EEN REIS OVER ZES
INDONESISCHE EILANDEN.
SUMENEP - KAMAL - SURABAYA.
Donderdag 8 februari 1990.
Ondanks, dat we vroeg bij het busstation waren, waren de meeste zitplaatsen in de bus naar Kamal al bezet en vonden we na enig plaats verwisselen een zitplaats in het midden van de bus.De chauffeur nam onderweg ook steeds weer nieuwe passagiers mee en soms meer dan het aantal zitplaatsen en die dan opeen gepakt in het gangpad stonden en op de vloer moesten gaan zitten als er een politie controle langs de weg stond. Het zal wel de bijverdienste van de chauffeur geweest zijn.
( Vrouwen verkopen potten van aardewerk langs de weg.)
We reden via de zuidelijke kustweg terug naar Kamal en na Pamekasan werd het bekend terrein voor ons. In de drooggevallen kreken langs de weg lagen de nodige vissersscheepjes te wachten op hoog tij om weer uit te kunnen varen.
We waren mooi op tijd voor de veerboot en terwijl de bus stond te wachten om aan boord te gaan, werden we belaagd door een niet stoppende massa venters. Je moest je bagage heel goed in het oog houden en je hand op je zak, want terwijl de één zijn koopwaar staat aan te prijzen en je aandacht opeist, plukt één ander snel je spullen weg. Het was een waar gekkenhuis.
Een gedeelte van hen verstopte zich in de bus om zo als een soort verstekeling over te steken met de veerboot naar Surabaya, maar werden ze gesnapt dan kende de politie geen zachtaardig pardon.
Eenmaal in Surabaya gingen we alleen terug naar het Brantas-hotel om onze bagage op te halen, met het smoesje, dat ons reisschema veranderd was. Zo zochten we naar een ander onderkomen zonder muggen en te minste stromend warm water, en als het kon ook nog airco, daar het bloedje heet was in de stad. Zo kwamen we dan uiteindelijk in het Cendana-Hotel terecht, wat redelijk in het centrum lag van de stad.
Na een heerlijk warm bad, nadat we uiteindelijk onze handdoeken hadden gekregen en waar we voor moesten tekenen, lieten we door de roomservice al onze vuile was meenemen en dat was zo goed alles wat we bij ons hadden.
Na een paar uurtjes rust te hebben genoten, was het intussen avond geworden en liepen we de stad in om wat rond te kijken en een hapje te eten. In een enorme supermarkt kochten we een slokje en wat te knabbelen voor die avond in onze hotelkamer, daar de kwaliteit van het eten ons deze avond zwaar was tegen gevallen. Op ons gemak wandelden we terug naar het hotel, terwijl in de verte de hemel regelmatig verlicht werd door de bliksem van het naderende onweer.
We waren dan ook maar net op tijd terug in het hotel of de bui barstte in alle hevigheid los. Het bleef de gehele nacht zwaar doorregenen.
Moe van de Madura reis vielen we weldra in slaap na besloten te hebben om nog een dag in Surabaya te blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten