EEN REIS OVER ZES
INDONESISCHE EILANDEN.
SAPARUA - AMBON.
Dinsdag 30 januari 1990.
Voor de lokale gewoonten stonden we laat op deze ochtend en maakten na het ontbijt nog een wandeling over het strand en rond het fort. De zee had verderop in de rotsen enorme holen geslagen, waarin ook allerlei gedierte leefde, daar het tij begon te keren van eb naar vloed bleven we er niet al te lang rondhangen. Enorme boomwortels hingen door het dak van de groten op zoek naar de bodem en water.Na de bagage te hebben ingepakt en afgerekend te hebben met Tante Sien, wandelden we naar de busstop om de bus naar Haria te nemen, alwaar we op de boot naar Ambon zouden stappen. Het werd dus een vroege middag boot, daar er enige vertraging optrad. Ook nu weer kwam er de meest uit een lopende bagage aan boord, waaronder veel gerookte vis. Het meest opvallende was een grote rijzige vrouw met op haar hoofd een enorme mand met kammen bananen. Er waren drie mannen voor nodig om deze lading van haar hoofd af te tillen en op het scheepsdek te zetten en zo kwam ze nog een terug met een paar ladingen vis. Eenmaal vertrokken van Saparua begon het tropisch te regenen en deed een ieder de moeite zich zo goed mogelijk droog te houden, wat niet erg lukte. Gelukkig klaarde het later op de overtocht op en liet ik me opdrogen in de zon en de wind.
Terug op Ambon, was het touwtrekken tussen de buschauffeurs wie van hen ons zou gaan vervoeren, maar dat ging bij alle passagiers zo. Uiteindelijk waren we dan onderweg naar Kota Ambon en namen weer een kamer in het zelfde hotel en lieten Reno weten dat we weer terug waren van Saparua. We hadden dan ook amper het vuil van de reis van ons afgewassen of Reno stond met onze bagage voor de kamerdeur. Onder het genot van een biertje vertelde we onze reiservaringen.
Later ging ik met Reno naar de winkel, waar we de weefdoek hadden gezien, maar ze hadden geen tweede doek kunnen vinden en dus kocht ik dit laatste exemplaar na lang pingelen en wat uit parelmoer gesneden speldjes voor de dames thuis.
Zoals eerder afgesproken, dineerden we deze avond bij Reno thuis en werden er hartelijk ontvangen door de familie. We kregen een typische Ambonese maaltijd voorgezet die met zorg was klaar gemaakt. Het was al laat in de avond, waarin de tijd sneller ging dan verwacht, dat we geluk hadden het laatste transport richting ons hotel te kunnen bemachtigen. Na vast een groot gedeelte van de bagage ingepakt te hebben, namen we nog een laatste biertje in de hotelbar, alvorens de laatste nacht op Ambon door te brengen. Het zou de volgende dag een vliegdag worden op weg naar Denpasar op Bali via het vliegveld van Ujung Pandang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten