR.
De ingang wordt gemarkeerd door een witte gespleten poort en op het terrein staan enige meru's.
Door werkzaamheden aan de weg konden we deze tempel niet bereiken, maar het terrein is alleen toegankelijk voor bedevaartgangers en hindoe priesters.
Het is meer een toeristisch uitkijk punt geworden met een café terras.
We rijden terug naar de plaats Pande of even noordelijke de weg te nemen door een droog landschap, via Kampial en Pantigiri om voor Petangan af te slaan naar kust, waar de Pra Gunung Pagung ligt.
PURA GUNUNG PAGUNG.
De Pura Gunung Pagung is ook gelegen boven op een klif. Naar de zeezijde staat een witte gespleten poort en op het terrein staan een paar meru's.
Ook van deze tempel was het hek gesloten en de toegang alleen voor priesters en hindoe bedevaart- gangers.
Van de klif loopt een smal moeilijk begaanbaar pad naar een smal strand met spierwit zand.
Het strand wordt door een koraalrif van de zee afgesloten en komt bij eb droog te liggen.
In de achtergebleven kommen met water leven prachtige zeesterren en levend koraal.
Helaas heeft ook hier de toeristenindustrie toegeslagen met de bouw van een groot hotel vlak bij deze fraaie tempel. Men heeft zelfs voor de hotel gasten een roltrap van en naar het strand gebouwd.
(Links boven de gespleten poort en de ingang van de tempel; linksonder het smalle strand onder de rotsen; Rechtsboven en midden twee zeesterren in de achtergebleven poelen water bij laag tij; en rechtsonder een lokale bewoonster zoekt op het rif naar schelpdieren voor de maaltijd.)
We rijden weer een heel stuk terug om ten noorden van het dorp Bangbang Bongol weer naar de zuidkust te rijden voor de Pura Mas Suka.
PURA MAS SUKA.
Het landschap rond de tempel is tegenwoordig weelderig groen, daar het geheel wordt omsloten door het Karma Kandara-resort.
We wandelen terug naar de jeep en rijden terug naar het plaatsje Bangbang Bongol om af te slaan naar Wanagiri en bi Pecatu de weg te nemen naar Uluwatu, waar de Pura Luhur ligt.
PURA LUHUR.
In het zuidelijkste puntje van het schiereiland Bukit Badung ligt op het uiterste puntje van een hoge klif de Pura Luhur bij het plaatsje Pecatu. De tempel is gebouwd op een hoogte van 70 meter boven de zeespiegel op een spectaculaire rots in de Indische Oceaan.
De Pura Luhur Uluwatu, ook wel zo genoemd, wordt ook wel de bewaker van het zuidwesten genoemd en is gewijd aan de geesten van de zee en moet Bali beschermen tegen de boze geesten, en zou invloed hebben op alle bewoners van Bali. Tijdens de heilige week van Galungan wonen de Balinezen van het hele eiland hier tempelfeesten bij.
De tempel uit de tiende zelf is niet zo spectaculair, maar is vooral bij het publiek bekend op de apen kolonie die op het tempelgebied leeft.
(De toegangspoort van de tempel.)
Pura Luhur behoorde aan de vorst Badune, en het was eenieder ten strengste verboden om er te komen.
Slechts eenmaal per jaar was het geoorloofd de heilige plek te bezoeken. Dan trok de vorst erheen met groot gevolg, om er te offeren.
Duizenden toeristen in afgeladen touringcars bezoeken
dagelijks deze tempel.
Het is het tuig van de tempel. Een beet van deze dieren kan hondsdolheid veroorzaken.
Dus houdt u aan de regels, anders sta je voor aap.
We rijden weer terug naar Banbang Bongol en slaan even noordelijk van deze plaats af naar Cengiling vandaar naar Pande en via een in zeer slechte staat landelijke weg naar de westkust waar de Pura Balangan staat.
PURA BALANGAN.
Deze tempel welke vroeger eenzaam aan de kust lag en was gewijd aan de zeegoden, is tegenwoordig omringt door kleine hotels en de nodige accommodaties voor de surfers.
De deuren van de tempel waren hermetisch gesloten, dus een kijkje binnen de tempelmuren was er niet bij.
Al met al vloog de tijd voorbij en reden we snel mogelijk terug in de richting van Sanur om af te slaan na Pesangarang om de weg te volgen waar we een bootje konden huren om naar de Pura Sakenan te varen welke op een klein eilandje voor de kust is gelegen. het nemen van een bootje was meer om aan de oude gebruiken toe te geven, daar er tegenwoordig een brug is aangelegd.
PURA SAKENAN.
De Pura Sakenam is gelegen op een klein eilandje aan de zuidoostelijke kust. De tempel is opgedragen aan rambut sedhana, en wordt geassocieerd met welvaart.
Pura Sakeman is de belangrijkste tempel voor de viering van het 210-daagse Piodalan festival, waar in het verleden processies van pelgrims met traditionele kleurrijke houten boten, jakung genaamd, bezochten.
Pura Sakenen werd in de 10e eeuw gesticht door een hogepriester Mpu Kuturan, een opmerkelijke priester die naar verluidt in 101 n. Chr op Bali arriveerde vóór de val van van het Majapahit-koninkrijk.
Hij speelde een belangrijke rol bij het vestigen van het Hindoeïsme op Bali.
De Pura Sakenen, bestaat uit drie gebieden: het buitenste heiligdom van de tempel ( jaba pisan of nistaning mandala), het middelste heilgdom (Jaba tengah of madya mandala), en het binnenste hoofdheiligdom ( jero of utamaning mandala).
Het buitenste heiligdom bestaat uit een lege binnenplaats. Twee grote bomen versierd met poléngdoek, een zwart en wit geruit patroondoek. De bomen worden beschouwd als woningen voor de beschermgeesten van het complex.
Het middelste heiligdom is omgeven door een omtrekmuur. Een candi bentar poort markeert de toegang tot dit gebied. in het westen.
(Het binnenste heiligdom.)
Het binnenste heiligdom is het meest heilige deel van de tempel. Er zijn talloze pelinggih-heiligdommen en ander soorten heiligdommen, elk gewijd aan de lokale goden.
De hoogste pelinggih is opgedragen aan Jro Dukuh Sakti.
Een paduraksa-poort markeert de ingang naar het binnenste heiligdom.
We keerden hierna terug naar ons onderkomen in Sanur om bij thuiskomst eerst het zweet en stof van ons af te wassen. Voor de volgende dag hadden we nog vast omlijnd programma. We namen die avond onze gastmensen en ook onze chauffeur mee uit eten.
Zie vervolg: BALI. EILAND VAN DE GODEN EN HUN TEMPELS. INDONESIË. DEEL 4.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten