SNEL ZEILEND OVER DE WERELDZEEËN.
Spreekt men over een clipper, dan wordt daar een snelzeilend, loefwaardig vierkant getuigd koopvaardijschip mee bedoeld dat van ongeveer 1840 tot 1890 door de meeste zeevarende naties werd gebruikt.
( Een Baltimore clipper, getuigd als schoenerbrik, gebruikt voor de Amerikaanse kustverdediging.)
De clipper ( naar het Engelse: to clip, to clip along = hardlopen) is gegroeid uit de 18e eeuwse kleine, snelle, scherpgebouwde schoenerschepen die onder meer in Virginia werden gebouwd als kaper- en smokkelschip.
Zij waren op hun beurt sedert 1730-1750 ontwikkeld uit de Bermudasloep.
Ook de marine-, douane- en loodsdiensten brachten dergelijke snelle schepen in de vaart, vooral getuigd als schoener, maar ook als brik of brigantijn.
Kenmerkend waren de scherpgebouwde romp met stuurlast, lage opbouw, laag vrijboord, sterk vallende masten en een lichte maar hoge tuigage. Het schoenertuig was waarschijnlijk overgenomen van schepen uit New England. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, 1775-1783) ontwikkelde zich het 'Virginia-built' type dat een groter draagvermogen had en zeewaardiger was.
Na de oorlog ontwikkelden vooral de loodsdiensten dit type tot de zogeheten 'pilot-
boat' model, dat meer geaccentueerd was dan de vroegere Viginia-built (bouw) schepen.
Tijdens de de Tweede Amerikaanse-Engelse Oorlog (1812-1814) werd het bewapende pilot-boat model weer als kaper gebruikt en vergroot tot een schip van 80 tot 110 voet en een inhoud van 200 tot 300 ton, met een bewapening tot 18 carronades.
Het centrum voor de bouw lag vooral te Baltimore in de Chesapeakebay.
Omstreeks 1812 werd voor het eerst de benaming clipper gebruikt om dit door de oorlog populair geworden soort schepen aan te duiden en tot ongeveer 1850 bleven zij bekend als Baltimore clipper.
Zij waren vaak getuigd als schoenerbrik met een zeer groot zeil oppervlak. Een typisch en bekend schip uit die periode is de 'Prince de Neufchâtel' die als kaper werd uitgerust in Frankrijk en talrijke Engelse schepen buitmaakte.
AMERIKAANSE CLIPPERS.
( Een Baltimore clipper, getuigd als schoenerbrik, gebruikt voor de Amerikaanse kustverdediging.)
De clipper ( naar het Engelse: to clip, to clip along = hardlopen) is gegroeid uit de 18e eeuwse kleine, snelle, scherpgebouwde schoenerschepen die onder meer in Virginia werden gebouwd als kaper- en smokkelschip.
Zij waren op hun beurt sedert 1730-1750 ontwikkeld uit de Bermudasloep.
Ook de marine-, douane- en loodsdiensten brachten dergelijke snelle schepen in de vaart, vooral getuigd als schoener, maar ook als brik of brigantijn.
Kenmerkend waren de scherpgebouwde romp met stuurlast, lage opbouw, laag vrijboord, sterk vallende masten en een lichte maar hoge tuigage. Het schoenertuig was waarschijnlijk overgenomen van schepen uit New England. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, 1775-1783) ontwikkelde zich het 'Virginia-built' type dat een groter draagvermogen had en zeewaardiger was.
Na de oorlog ontwikkelden vooral de loodsdiensten dit type tot de zogeheten 'pilot-
boat' model, dat meer geaccentueerd was dan de vroegere Viginia-built (bouw) schepen.
Tijdens de de Tweede Amerikaanse-Engelse Oorlog (1812-1814) werd het bewapende pilot-boat model weer als kaper gebruikt en vergroot tot een schip van 80 tot 110 voet en een inhoud van 200 tot 300 ton, met een bewapening tot 18 carronades.
Het centrum voor de bouw lag vooral te Baltimore in de Chesapeakebay.
Omstreeks 1812 werd voor het eerst de benaming clipper gebruikt om dit door de oorlog populair geworden soort schepen aan te duiden en tot ongeveer 1850 bleven zij bekend als Baltimore clipper.
Zij waren vaak getuigd als schoenerbrik met een zeer groot zeil oppervlak. Een typisch en bekend schip uit die periode is de 'Prince de Neufchâtel' die als kaper werd uitgerust in Frankrijk en talrijke Engelse schepen buitmaakte.
Het schip slaagde er maandenlang in alle Engelse oorlogsschepen er uit te zeilen.
Na de oorlog werden soortgelijke schepen vrijwel gebruikt voor de kaapvaart, de slavenhandel en de Westindische fruithandel (fruitclipper).
Als gevolg van hun oneconomische laadvermogen werden de slavenhalers verkleind tot 60 á 100 voet, maar steeds scherper gebouwd, zelfs met een S-vormig grootspant.
De gewone driemastkoopvaardijschepen die naast de hardlopers voeren, hadden nog steeds de volle vormen van de oudere vaartuigen. Nochthans trog men hierbij snelvarende schepen aan die ook een behoorlijke vracht konden laden, in tegenstelling tot de scherpere schepen.
Na de oorlog van 1812-1814 pakten de Amerikanen de overzee handel met China en Europa energiek aan. Men ging belang hechten aan regelmatiger en veelvuldiger overtochten en besteedde meer aandacht aan de snelheid van de schepen.
( Clipper van de Black Ball Line te New York, die als bijzonder kenteken een zwarte bal in het voormarszeil voerden.)
In 1817 kwam de eerste regelmatige pakketlijn tussen New York en Liverpool tot stand.
Zij kreeg bekendheid als de Black Ball Line, omdat een zwarte bal was aangebracht op het marszeil van de schepen.
De Noord-Atlantische 'packets' werden meedogenloos gezeild, ook als het oudere schepen betrof, daar het streven naar snelheid een ingewortelde traditie was geworden.
De uiterst zware inspanning die hiervoor van de bemanning werd geëist, maakte het leven aan boord van deze schepen en op clippers in het algemeen zeer hard en ook het zware werk in het wand bij slecht weer koste regelmatig mensen levens. Zo kregen ze de bijnaam van 'hell-ships'. Na een drietal jaren werden nog andere lijnen opgericht. Alhoewel niet op snelheid gebouwd, volbrachten de deze vracht- en passagiersschepen opvallend snelle overtochten. In 1836 werden nieuwe vormen toegepast, waarbij het vlak van de 'packets' niet meer rijzend naar de kimmen, maar vlak getekend werd. De romp bleef vrij vol gebouwd en had een behoorlijk laadvermogen.
De China 'packet' clipper was een geheel ander schip. Het had te maken met zeer wisselende weersomstandigheden en de vervoerde lichte, kostbare vracht zoals thee en opium.
De concurrentie op deze Kaap Hoorn route verplichte tot snelle reizen. Hierbij werd het laadvermogen van secondair belang geacht. Daarom werden scherp gebouwde schepen gebezigd, met bijzonder uitgebreide tuigage. De Baltimore clipper lag ten grondslag aan het lijnenplan van deze schepen, maar ze waren voorzien van een driemasttuig. De meest bekende was de 'Ann Mc Kimm', 439 ton, in 1832 te Baltimore gebouwd. Men heeft dit schip ten onrechte als eerste clipper beschouwd. Nog talrijke andere gelijksoortige schepen waren in de vaart die even opmerkelijke overtochten volbrachten.
De China pakket leende zich echter niet tot verdere vergroting en daardoor waren dan ook de grenzen van de Baltimore clipper bereikt. Dientengevolge ging men van een andere basis uit, namelijk van het Noord-Atlantische pakketschip dat onder impuls van de New Yorkse bouwmeester John W. Griffiths een nieuwe vorm had gekregen.
Hij gaf aan het voorschip een lange, verfijnde vorm met holle waterlijnen en een fijner achterschip, terwijl de kimmen hoger kwamen te liggen. De boeg werd boven het water uitgerekt door de voorsteven een hole vorm te geven (klippersteven). De grootste breedte van het schip die voorheen 1/3 van de scheepslengte was, werd midscheeps gebracht.
De verhouding lengte tot breedte werd 4 à 4,5:1
uitgerekt tot 5 à 6:1. De stuurlast was zo goed als weggewerkt en de achtersteven stond bijna verticaal. De 'Rainbow', 732 ton werd volgens deze nieuwe theorie gebouwd.
Het schip was slechts 16 voet langer dan de 'Ann Mc Kimm', maar kon 48% meer lading innemen. Behalve op snelheid begon men ook op de inhoud te letten en weldra overtroffen de clippers de 1000 ton draagvermogen.
In 1848 brak als gevolg van enkele belangrijke economische factoren de glorietijd van de extreme clipper aan. Het waren de goldrush naar Californië, de opheffing van de Engelse Akte van Navigatie, de goldrush naar Australië, alsmede de Krimoorlog. Dit alles leidde tot de vraag naar snellere schepen.
Reizen van de oostkust van Amerika rond Kaap Hoorn naar Californië en vandaar naar Australië en China vroegen een nieuwe scheepsvorm die zwaarder was dan die van de China clipper.
De hieruit ontstane zogenaamde Californië clipper was vergeleken met de China clipper een voller gebouwd schip, dat bijgevolg ook een groter laadvermogen had.
( De Californië clipper 'Flying Cloud' 1783 nrt, gebouwd in 1851 te Boston USA.)
De 'Flying Cloud' behoorde tot dit soort. Het vollere grootspant werd ook in het Noord-Atlantische pakketschip overgenomen.
De toenmalige zeer grote clippers, zoals de 'Sovereingn of the Seas', 2441 ton, de 'James Baines', 2515 ton, en de 'Great Republic' uit 1853, 4555 ton, die alle werden gebouwd door Donald Mc Kay, zijn daar zovele voorbeelden van.
De 'Great Republic' heeft nooit in haar afgebouwde vorm gevaren.
Op 27 december 1853 is het schip in dok tot de waterlijn afgebrand.
In latere periode is het herbouwd als een driedekker met gereduceerde tuigage, waarna het schip nog zes jaar dienst heeft gedaan.
Omstreeks 1860 was de tijd van de extreme clippers voorbij. Geen enkel ander scheepstype is zo bekend geworden als dit. Het is echter strikt genomen onjuist deze clipper periode als het hoogtepunt van de zeilscheepvaart te beschouwen. Feitelijk waren de extreme clippers oneconomisch in bouw, laadvermogen en onderhoudskosten. Zij konden slechts zeer kort stand houden dank zij bijzondere economische omstandigheden.
Na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) kwam een meer renderend type in de vaart: de medium clipper, die nog wel op snelheid, maar in de eerste plaats op laadvermogen was berekend.
Het schip werd voller gebouwd en de lengte/breedte verhouding werd kleiner.
Dergelijke schepen werden door de Amerikanen gebezigd voor de graanvaart. Zij stonden bekend als Down-Easters. Feitelijk zijn het de beste houten schepen die ooit zijn gebouwd en die als hoogtepunt van de zeilvaart kunnen worden beschouwd. Zij hadden in hoge mate snelheid en handelbaarheid aan laadvermogen en lage exploitatiekosten en waren geschikt voor iedere vaart.
De 'Henry B. Hyde' uit 1884, (boven) illustreert ten volle dit type schip van de Down-Easters.)
Door opkomst van de stoommachine verdween de Amerikaanse clipper omstreeks 1890 uit de vaart.
[ zie vervolg; CLIPPERSCHIP; WAT IS DAT ? (DEEL 2) ENGELAND, NEDERLAND EN BELGIË.]
Na de oorlog werden soortgelijke schepen vrijwel gebruikt voor de kaapvaart, de slavenhandel en de Westindische fruithandel (fruitclipper).
Als gevolg van hun oneconomische laadvermogen werden de slavenhalers verkleind tot 60 á 100 voet, maar steeds scherper gebouwd, zelfs met een S-vormig grootspant.
De gewone driemastkoopvaardijschepen die naast de hardlopers voeren, hadden nog steeds de volle vormen van de oudere vaartuigen. Nochthans trog men hierbij snelvarende schepen aan die ook een behoorlijke vracht konden laden, in tegenstelling tot de scherpere schepen.
Na de oorlog van 1812-1814 pakten de Amerikanen de overzee handel met China en Europa energiek aan. Men ging belang hechten aan regelmatiger en veelvuldiger overtochten en besteedde meer aandacht aan de snelheid van de schepen.
( Clipper van de Black Ball Line te New York, die als bijzonder kenteken een zwarte bal in het voormarszeil voerden.)
In 1817 kwam de eerste regelmatige pakketlijn tussen New York en Liverpool tot stand.
Zij kreeg bekendheid als de Black Ball Line, omdat een zwarte bal was aangebracht op het marszeil van de schepen.
De Noord-Atlantische 'packets' werden meedogenloos gezeild, ook als het oudere schepen betrof, daar het streven naar snelheid een ingewortelde traditie was geworden.
De uiterst zware inspanning die hiervoor van de bemanning werd geëist, maakte het leven aan boord van deze schepen en op clippers in het algemeen zeer hard en ook het zware werk in het wand bij slecht weer koste regelmatig mensen levens. Zo kregen ze de bijnaam van 'hell-ships'. Na een drietal jaren werden nog andere lijnen opgericht. Alhoewel niet op snelheid gebouwd, volbrachten de deze vracht- en passagiersschepen opvallend snelle overtochten. In 1836 werden nieuwe vormen toegepast, waarbij het vlak van de 'packets' niet meer rijzend naar de kimmen, maar vlak getekend werd. De romp bleef vrij vol gebouwd en had een behoorlijk laadvermogen.
De China 'packet' clipper was een geheel ander schip. Het had te maken met zeer wisselende weersomstandigheden en de vervoerde lichte, kostbare vracht zoals thee en opium.
De concurrentie op deze Kaap Hoorn route verplichte tot snelle reizen. Hierbij werd het laadvermogen van secondair belang geacht. Daarom werden scherp gebouwde schepen gebezigd, met bijzonder uitgebreide tuigage. De Baltimore clipper lag ten grondslag aan het lijnenplan van deze schepen, maar ze waren voorzien van een driemasttuig. De meest bekende was de 'Ann Mc Kimm', 439 ton, in 1832 te Baltimore gebouwd. Men heeft dit schip ten onrechte als eerste clipper beschouwd. Nog talrijke andere gelijksoortige schepen waren in de vaart die even opmerkelijke overtochten volbrachten.
De China pakket leende zich echter niet tot verdere vergroting en daardoor waren dan ook de grenzen van de Baltimore clipper bereikt. Dientengevolge ging men van een andere basis uit, namelijk van het Noord-Atlantische pakketschip dat onder impuls van de New Yorkse bouwmeester John W. Griffiths een nieuwe vorm had gekregen.
Hij gaf aan het voorschip een lange, verfijnde vorm met holle waterlijnen en een fijner achterschip, terwijl de kimmen hoger kwamen te liggen. De boeg werd boven het water uitgerekt door de voorsteven een hole vorm te geven (klippersteven). De grootste breedte van het schip die voorheen 1/3 van de scheepslengte was, werd midscheeps gebracht.
De verhouding lengte tot breedte werd 4 à 4,5:1
uitgerekt tot 5 à 6:1. De stuurlast was zo goed als weggewerkt en de achtersteven stond bijna verticaal. De 'Rainbow', 732 ton werd volgens deze nieuwe theorie gebouwd.
Het schip was slechts 16 voet langer dan de 'Ann Mc Kimm', maar kon 48% meer lading innemen. Behalve op snelheid begon men ook op de inhoud te letten en weldra overtroffen de clippers de 1000 ton draagvermogen.
In 1848 brak als gevolg van enkele belangrijke economische factoren de glorietijd van de extreme clipper aan. Het waren de goldrush naar Californië, de opheffing van de Engelse Akte van Navigatie, de goldrush naar Australië, alsmede de Krimoorlog. Dit alles leidde tot de vraag naar snellere schepen.
Reizen van de oostkust van Amerika rond Kaap Hoorn naar Californië en vandaar naar Australië en China vroegen een nieuwe scheepsvorm die zwaarder was dan die van de China clipper.
De hieruit ontstane zogenaamde Californië clipper was vergeleken met de China clipper een voller gebouwd schip, dat bijgevolg ook een groter laadvermogen had.
( De Californië clipper 'Flying Cloud' 1783 nrt, gebouwd in 1851 te Boston USA.)
De 'Flying Cloud' behoorde tot dit soort. Het vollere grootspant werd ook in het Noord-Atlantische pakketschip overgenomen.
De toenmalige zeer grote clippers, zoals de 'Sovereingn of the Seas', 2441 ton, de 'James Baines', 2515 ton, en de 'Great Republic' uit 1853, 4555 ton, die alle werden gebouwd door Donald Mc Kay, zijn daar zovele voorbeelden van.
De 'Great Republic' heeft nooit in haar afgebouwde vorm gevaren.
Op 27 december 1853 is het schip in dok tot de waterlijn afgebrand.
In latere periode is het herbouwd als een driedekker met gereduceerde tuigage, waarna het schip nog zes jaar dienst heeft gedaan.
Na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) kwam een meer renderend type in de vaart: de medium clipper, die nog wel op snelheid, maar in de eerste plaats op laadvermogen was berekend.
Het schip werd voller gebouwd en de lengte/breedte verhouding werd kleiner.
Dergelijke schepen werden door de Amerikanen gebezigd voor de graanvaart. Zij stonden bekend als Down-Easters. Feitelijk zijn het de beste houten schepen die ooit zijn gebouwd en die als hoogtepunt van de zeilvaart kunnen worden beschouwd. Zij hadden in hoge mate snelheid en handelbaarheid aan laadvermogen en lage exploitatiekosten en waren geschikt voor iedere vaart.
De 'Henry B. Hyde' uit 1884, (boven) illustreert ten volle dit type schip van de Down-Easters.)
Door opkomst van de stoommachine verdween de Amerikaanse clipper omstreeks 1890 uit de vaart.
[ zie vervolg; CLIPPERSCHIP; WAT IS DAT ? (DEEL 2) ENGELAND, NEDERLAND EN BELGIË.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten