woensdag 25 februari 2015

CAMOUFLAGE VAN SCHEPEN IN OORLOGSTIJD.

ER ZIJN MAAR NIET GEZIEN WORDEN!

Camoufleren is het onopvallend maken, onzichtbaar maken of wegmoffelen.
In de natuur is dit bij de dieren niet onbekend en weten veel dieren zich volledig aan te passen aan hun achtergrond.
Zo valt een witte koe met zwart geschilderde strepen op haar huid niet op in een kudde zebra's.

Eeuwen lang trokken legers tegen elkaar op in de meest kleurrijke uniformen, hoofddeksels gesierd met pluimen, vlaggen en vaandels.


Pas aan het einde van de 19e eeuw begon men met het camoufleren van de kleding van de manschappen, hun voertuigen en fortificaties.

MAAR HOE DEED MEN DIT OP ZEE MET DE SCHEPEN?

Het water van de zee heeft afhankelijk van de weersomstandigheden nooit de zelfde kleur en zo is het ook met de horizon waar het schip tegen afsteekt.
Men begon de schepen grijs te schilderen en verwijderde alles wat maar kleur had aan de buitenzijde.
Het camoufleren van schepen, was dus het zodanig beschilderen, dat het schip moeilijk te herkennen was. Kustpatrouillevaartuigen schilderde men in diverse groene en bruine kleuren zodat ze met het land als achtergrond bijna niet zouden opvallen.
Een ander voorbeeld is het geheel zwart schilderen van de torpedoboten die gedurende nachjtelijke uren de vijandelijke vloot met torpedo's moesten bestoken in een tijd, waarin de grotere schepen wit of lichtgrijs werden geschilderd.

       

( De 'Princesse Henriette' een Belgische radermailboot van de Oostende-Dover Lijn in haar camouflagekleuren gedurende de Eerste Wereld Oorlog.)

Tijdens de WO-I voerde de Britse admiraliteit het 'dazzle painting' in, waarbij oorlogs- en koopvaardijschepen volgens de richtlijnen van Lt. Cdr. Norman Wilkinson, RNVR, werden beschilderd. Dit geschiedde in bepaalde kleuren en volgens verschillende systemen, waardoor zij op afstand moeilijker waren te herkennen en koers en vaart niet gemakkelijk konden worden vastgesteld.
Ook ging men er toe over om schepen dus danig te bouwen, dat voor- en achterzijde vrijwel identiek waren. Dit waren de Amerikaanse President-schepen en de Britse Kil-schepen. Hierdoor werd het bepalen van de koers sterk bemoeilijkt.



       ( Het Italiaanse korvet 'Flora' met camouflagekleuren tijdens de Tweede Wereld Oorlog.)

Bij het binnen- of ten anker liggen in havens, dokken, zeearmen of fjorden maakte men gebruik van grote camouflagenetten, die in bepaalde kleuren waren beschilderd en over het schip waren gehangen. Dit was speciaal bedoeld om het schip onherkenbaar te maken gedurende een luchtverkenning.
Bij het beschilderen van de schepen in camouflagekleuren gedurende de WO-II werd een ander systeem toegepast dan gedurende de WO-I.
Ook door de ontdekking en de toepassing van de radar had het beschilderen van de schepen in camouflagekleuren weinig nut meer, wel paste men vaak het uiterlijk van het schip aan door een extra schoorsteen te plaatsen of de opbouw te veranderen met timmerwerk.


Tegenwoordig kennen we weer een soort camouflage vliegtuigen onderzeeboten en oppervlakte schepen van het 'stealth type'.
Deze hebben geen rechte vlakken meer, maar afgeschuinde en zijn behandeld met een speciale coating, waardoor ze door radar en infrarood bijna niet meer herkenbaar zijn.

( Het HMS Helsingborg van de Zweedse marine, een stealthschip van de Visby-klasse.)




                                                                    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten