zaterdag 18 januari 2020

TALL SHIPS VAN NEDERLANDSE WERVEN.


    KENNIS UIT HET VERLEDEN, 

WEER GEBRUIKT IN HET HEDEN.






HOUTEN SCHEPEN EN IJZEREN KERELS.

Dit is een oud gezegde, wat slaat op de scheepsbouw ontstaan in de 16e eeuw en later tot de schepen een ijzeren romp kregen. Tegenwoordig hebben deze schepen een stalen romp en worden er op mensen opgeleid om 'ijzeren' zeelieden te worden.
Hier een overzicht van enige 'tall ships' in Nederland gebouwd en varende onder Nederlandse en buitenlandse vlag.




VAREND ONDER NEDERLANDSE VLAG.




STAD AMSTERDAM.

De Stad Amsterdam is een klipper met een stalen romp en is eigendom van de Rederij Clipper Stad Amsterdam.
In december werd op de scheepswerf Damen Oranjestad te Amsterdam de kiel gelegd van deze driemaster. Na het gereed komen van de romp werd het schip afgebouwd bij het Scheepvaart Museum ven Amsterdam.

De bouw van het schip was een project voor werkzoekenden en schoolverlaters.
De bouwkosten bedroegen rond de 16 miljoen euro, waarvan de gemeente Amsterdam jaarlijks bijdraagt in de kosten.

Het schip heeft een lengte van 76 meter over alles, deklengte 60,5 meter, breedte van 10,5 meter, diepgang van 4,8 meter en een hoogte van 46,25 meter.
Ze heeft een tonnage van 723 brt.


Onder volle tuigage met 31 zeilen en een oppervlakte van 2200 m² kan het schip een snelheid lopen van 17 knopen. 

Het schip is uitgerust met een hulpdieselmotor met een vermogen van 749 kW en kan alleen op de motor varende een snelheid ontwikkelen van 11 knopen.
De voltallige bemanning bedraagt 30 koppen en verder kan het schip ruimte bieden aan 68 tot 115 passagiers.

Het boegbeeld van de Stad Amsterdam is een vrouw gekleed in een groen lang gewaad, wat de rechterborst vrij laat. Om haar middel een witte sjerp met daarop het wapen van Amsterdam.
Met haar linkerhand wijst ze recht vooruit en in haar rechterhand heeft ze een groene appel.

Het schip werd op 1 juni 2000 tijdens Sail Amsterdam 2000 gedoopt en won in 2001 de klipper Cutty Shark Schip's Race.
In de jaren 2005, 2010 en 2015 was de Styad Amsterdam het vlaggenschip van Sail Amsterdam.
Het schip is de varende ambassadeur voor Nederland als opleidings- en charterschip en neemt deel aan regatta's en zeilshows.
Het schip heeft als thuishaven Amsterdam.


Het schip kreeg vooral wereldbekendheid toen het vanuit Plymouth vertrok voor een acht maanden durende zeereis in het kielzoog van de Beagle, waarmee Charles Darwin een reis maakte van 1831 tot 1836. Hiermee werd het tweehonderste geboorte jaar van Darwin herdacht.

EENDRACHT.

De Eendracht is een zeilend zeeschip met een stalen romp, en werd gebouwd op de werf van Damen Shipyards te Gorinchem, en is eigendom van de Stichting Zeilschip Eendracht, die het schip gebruikt om jongeren kennis te laten maken met de zee en het zeezeilen.
De tuigage werd verzorgd door Royal Huisman Shipyards B.V. / Rondal B.V.
Het schip heeft als thuishaven Rotterdam.


De kiel van het schip was op 15 september 1988 en op 29 augustus 1989 werd het schip gedoopt door Koningin Beatrix, dat zelfde jaar werd het schip in de vaart genomen.
De Eendracht is een driemastschoener met een lengte van 59,08 meter, breedte 12,3 meter, diepgang van 5 meter en een hoogte van 41,7 meter. Het schip heeft een tonnage van 181 NRT en een waterverplaatsing van 606 BRT.
Buiten de voortstuwing door de zeilen is het schip uitgerust met een hulpdieselmotor van 548 pk. en loopt daarmee een snelheid van 6 tot 10 knopen.
Het schip is voorzien van 3 voorzeilen, 2 gaffelzeilen, 1 torenzeil. Extra zeilen: 1 jager, 1 gunea, 2 gaffeltopzeilen, 1 trysail, en heeft daarmee een zeiloppervlak van 1206 m² waarmee het schip een snelheid kan lopen van 14,5 knopen.

note: De huidige Eendracht is de opvolger van een gelijknamige 36 meter lange gaffelschoener die werd gebouwd op de Cammenga-werf in Amsterdam-Noord. Dit schip werd in 1989 verkocht aan de Duitse Verein Clipper DJS en werd omgedoopt tot Johann Smidt.

OOSTERSCHELDE.

De Oosterschelde is een Nederlandse dreimastschoener en werd gebouwd op de werf van H.Appelo en Zoon te Zwartsluis. Het schip werd in 1917 besteld en kwam in 1918 in de vaart. Haar thuishaven is Rotterdam.

De eigenaar is de BV Reederij Oosterschelde.
Het schip begon haar loopbaan als vrachtschip met een laadvermogen van 400 ton en ze vervoerde stenen, hout, maar ook voedingswaren als haring, graan aardappelen, stro en bananen.
In de jaren dertig werd er een dieselmotor in het schip geplaatst en werd haar tuigage verkleind, waaronder de achtermast.
In 1939 werd het schip verkocht aan de Deense reder en omgedoopt tot Fuglen II. Onder deze naam werd ze een van de modernste schepen van de Deense vloot. In 1954 werd ze aan een Zweedse reder verkocht die haar verbouwde naar een gemotoriseerde kustvaarder. In 1988 werd het schip teruggehaald naar Nederland.


Ondanks dat het schip goed was onderhouden was het privé te duur om het schip in oude staat terug te brengen. Er werd een stichting opgericht; Het Rotterdamse Zeilschip, die fondsen voor de restauratie verwierf. De gehele restauratie duurde van 1990 tot 1992. Het ministerie van OCW benoemde het schip tot een varend monument.
Het schip met een tonnage van 226 ton en een waterverplaatsing van 360 ton heeft een breedte van 7,5 meter, zomerdiepgang van 3 meter en een hoogte van 36 meter. Ze is uitgerust met de Deutz dieselmotor van 360 pk en een vaarsnelheid van gemiddeld 6 knopen en maximaal 12 knopen. Een vaste bemanning van 4 tot 8 personen. Om haar te kunnen blijven onderhouden  wordt het schip ingezet voor bedrijfstochten of met gasten naar verschillende bestemmingen over heel de wereld.
Van 1996 tot 1998 maakte het schip een reis om de wereld via het Suezkanaal. Ze voer mee in een vloot van Nederlandse schepen tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen. Op 3 november 2012 begon het schip aan een nieuwe wereldreis die duurde tot mei 2014. Het schip een graag geziene gast bij de Sail festivals.

Hr Ms URANIA. (I)













De eerste HR MS Urania deed dienst bij de Nederlandse Koninklijke Marine als opleidingszeilschip. Zij was het derde schip met die naam in dienst van de marine.
Ze werd in 1928 gebouwd door de Haarlemse Scheepsbouw Maatschappij als een jacht met de naam Tromp. Het schip had een waterverplaatsing van 65 ton, een lengte van 23,94 meter, breedte 5,29 meter en een diepgang van 3 meter. Ze had een zeiloppervlak van 509 m², waarbij ze snelheid kon lopen van 12 knopen, op haar dieselmotor een snelheid van 7 knopen
Na de bouw werd het schip opgelegd, maar in 1937 besloot de marine het aan te kopen.
Op 23 april 1938 werd het jacht in dienst gesteld en omgedoopt  met de naam Urania. Tijdens de bezetting in WO-II werd het schip mee naar Duitsland genomen en deed dienst bij de Kriegsmarine als opleidingsschip. Het schip werd in 1946 terug gevonden in Duitsland en twee jaar later was het na een opknapbeurt weer in dienst van de Nederlandse marine. Hierna onderging het schip de nodige verbouwingen en werd zij uitgerust met een bermudakits tuigage en werd de Kromhout hulpdieselmotor vervangen door een DAF.
In 1989 werd tijdens zwaar weer een gat in de romp geslagen en dat betekende het einde van het schip, daar er door een grote bezuinigingsoperatie er geen geld was voor nieuwbouw. Het schip werd in 2001 uit dienst genomen.


DE NAAM URANIA.





De naam Urania is afkomstig van een oud Grieks mythologisch symbool; een passer en een gradenboog.
Het teken komt uit de sterrenkunde.





Zr. Ms. URANIA. (II)

In het jaar 2004 kreeg architect Olivier F. van Meer de opdracht van de marine een vervanger van de oude Urania te ontwerpen. Er was een belangrijke eis dat de nieuwe Urania zo goed als het zelfde aanzien moest hebben als de oude.
Bij de bouw werden diverse belangrijke onderdelen van haar voorgangster gebruikt. In 2004 kwam het schip in de vaart.
De romp werd gebouwd bij De Gier en Bezaan Int. te Enkhuizen en in de zomer van 2003 werd het casco afgeleverd bij de marinewerf in Den Helder, waar het schip geheel werd afgebouwd.
De nieuwe Urania heeft een waterverplaatsing van 80 ton, een lengte van 26,85 meter, breedte 6,04 meter en een diepgang van 2,5 meter.
Het schip heeft een zeiloppervlak van 305 m² en loopt bij volle tuigage 10 knopen.
Als hulpvoortstuwing is ze uitgerust met een Caterpillar dieselmotor van 253 pk en loopt daarmee een snelheid van 7 knopen. Het schip heeft een bemanning van 17 koppen en is net als haar voorganger niet uitgerust met een wapensysteem. 


(Het embleem van de Urania. Op een blauwe achtergrond de wereldbol met schuin daarop geplaatst de dierenriem.
Onder het embleem het motto in het Latijn "Cabeo non tempo" wat betekend "Ik vermijd het verstrijken van de tijd".

Buiten haar ambassadeursrol voor de Nederlandse marine in buitenlandse havens, was het schip te zien op 30 april 2013 tijdens de Koningsvaart in het kader van de inhuldiging van Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima






MORGENSTER.

De Morgenster is een zeiltrainingsschip met als thuishaven Den Helder.
het schip werd gebouwd in 1919 als een haring-logger onder de naam De Vrouw Maria met als thuishaven Scheveningen.
In 1927 werd het schip 7 meter verlengd en omgebouwd tot een motorvaartuig. Ze werd in 1959 omgedoopt tot Morgenster en deed tot 1970 nog steeds dienst als vissersvaartuig.
In 2008 kwam het schip in de vaart als zeiltrainingsschip.


Het schip heeft een lengte van 49 meter. breedte 6,6 meter, diepgang 2,4 meter en een hoogte van 29 meter. Morgenster VOF exploiteert het traditionele zeilschip Morgenster met zeiltraining, zeilvakanties en maritieme evenementen.
De Morgenster heeft een fraai boegbeeld voorstellende een zeepaardje.






APHRODITE.

De Aphrodite werd in 1994 in Lemmer gebouwd.
Het schip is van het type brik en heeft een lengte van 35 meter, breedte 6,6 meter, een diepgang van 1,9 meter en een hoogte van 23 meter.
Het schip heeft 17 zeilen met een zeiloppervlak van 400 m²



De Aphrodite heeft jarenlang succesvol gevaren als charterschip in de Oostzee en Nederlandse wateren. In 2016 heeft zij een flinke opknapbeurt gekregen en maakte dat zelfde jaar een zwerftocht langs de oostkust van Zweden en de westkust van Finland.
Haar kruissnelheid is gemiddeld tussen de 6 tot 9 knopen, afhankelijk van de windkracht.
Het schip is uitgerust met boegschroeven.
De Aphrodite is een trouwe gast op Sail evenementen in Nederland.


TECLA.







De Tecla (rechts) stond vroeger bekend onder de naam Katwijk-143 en was een haringlogger die in 1915 in Vlaardingen werd gebouwd.

Na haar loopbaan als haringlogger kwam het schip in Deense handen en werd zij omgedoopt in Marie en later Tecla.


DE NAAM TECLA.

Thecla of Tecla komt uit het Oude Grieks, Thékla, en was een heilige van de eerste vroege christenen en een volgeling van apostel Paulus. Haar naam wordt vereerd in de Oosters-orthodoxe Kerk op 24 september. Alle beschikbare kennis over haar is uitsluiten gebaseerd op een schrift van omstreeks 180 na Chr. Volgens dit geschrift van Thékla een maagd uit Iconium, het huidige Konya, die zich bekeerd had tot het christendom nadat ze Paulus had horen preken. Ze volgde Paulus naar Anthiochië in Pisidië waar ze voor de wilde dieren werd gegooid en weer op miraculeuze wijze werd gered. Ze volgde Paulus naar Seleucia waar zij overleed.



Terug in Nederland behield het schip de naam Tecla en kwam in handen van een professionele zeilers familie die haar verbouwde om er reizen mee te maken.
Het schip maakt reizen van twee tot zes maanden, zelfs naar het Zuid-pool gebied.
Het nu 105 jaar oude schip heeft een lengte over alles van 38 meter, een breedte van 6,6 meter, een diepgang van 2,7 meter.
Het schip voert 6 verschillende zeilen met een totale oppervlakte van 400 m².
Als hulpvoortstuwing heeft een een dieselmotor van het merk Scania Vabis.
Het schip heeft zes tweepersoons hutten voor de passagiers.


MARE FRISIUM.

De Mare Frisium werd in 1916 als een vislogger op een kleine werf in Weert te water gelaten. Het schip was gebouwd als anderhalfmaster en uitgerust met visserstakelage en een ongeveer twee kilometer lang sleepnet. Toen deze methode van vissen in de jaren veertig verouderd raakte, werd het schip verkocht naar Duitsland en als vrachtschip ingezet. In 1962 werd het schip verlengd tot 40 meter.
In 1995 ontdekten de huidige eigenaren het schip en zagen er wel brood in.
Na een grondige, uiterst zorgvuldige verbouwing bevaart de Mare Frisium nu als een driemastschoener met haar zusters de wereldzeeën. Het schip wordt ook gebruikt als hotelschip.

Het schip heeft nu een lengte van 49 meter over alles, een breedte van 6,7 meter en een diepgang van 2,8 meter.
Ze is dit jaar weer te zoen op Sail Amsterdam 2020.







VAREND ONDER BRAZILIAANSE VLAG.



CISNO BRANCO.

De Cisno Branco is een tallschip van de Braziliaanse marine. Het schip is gebouwd bij Damen Shipyards Group in Nederland.
Cisne Branco betekend Witte Zwaan.

Van 1948 tot 1962 gebruikte de Braziliaanse marine het Duitse schip Albert Leo Schlageter met de naam Guanabara, wat in 1962 aan Portugal werd verkocht en het werd omgedoopt tot Sagres.
Toen het 500-jarig bestaan van de ontdekking van Brazilië dichterbij kwam, ontstond er weer behoefte aan een groot zeilschip in Braziliaanse marine dienst.
Het schip is van het zelfde ontwerp als de Stad Amsterdam en met enige aanpassingen voldeed het ontwerp aan de eisen van de Braziliaanse marine.
In augustus 1998 werd het bouwcontract getekend en het schip werd in februari 2000 afgeleverd aan 
de Braziliaanse marine.

De Cisne Branco is een volschip, haar drie nasten zijn uitgerust met ra-zeilen. Can deze zeilen zijn er vijf bevestigd aan de fokkenmast, zes aan de grote mast en vier aan de kruismast.
Tussen de fokkenmast en de boegspriet kunnen vier kluivers worden bijgezet, samen met drie stagzeilen aan de grote mast en twee aan de kruismast. De kruismast heeft ook een bezaan. Het gehele zeil oppervlak kan worden vergroot met lijzeilen die aan beide zijden van de ra kunnen  worden uitgezet met bakspieren.
het schip heeft zo een totaal zeil oppervlak van 2.195 m².

De Cisne Branco ziet er historisch uit maar is in feite een modern schip. Ze heeft een stalen romp met een waterverplaatsing van 1.038 ton, een lengte van 76 meter over alles, breedte van 10,5 meter en een diepgang van 4,8 meter. Een totale masthoogte boven de waterspiegel van 46 meter.
Ze maakte haar eerste grote reis in 2000 van Portugal naar Brazilië om de ontdekking van dat land te vieren door de Portugese admiraal Pedro Alvares Cabral.
Het schip is een graag geziene gast bij Sail evenementen.




De Cisne Branco heeft geen boegbeeld, maar wel een fraai versierde voorsteven.






VAREND ONDER DE VLAG VAN OMAN.




RNOV SHABAB OMAN II.


De Shabab Oman II is de opvolger van het gelijknamige zeilopleidingsschip van de Omaanse marine de Shabab Oman I, de voormalige Captain Scott (1971-1978).
De Shabab Oman I deed dienst van 1978 tot 2014.

Shabab Oman betekend 'Jeugd van Oman'.



De Shabab Oman II werd ontworpen door Dykstra Naval Architects te Amsterdam en haar kiel werd gelegd bij Damen Shipyards in Galati Roemenië, waar ze op 2 december 2013 te water werd gelaten. In januari 2014 werd het casco naar de Damen Schelde Naval Shipyard gesleept voor het plaatsen van de masten, waarvan de langste 50 meter is. Verdere afbouw werd gedaan te Gorinchem. In augustus trad het schip in dienst van de Koninklijke Marine van Oman.


Het schip heeft een stalen romp, een tonnage van 750  bruto tonnage en een draagvermogen 360 ton.
Haar totale lengte is 87 meter, breedte 11 meter en hoogte 50 meter. Bij een volledig getuigd schip kan ze 2.700 m² zeil voeren. In haar zeilen voert het schip het wapen van Oman in het rood.
Het schip heeft een vaste bemanning van 58 koppen en plaats voor 34 cadetten.

















Links het boegbeeld van de Shabab Oman I en rechts dat van Shabab Oman II. In beide gevallen is het een mannenfiguur in traditionele klederdracht van Oman.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten