zondag 17 februari 2019

SEINVLAGGEN EN PAVOISEREN.

      VLAGGEN VOOR 

  BERICHTENWISSELING 

 OF VERSIEREN VAN HET 

                 SCHIP.

BERICHTEN TUSSEN SCHEPEN.

Sinds het begin dat de mens de zee is gaan bevaren, heeft men getracht een systeem te ontwikkelen dat schepen onderling elkaar berichten konden doorgeven. De Oude Egyptenaren- en Grieken hadden reeds een systeem, met een volgens afspraak gemaakte kleuren code, met gekleurde linten.
Pas in 1817 werd door de Britse marineofficier Frederick Marryat een systeem ontwikkeld om koopvaardijschepen door middel van seinvlaggen vanaf afstand op zee te herkennen. Een schip kreeg een groep en een nummer toebedeeld en diende de bijbehorende seinvlaggen te voeren. 

Het systeem werd later uitgebreid met groepen voor Britse en andere oorlogsschepen. Het systeem werd vanaf 1854 aangeduid als 'The Universal Code of Signals for Mercantile Marine of All Nations' en bestond tot 1890, waarna het door de voorloper van het huidige systeem werd vervangen.
De 'Board of Trade' ontwierp in 1855 een vlaggen alfabet dat in 1857 werd gepubliceerd. Dit systeem werd al snel door andere zeevarende naties overgenomen.
In het Internationaal Seinboek van 1901 werd het voor het eerst opgenomen. Het systeem werd in de loop der jaren aangepast en uitgebreid en vormde de basis voor het systeem met seinvlaggen zoals wij dat nu nog kennen.
Ondanks dat tegenwoordig het gebruik grotendeels is verdreven door de modernere vormen van communicatie zoals radiotelegrafie of satellietverbinding, is het tegenwoordig toch nog steeds verplicht om een volledige set seinvlaggen aan boord te hebben.


Het systeem van seinvlaggen, de internationale standaard van maritieme signaalvlaggen, omvat vlaggen voor alle letters van het alfabet, plus de cijfers.
De betekenis van de vlaggen is door International Maritime Organization (IMO) universeel vastgelegd. 



SEINVLAGGEN.

Seinvlaggen, zijn vlaggen die gebruikt worden voor berichtenwisseling tussen schepen onderling of tussen schip en wal, in diverse vaal historisch gegroeide kleurencombinaties.
Aan boord van koopvaardijschepen groter dan 500 brt moet een volledig stel aanwezig zijn. Dat bestaat uit twee standaard vlaggen voor de letters A en B, 24 rechthoekige vlaggen voor de overige letters van het alfabet, 10 wimpels voor de cijfers 0 t/m 9, drie vervangingswimpels en een onderscheidingswimpel.

De seinvlaggen worden opgerold (opgedoekt) opgeborgen in een van vakken voorziene vlaggenkast of vlaggenkist, gemakkelijk bereikbaar op de scheepsbrug.











(Vlaggenkast op de scheepsbrug.)


In één sein kan een letter of cijfer meermalen voorkomen, waaruit zou volgen dat meerdere stellen vlaggen aan boord moeten zijn.
Om dit te voorkomen heeft men de 1e, 2e en 3e vervangwimpel  (substitute) ingevoerd.
Deze wimpels herhalen de 1e, 2e of 3e vlag van het sein waarin ze voorkomen.

Zo wordt bijvoorbeeld het sein ABAE voorgesteld door vlag A, vlag B, 1e vervangwimpel, vlag E; het sein  ABAA door vlag A, vlag B, 1e vervangwimpel, 3e vervangwimpel.

De onderscheidingswimpel (answer code) wordt gebruikt als contra sein, als decimaal teken, of hij geeft aan dat men wenst te seinen uit het Internationaal Seinboek.













Verder zijn er wimpels die hoofdzakelijk worden gebruikt door de marine, bij onder andere vlootoefeningen.

Seinvlaggen die veel gebruikt worden zijn P, ook vertrek vlag of 'Bleu Peter' genoemd, die wordt gehesen op de dag van vertrek. Q betekend: ik verlang practica (medische assistentie) of ziekte aan boord (qarantaine vlag).
G: ook loodsvlag genoemd, betekend: ik verlang een loods. H betekend: ik heb een loods aan boord.
B: ook gevaarvlag, betekend: ik laad, los of vervoer gevaarlijke stoffen.





In tijd van oorlog en bij het varen in konvooi, wanneer radiostilte in acht moet worden genomen, zijn de seinvlaggen echter nog van groot belang. Bij marines is, behalve de bovengenoemde seinvlaggen en wimpels, nog een aantal andere in gebruik, in het bijzonder voor het manoeuvreren van eenheden en verbanden en voor het aangeven van naamseinen van schepen en eenheden.

HET SEINBOEK.

Bij de marines zijn speciale seinboeken in gebruik; de koopvaardij gebruikt het Internationaal Seinboek. Om taalmoeilijkheden te overbruggen verschijnt dit boek in negen talen.
Het bevat regels en instructies voor het seinen en moet evenals de dagseinlamp aanwezig zijn op alle schepen groter dan 150 ton.
In het seinboek worden de seinen verdeeld in : 
a. één letterseinen, voorgesteld door één vlagsein voor berichten van belang, die met de meeste spoed moeten worden overgebracht.
b. twee letterseinen, voorgesteld door een twee vlagsein, voor een algemeen gedeelte.
c. drie letterseinen, voorgesteld door een drie vlagsein  met de M-vlag boven, voor het medische gedeelte, dat bestaat uit deel 1, een verzoek om medische hulp, en deel 2, het medisch te geven advies.


Seinvlaggen voor medische assistentie op zee.

Hieraan is toegevoegd een drietal aanvullingsbladen; met behulp hiervan kan het drie vlagsein worden aangevuld met ter zake dienende gegevens. Bovendien kan met twee figuren, aangevende een voor- en achteraanzicht van een menselijk lichaam met verwijzingscijfers een lichaamsdeel worden aangeduid.
Seinen uit het Internationaal Seinboek worden voorafgegaan door het hijsen van de onderscheidingswimpel.

                      Lijst van seinvlaggen die 'alleen' gehesen worden en een betekenis hebben.



NATIONALITEIT- EN REDERIJVLAGGEN.

( Op de linker afbeelding heeft de rederij haar naam met seinvlaggen op het dekhuis aangegeven; 'Arcadia'. )


Buiten het gebruik van seinvlaggen zijn er ook nationaal vlaggen die een functie hebben. Zo heeft ieder schip de vlag van het land van herkomst aan boord, waarmee men in de territoriale zone van een land een marine schip van dat land dient te groeten.
Verder een rederij vlag van de eigenaar van het schip.
Later werd het geheel overgenomen door de combinatie van de thuishaven en een lettercode van de thuishaven en een volgnummer van het schip volgens de IMO voorschriften.


PAVOISEREN.

(Een gepavoiseerd zeilschip met seinvlaggen in de masten.)

Pavoiseren is het schip versieren met rijen vlaggen.
Door schepen als eerbewijs bij zeer bijzondere gelegenheden, herdenkingsdagen, koninklijke verjaardagen, als algemeen feest vertoon, soms ook tijdens vakantiecruises bij aankomst en vertrek.
Aan de top van elke mast wordt de natievlag gehesen, aan de geusstok de geus, aan de achtersteven een extra grote natievlag; daartussen met gelijke tussen ruimten de seinvlaggen van voor naar achter aan speciale lijnen. 









Dit over de toppen  pavoiseren is op moderne schepen en op schepen die bezig zijn mat laden of lossen niet altijd mogelijk. Men zal zich dan moeten richten naar geschikte bevestigingspunten.
Het pavoiseerplan kan tevoren op verschillende manieren zijn opgemaakt; vooral bij oorlogsschepen kiest men zoveel mogelijk het kleurenschema van de natievlag.
Om gevoeligheden te vermijden moet men in het pavoiseerplan geen natievlaggen opnemen ander dan de eigen vlag zoals hier reeds is genoemd; ook geen seinvlaggen die gelijke op de natievlag van het land waar het schip zich bevindt. Verder moet men het gebruik van scheldwoorden voorkomen.
De eigen natievlag (aan de vlaggenstok) moet altijd het eerst uitwaaiend en langzaam gehesen worden en als laatste langzaam worden neergehaald.




1 opmerking: