VENTILEREN AAN BOORD VAN EEN SCHIP.
DE WINDHAPPER.
DE BELASTINGEN.
De belastingen zijn opzoek naar 'windhappers'; hieronder verstaan zij lieden die geen- of een laag inkomen hebben,maar wel veel geld uitgeven aan luxe levensartikelen.DE SCHEEPVAART.
( Twee luchtkokers met windhappers en neerklapbare schoorsteen aan boord van de stoomsleepboot 'Christiaan Brunings'.)
In de scheepvaart kent men uit vroegere dagen drie soorten windhappers:
1; Een schepvormig stuk plaatwerk dat ter ventilatie in een patrijspoort kan worden gezet om wind te vangen en een verblijf in te geleiden.
Dit kwam veel voor in de tijd dat en nog geen
mechanische ventilatie was door een aangedreven centrale ventilator die de lucht toevoerde via ventilatieleidingen en zeker toen er nog geen installaties aan boord waren voor een lucht behandeling (airconditioning) aan boord van de schepen.
2; Luchtkokers met windhappers er op voor de aanvoer van verse lucht en het afvoeren van gebruikte, gevaarlijke of schadelijke lucht in de machinekamer en leefruimten aan boord van een schip. Deze luchtkokers liepen vaak door tot net boven de stookplaat van de ketel(s) welke met een natuurlijke trek werden gestookt.
Op deze manier verse lucht toe te voeren ventileerde men de machinekamer van kwade dampen, doordat de ketel de lucht weg zoog voor haar verbranding en de rook afvoerde via de schoorsteen.
Dit systeem werd ook voor verblijven en scheepsruimen toegepast. Het nadeel was dat als de wind recht op de happer stond, dat deze ook regenwater of overkomende waterdruppels van de zee mee naar binnen voerde.
Men wist dit te voorkomen door het Dorade-systeem, wat voor het eerst op het jacht Dorade werd toegepast.
De koker met de windhapper werd op een fundatie geplaatst op zo'n manier dat de lucht niet rechtstreeks naar de binnenruimte werd toegevoerd, maar een soort bocht moest maken. Op deze wijze werd de lucht ontdaan van het overtollige water, wat afgevoerd werd door een gat in de fundatie.
Het is een vorm van natuurlijke ventilatie, waar de toegevoerde koelere lucht de warme lucht doet opstijgen en de ruimte doet verlaten via open gezette deuren of van de wind af geplaatste luchtkokers.
3; Windhappers om gassen uit ruimten te verdrijven zoals ladingtanks van tankschepen.
Deze windhappers waren vervaardigd van canvasdoek en de happer had de vorm van de mond van een trechter. Deze trechter werd aan een driepoot opgehangen met de opening op de wind, wat vaak de vaarrichting was van het schip. Aan deze trechtermond kon een ronde canvaskoker worden bevestigd, verstevigd met metalen ringen, welke men dan tot bijna op de boven van de tank liet zakken via een inspectie gat een dak van die tank. Door het luikhoofd van de tank open te zetten kon men door toevoeren van verse lucht naar de bodem, welke de gassen die lichter waren ophoog dreven de tank ventileren.
Door de opkomst van mechanische ventilatie behoren deze systemen tot het verleden.
Veelal komt het voor dat bepaalde paddestoelen van boven rood zijn geschilderd aan boord van schepen. Dit betekend dat bij brand in die ruimte, de geforceerde ventilatie wordt stopgezet en men de paddestoel moet dichtdraaien om alle vorm van ventilatie te stoppen, waardoor de brand zichzelf kan verstikken.
( Op de afbeelding rechts middenonder twee paddestoelen met handwiel om deze te kunnen afsluiten.)
In de scheepvaart kent men uit vroegere dagen drie soorten windhappers:
1; Een schepvormig stuk plaatwerk dat ter ventilatie in een patrijspoort kan worden gezet om wind te vangen en een verblijf in te geleiden.
Dit kwam veel voor in de tijd dat en nog geen
mechanische ventilatie was door een aangedreven centrale ventilator die de lucht toevoerde via ventilatieleidingen en zeker toen er nog geen installaties aan boord waren voor een lucht behandeling (airconditioning) aan boord van de schepen.
2; Luchtkokers met windhappers er op voor de aanvoer van verse lucht en het afvoeren van gebruikte, gevaarlijke of schadelijke lucht in de machinekamer en leefruimten aan boord van een schip. Deze luchtkokers liepen vaak door tot net boven de stookplaat van de ketel(s) welke met een natuurlijke trek werden gestookt.
Op deze manier verse lucht toe te voeren ventileerde men de machinekamer van kwade dampen, doordat de ketel de lucht weg zoog voor haar verbranding en de rook afvoerde via de schoorsteen.
Dit systeem werd ook voor verblijven en scheepsruimen toegepast. Het nadeel was dat als de wind recht op de happer stond, dat deze ook regenwater of overkomende waterdruppels van de zee mee naar binnen voerde.
Men wist dit te voorkomen door het Dorade-systeem, wat voor het eerst op het jacht Dorade werd toegepast.
De koker met de windhapper werd op een fundatie geplaatst op zo'n manier dat de lucht niet rechtstreeks naar de binnenruimte werd toegevoerd, maar een soort bocht moest maken. Op deze wijze werd de lucht ontdaan van het overtollige water, wat afgevoerd werd door een gat in de fundatie.
Het is een vorm van natuurlijke ventilatie, waar de toegevoerde koelere lucht de warme lucht doet opstijgen en de ruimte doet verlaten via open gezette deuren of van de wind af geplaatste luchtkokers.
3; Windhappers om gassen uit ruimten te verdrijven zoals ladingtanks van tankschepen.
Deze windhappers waren vervaardigd van canvasdoek en de happer had de vorm van de mond van een trechter. Deze trechter werd aan een driepoot opgehangen met de opening op de wind, wat vaak de vaarrichting was van het schip. Aan deze trechtermond kon een ronde canvaskoker worden bevestigd, verstevigd met metalen ringen, welke men dan tot bijna op de boven van de tank liet zakken via een inspectie gat een dak van die tank. Door het luikhoofd van de tank open te zetten kon men door toevoeren van verse lucht naar de bodem, welke de gassen die lichter waren ophoog dreven de tank ventileren.
Door de opkomst van mechanische ventilatie behoren deze systemen tot het verleden.
DE PADDESTOEL.
Een paddestoel kennen we allemaal wel uit de natuur, maar aan boord van een schip spreekt men ook over een "paddestoel".
Een paddestoel werd op oudere schepen boven op de hutten aangebracht voor een natuurlijke ventilatie.
Het bestaat uit een op dek geplaatst kort luchtkokerpotje, dat door een met schroefdraad beweegbare ronde kop kap geopend of gesloten kan worden.
Deze paddestoelen zijn ondanks de mechanische ventilatie aan boord van de schepen niet verdwenen.
Zij worden vaak op ruimten geplaatst, zoals trossen opbergruimten, verfopslag of ruimten waar giftige dampen kunnen ontstaan.
Deze ruimten hebben wel vaak een geforceerde mechanische ventilatie en de lucht uit de ruimte wordt via een paddestoel naar buiten gedreven.
Bij het wegvallen van de mechanische ventilatie blijft er door het open staan van de paddestoel toch een vorm van ventilatie.Veelal komt het voor dat bepaalde paddestoelen van boven rood zijn geschilderd aan boord van schepen. Dit betekend dat bij brand in die ruimte, de geforceerde ventilatie wordt stopgezet en men de paddestoel moet dichtdraaien om alle vorm van ventilatie te stoppen, waardoor de brand zichzelf kan verstikken.
( Op de afbeelding rechts middenonder twee paddestoelen met handwiel om deze te kunnen afsluiten.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten